„Schouders onder revisie van Bijbelvertaling van Delitzsch voor Joodse volk”
„Wij weten niet wanneer geheel Israël zal zalig worden, maar het zal in elk geval niet buiten Gods Woord om gaan. Daarom is het zo belangrijk het Woord aan de Joden terug te geven in een betrouwbare vertaling.”
Bestuurslid L. van der Tang van Steunfonds Israël/Isaac da Costa zei dat vrijdag in Woerden tijdens de jaarlijkse themadag van het Deputaatschap voor Israël (DvI) van de Gereformeerde Gemeenten. Die had ditmaal de herziening van de Delitzschvertaling van het Nieuwe Testament als onderwerp. Zo’n 80 procent van de 120.000 euro die het project per jaar kost wordt betaald door Nederlandse organisaties. Naast het deputaatschap en Steunfonds Israël/Isaac da Costa is dat de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS).
DvI-voorzitter ds. A. Schot wees erop dat volgens Romeinen 3 „het voordeel van den Jood” vooral is „dat hun de woorden Gods zijn toebetrouwd.” Het Joodse volk heeft dat Woord als een kostbare schat zuinig bewaard, zei ds. Schot. De andere volken, die het van de Joden ontvingen, hebben de verantwoordelijkheid het te bewaren en door te geven; het ook aan de Joden terug te geven, met de bede dat de Heere het zegenen zal.
De Schotse predikant ds. J. L. Goldby wees op de noodzaak van een betrouwbare, toegankelijke vertaling van het Nieuwe Testament. In het team dat in 1976 een vertaling in het moderne Ivriet publiceerde, hadden twee rooms-katholieke priesters grote inbreng. De vertaling is niet zuiver, omdat ze op een kritische tekst is gebaseerd. Deze tekst is daarnaast ook te vrij vertaald. „Van de grondtekst is 15 procent weggelaten of gewijzigd. De Naam Christus is 29 keer weggelaten, de term Joden is 80 keer vervangen.”
Wel betrouwbaar is een vertaling in klassiek Hebreeuws van de Duitser dr. Franz Delitzsch (1813-1890). Die is –net als de Statenvertaling en de Engelse King James Version– gebaseerd op de Textus receptus. Delitzsch’ versie van het Hebreeuws, dat in de 19e eeuw geen spreektaal was, is voor de Israëliërs van nu echter moeilijk te begrijpen en roept soms zelfs misverstanden op. Ook orthodoxe Joden kunnen deze taal vaak niet goed lezen, ondervond ds. Goldby tijdens zijn vele bezoeken aan hen.
Daarom startte de Free Presbyterian Church in Schotland, waartoe ds. Goldby behoort, een revisie van de Delitzschvertaling. Die werd overgenomen door de Trinitarian Bible Society (TBS). Het project raakte financieel in zwaar weer, ook toen de steun van een Fins Bijbelgenootschap wegviel. Daarom dragen de drie Nederlandse organisaties nu een groot deel van de kosten. Naar verwachting is de herziening over vijf jaar gereed.
Ds. Goldby wees op het belang van de gereformeerde belijdenisgeschriften die door de TBS en het Deputaatschap voor Israël zijn vertaald. Ook voor de verwijsteksten bij deze confessies is een betrouwbare vertaling noodzakelijk. „Veel Joden die naar Israël emigreren, moeten het Hebreeuws nog leren. Een moderne vertaling is dan voor hen aantrekkelijk. Die is echter niet aanvaardbaar.” Hij belichtte de werkwijze van de revisie.
Van der Tang schetste het leven van Delitzsch, die tot op zijn sterfbed bezig was met het verbeteren van zijn vertaling. „Hij was krachtdadig tot verandering gekomen. Zijn lijfspreuk werd: Alleen Gods Woord doet het.” Delitzsch zag zegen op zijn werk, bijvoorbeeld toen een orthodox-Joodse huisvriend zich liet dopen.
„De Delitzschvertaling heeft onder Messiasbelijdende Joden veel krediet; laten we die zo dicht mogelijk bij hen brengen”, zei ds. J. B. Zippro, die namens het deputaatschap tot de projectgroep behoort. Student M. L. Dekker wees op het belang ervan. „We zien ernaar uit dat het Oude Testament en dit herziene Nieuwe Testament straks in één band beschikbaar zijn.”
Volgens Dekkers echtgenote is aanpassing van de vertaling van 1976 niet mogelijk. „Die is eigendom van een Bijbelgenootschap dat aanpassing niet toestaat. Bovendien is een Bijbel in ‘straattaal’ voor orthodoxe Joden onacceptabel.” De Delitzschvertaling sluit aan bij het taaleigen van het Oude Testament en is toegankelijk voor alle bevolkingsgroepen in Israël.