Strijd om techneut op school en bedrijf
Het Hoornbeeck College in Amersfoort heeft een niet te vervullen vacature bij de opleiding werktuigbouwkunde. Gevolg: vijftien leerlingen op een wachtlijst. Terwijl een bedrijf als Vlastuin Group in Kesteren zit te springen om krachten. „Als we in het onderwijs iets terug moeten doen in ruil voor mensen, dan is dat prima.”
Techniekbedrijven moeten vaker werknemers uitlenen aan het onderwijs, waar technische opleidingen te kampen hebben met tekorten aan docenten. Daarvoor moeten ondernemers op de korte termijn meer mensen in dienst nemen. Dat is de kern van een actieplan dat Doekle Terpstra, voorzitter van installatiebedrijvenkoepel Uneto-VNI, maandag presenteerde aan het kabinet. Hybride docenten noemt hij hen.
Een prima idee, vindt Ton Gorter, opleidingsmanager van het Hoornbeeck College in Amersfoort. „De samenleving schreeuwt om technisch opgeleide mensen.” De school heeft op dit moment een paar moeilijk in te vullen vacatures. „Het nijpendst is het bij de opleiding werktuigbouwkunde. Zowel in Amersfoort als in Rotterdam krijgen we een bestaande vacature niet vervuld.”
Dus staan er alleen al in Amersfoort vijftien leerlingen op een wachtlijst. Leerlingen waar het bedrijfsleven om zit te springen. Gerrit van Vlastuin, directeur van Vlastuin Group in Kesteren, heeft alleen vorig jaar al vijftig mensen aangenomen. En hij heeft direct plaats voor nog eens tien mbo’ers. „Als ik die er vandaag bij kan krijgen, sta ik morgen op school om te praten over de inspanning die wij in het onderwijs zouden kunnen verrichten. Met meer mensen kan ik nu eenmaal meer omzet genereren.”
In zijn bedrijf, dat onder meer trailers en opleggerchassis maakt, lopen mensen rond die zo’n ”hybride” baan tussen onderwijs en bedrijfsleven best willen overwegen, aldus de directeur. „Vorig jaar is er nog een echte vakman volledig naar het onderwijs gegaan. Ja, dat vind ik jammer. Ik had liever de combinatie gezien. In die zin sta ik achter het plan van Terpstra, al zal de overheid zich wel moeten realiseren dat het bedrijfsleven altijd zal vragen naar de opbrengst van zo’n samenwerking.”
Jeugdwerkleider
Gorter deelt de mening van Van Vlastuin dat er genoeg mensen in het bedrijfsleven rondlopen die „iets met jongeren hebben.” „Bijvoorbeeld doordat ze in hun vrije tijd jeugdwerkleider zijn in hun kerkelijke gemeente.”
De reden waarom velen de stap naar het onderwijs toch niet nemen, is de enorme werkdruk die er in de bouwtechnische wereld is om projecten te realiseren. Maar het heeft volgens Gorter ook te maken met onwetendheid. „Velen denken dat je nog jaren moet studeren om je onderwijsbevoegdheid te halen, maar als hbo’er is dat amper twee jaar, waarvan een deel van de opleiding in deeltijd gedaan kan worden. Dat is dus goed te overzien.”
Die ervaring heeft Jeroen van Gilst (34) uit Ermelo ook. Bijna elf jaar geleden maakte hij de overstap van het bedrijfsleven naar het onderwijs. Nu heeft hij weer een halve stap teruggedaan. „Ik geef twaalf uur les op het Hoornbeeck College in Amersfoort. De rest van de week werk ik als projectleider bij de RVB Groep in Harderwijk.”
Omdat Van Gilst de hts had gedaan, hoefde hij maar één jaar naar school om zijn onderwijsbevoegdheid voor het mbo te halen. „Toch is het wel een stap hoor. De eerste twee, drie jaar heb je als zijinstromer je handen vol. Daarna krijg je ervaring in het omgaan met leerlingen en gaat het wat gemakkelijker.”
Schakelen
Om een hybride docent te kunnen zijn moet je wel goed kunnen schakelen en efficiënt kunnen werken, aldus Van Gilst. „En dan nog ben je vaak wat langer bezig dan de gewone veertig uur in de week. Het werk is ook niet met een schaartje te knippen. Als ik op school een tussenuur heb, kan het zo maar zijn dat ik even wat moet regelen voor een project bij RVB.”
Van Gilst maakte de overstap omdat hij de ervaring in de praktijk miste. „Die kan ik nu goed gebruiken in gesprekken met leerlingen. Je merkt dat ze dat waarderen, omdat de jongens zelf ook vinden dat je het ‘echte’ werk pas in de praktijk leert.”
De projectleider is blij met de stap die hij ooit maakte. „Het mooie van deze combinatie is dat je je vakkennis op peil houdt en die door kunt geven aan jongeren.”