De kiezer sprak; wat zei hij? Drie trends
In 335 gemeenten mochten kiezers gisteren naar de stembus. De 55 procent die kwam opdagen deelde zowel links als rechts tikken uit en zadelde gemeenteraden op met de taak om uit de splinters een college te formeren. Drie trends uit de verkiezingsuitslag.
1. Lokale versplintering.
Opnieuw zegevierden de lokalen. Een op de drie kiezers stemde gisteren op een partij die alleen meedoet aan de gemeenteraadsverkiezingen. Sinds 2002 incasseren lokale partijen al de meeste stemmen, maar nooit eerder waren ze zó vaak (in 164 van de 335 gemeenten) de grootste.
De oorzaak hiervoor ligt deels in hun kracht: anders dan landelijke partijen zijn de lokalen bij uitstek gespitst op plaatselijke thema’s. Tegelijk toont hun opmars de groeiende afkeer aan die burgers hebben van de landelijke politiek. Dat ressentiment voegde gisteren opnieuw een dimensie toe aan het begrip electorale versplintering. Om een beeld te geven: in Soest komen 12 partijen in de raad, in Delfzijl verdelen 9 partijen 19 zetels. Het bouwen van bestendige en bestuurbare colleges is in zo’n versnipperd landschap geen sinecure.
2. Partijen met C stabiel
Wat zéker een trend is, is de lichte groei van de kleine christelijke partijen en de lichte daling van het CDA. Wie wat door zijn oogharen staart, zou het stabilisatie kunnen noemen.
Het CDA bijvoorbeeld schommelt nu al drie gemeenteraadsverkiezingen op rij rond de 14 procent van het electoraat, al levert de partij ook nu weer zo’n 60 raadszetels in. De SGP zit qua stemmenaantal in de plus, maar verliest toch raadszetels door de wat hogere opkomst. Dat geldt ook voor de ChristenUnie, al boekt deze partij in sommige plaatsen, zoals Renswoude, fenomenale winsten.
3. Links levert in
De beweging van Klaver met GroenLinks richting het politieke midden pakt ook bij de raadsverkiezingen goed uit: de partij wint fors, vergeleken met 2014.
Bij concurrent D66 –dat in steden als Amsterdam en Utrecht gepasseerd werd door GroenLinks– is juist een einde gekomen aan een reeks van negen verkiezingswinsten op rij. Mogelijk komt dat door regeringsdeelname: D66 ging akkoord met voor haar achterban impopulaire keuzes, zoals afschaffing van het referendum. Partijleider Pechtold bleef echter optimistisch: „Vroeger was het altijd zo dat D66 halveerde tijdens het regeren. Daar is nu geen sprake van. De uitslagen zijn in veel gemeenten de op een na beste die we ooit hebben behaald.”
De PvdA profiteerde niet van het verlies van D66. De sociaaldemocraten deden het wel iets beter dan bij de desastreuze Kamerverkiezingen van vorig jaar, maar leverden toch raadszetels in. De SP ruilde recent partijleider Roemer in voor Marijnissen, maar lokaal leverde dat geen winst op.