Pianist Jan Willem van Delft: Ik wil het ritme voelen met mijn lichaam
Spelen tot Gods eer en ter ontspanning horen voor de Hilversumse pianist Jan Willem van Delft (38) bij elkaar. „Als ik jazz speel, kan ik een intense ervaring van God beleven.”
Hij mist weleens de „verstilling” in kerkdiensten, „de devotie en de verootmoediging.” Pianist Jan Willem van Delft uit Hilversum merkt in de gemeenten waar hij komt dat het volume vaak de overhand heeft. „Om even stil te worden met elkaar: dat is lastig. Durf je ook de ruimte op te zoeken? Of wordt een stilte ongemakkelijk?”
Van Delft, lid van de evangelische gemeente Zout en Licht in Hilversum, is dan ook wars van effectbejag. Showen hoe handig je bent op het klavier hoeft van hem niet. „Ik mis vaak rust bij muzikanten, misschien wel speciaal bij pianisten. Durf gewoon eens een noot te laten liggen. Er zijn er maar weinigen die dat doen.” De pianist treedt regelmatig op in het EO-programma Nederland Zingt en speelt samen met het mannenkoor de Urker Zangers. Met het Jan Willem van Delft Trio (samen met bas en drums) zoekt hij een „muzikaal avontuur” dat op zijn website wordt omschreven als „swingend, gepassioneerd, funky en lyrisch.”
Vorig jaar eindigde Van Delft als derde in de ambitieuze campagne ”Metropole Orkest met…”. Wie in deze wedstrijd als eerste uit de bus kwam, mocht met het bekende orkest uit Hilversum een opname maken.
1. In pianospel kan ik al mijn stemmingen en emoties kwijt.
„In de muziek op de drie cd’s die ik gemaakt heb onder mijn eigen naam kan ik veel van mijn eigenheid kwijt. De vrijheid die je dan hebt om te arrangeren en te spelen, zorgt ervoor dat je in de emotie van het moment kunt zitten. Maar ook als ik met mijn trio, met bas en drums, speel, kunnen we het moment met elkaar vangen. En daar krijg je ook weer emoties van. Van tevoren is dat allemaal niet te plannen. Ik heb een tijd gehad waarin het minder goed met mij ging, een sombere, overspannen tijd. Juist toen heb ik heel mooie stukken geschreven. Dat is zo paradoxaal. Soms denk ik: ik heb weer behoefte om iets moois te maken. Maar ik heb geen zin om weer depressief te worden. Ik kom het beste uit de verf als ik me compleet vrij voel. In Psalm 118 staat: Als ik tot God roep, en Hij haalt me uit de ellende, geeft Hij me ruimte. Dat vind ik zo’n gave tekst! En dat ervaar ik echt als ik vrij kan zijn, en op die manier kan spelen en liefhebben. Dan raakt de muziek je emoties en doet het iets met je gemoed.”
2. Ik vind dat een christen zich niet hoeft te beperken tot klassieke muziek.
„Zijn er mensen die dat vinden? Ik vind het een tunnelvisie als je zegt: Alleen klassieke muziek. Wat voor klassieke muziek bedoel je dan? Want het is natuurlijk een héél breed terrein. Er zijn ook klassieke componisten die politiek incorrect zijn, zoals Wagner. Of klassieke muziek die gecomponeerd werd voor bijvoorbeeld een overspelige koning. Voor mij is muziek een universele taal. In veel pop- en rockmuziek zitten negatieve boodschappen. Maar je kunt niet alles over één kam scheren. Ik ervaar dat God de Schepper is, ook van de muziek. En dan beperkt Hij Zich absoluut niet tot één stijl natuurlijk. Want als ik jazz speel, kan ik een intense ervaring van God beleven. Aan het conservatorium heb ik zes jaar keihard klassieke muziek gestudeerd. Mijn klassieke roots zijn onlosmakelijk verbonden met hoe ik nu speel. Voor mij liggen jazz en klassiek dan ook best dicht bij elkaar.”
3. Ik bewaar mooie herinneringen aan het Christian Artists Seminar.
„Ja, zeker. Het is een jaarlijks terugkerend internationaal evenement waar christelijke musici en kunstenaars vijf dagen masterclasses en workshops kunnen volgen. Ik hoop er dit jaar weer naartoe te gaan als coach en inspirator, en mijn vrouw ook, als beeldend kunstenaar. Op het seminar heb ik in 2011 een grote verandering ervaren. Het was een tijd waarin ik met een zware last liep. Ik geloofde dat ik niet genoeg liefde kon geven. Een gevoelige cellist met wie ik samenspeelde pikte dat op. Hij sprak me aan: „Er is iets in jouw spel, een droefheid, daar moeten we over praten.” Dat is het begin geworden van de grootste verandering in mijn leven. We hebben eigenlijk allemaal types als die cellist nodig. Iemand die ons eerlijk durft te bevragen: Hé, hoe gaat het nou met je? Volgens mij is er iets niet in de haak. Het was neutrale grond, dat seminar. Niemand woonde daar. Dan merk je hoe bijzonder het is als kunst, muziek en geloof samenkomen. Ik zal mensen die zich met kunst en muziek bezighouden, stimuleren om naar het seminar te gaan. Er ontstaat een heel speciale sfeer, waardoor dingen open kunnen breken.”
4. J. S. Bachs uitspraak dat muziek behoort te zijn „tot Gods eer en tot ontspanning van het gemoed”, inspireert mij dagelijks.
„Ja, al is het geen quote die ik boven mijn bed heb hangen. Wat niet verkeerd zou zijn, trouwens. Het is een uitspraak die diepgeworteld zit bij mij, een soort credo. Het helpt om de juiste keuzes te maken: Gods eer en de ontspanning, die samen zijn goud.”
5. Ik concerteer graag in huiskamers vanwege de intieme sfeer.
„De concerten met zangeres Janine Beens vind ik geweldig. Je zit letterlijk en figuurlijk dicht op de luisteraars. Die voelen zich speciaal, omdat je met een kleine groep bent. Een extra dimensie vind ik het persoonlijk karakter vanwege de huiskamer. De mensen die het organiseren, vinden het leuk om goed voor hun gasten te zorgen, met hapjes en drankjes, bij kaarslicht.”
6. Jazz is mij op het lijf geschreven, maar ook in andere stijlen ben ik goed thuis.
„Jazz is op me op het lijf geschreven: natuurlijk. Maar je moet wel goed kijken wat een bepaald moment nodig heeft. Ik ga niet als een malle overal ”blueslicks” (een snelle reeks tonen) doorheen zitten spelen. Als ik ergens een bloedhekel aan heb, is het dat. Dat vind ik smakeloos. Je kunt gelijk bij wijze van spreken de hele kerstboom aanzetten, met alle toevoegingen. Maar je kunt het ook beperkt houden. Soms moet je dienen. Wat me in jazz aanspreekt, is de vrijheid om een melodie of lied naar je hand te kunnen zetten. De ritmes, het swingen, de ongelijke verdeling van achtste noten – daar hangt een mysterie omheen.”
7. Muzikaal gezien vind ik gemeentezang het belangrijkste onderdeel van de christelijke eredienst.
„Je stapt zondagmorgen met je verkeerde been uit bed, het is laat geworden. Hoe richt je dan je ziel tot God? Dat kan heel goed door een lied of psalm met elkaar te zingen. Het mooie aan gemeentezang vind ik dat je met elkáár iets beleeft. Net als het zingen in een koor. Het gevoel dat je een soort geloofsbelijdenis uitspreekt, is heel speciaal. Ik ervaar dan wel de meeste intimiteit. Maar ik denk ook dat muziek op zichzelf, zonder woorden, je dichter bij God kan brengen. Kijk maar naar David, die op zijn harp speelde voor Saul. Daardoor kwam hij tot rust. Dat vind ik een geweldig verhaal. Het is blijkbaar iets van alle tijden.”
8. Ik luister graag naar muziek van collega-musici.
„Ja, dat vind ik vaak heel inspirerend. Jazzpianisten, maar ook klassieke musici. Ik hoorde pas iemand zeggen: ik luister eigenlijk niet naar andere muzikanten, want dan ben ik bang dat ik mijn eigenheid kwijtraak. Dan denk ik: wat een nonsens. Wel ben ik een beetje jaloers aangelegd, dat maakt het dan wat lastiger om te luisteren. Ik probeer dat om te zetten in een positief gevoel om geïnspireerd te raken.”
9. Het coachen van leerlingen en bands geeft mij energie.
„Het geeft energie om mensen het licht te laten zien. En vooral als je wat langer met hen meeloopt en een ontwikkeling ziet, is dat mooi. Ik heb de concerten nodig om me weer op te laden. Beide disciplines, lesgeven en concerteren, hebben een positief effect op elkaar. Waar ik tegen aanloop bij mijn leerlingen, is de kloof tussen het hoofd en het lijf. Vooral het lichaam is een ondergeschoven kindje. Je moet het ritme van de muziek voelen met je lichaam. Dat is steeds een terugkerend thema in het contact met mijn leerlingen. We lopen hiermee in het Westen, ook in de kerk, enorm achter. Ik loop weleens met leerlingen door de kamer om het ritme te voelen.”
10. Behalve voor muziek heb ik eigenlijk geen tijd meer voor andere hobby’s.
„Dat klopt wel een beetje. Pianospelen is mijn grote liefde en hobby waar ik nu mijn brood mee verdien. Daarmee wil ik mijn gezin onderhouden, maar dat is niet genoeg. Ik wil ook graag tijd, aandacht en liefde aan hen geven en van hen genieten. Daarnaast ben ik medeverantwoordelijk voor de muziek bij ons in de kerk. En samen met mijn vrouw leid ik een kring. Als er dan nog tijd over is, lees ik een boek, kijk een film of ga de natuur in.”
Levensloop Jan Willem van Delft
Jan Willem van Delft werd in 1979 geboren in Leiden. Hij doorliep de Havo voor Muziek en Dans in Rotterdam en studeerde piano aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. In 2004 startte hij zijn bedrijf J Way Music. Daarin komen zijn muzikale ambities samen: pianospelen, componeren en arrangeren, coachen en inspireren. Van Delft geniet van de samenwerking met andere musici, hetzij voor een cd, een concert, een tour, maar ook bij het maken van liedjes, arrangementen en composities. Hij werkt samen met de zangeres Janine Beens, de zangeres Sharon Kips, het koor Gospel Boulevard, de Convocation Bigband, de Oden van Salomo en zangeres Joke Buis.
Samen met Mark Dekkers en Jeroen Vrolijk vormt de musicus het Jan Willem van Delft Trio. Hun debuutalbum ”All that Hymns” kwam uit in 2009. Twee jaar later maakte hij zijn tweede cd ”In Zijn aanwezigheid”, een soloalbum. Verder werkte Van Delft mee aan ruim zeventig cd-producties. Behalve als uitvoerend musicus is hij actief als coach en inspirator. „Echte muzikaliteit vergt vakmanschap en dit breng ik graag over op enthousiastelingen die hun liefde voor muziek heel serieus nemen”, zegt Van Delft. „Voor talentvolle pianisten ben ik een persoonlijke coach en ook bands vragen mij voor trainingen.”
Van Delft is gehuwd en heeft twee kinderen.
In Staccato reageren muzikanten op tien stellingen. Volgende aflevering: zaterdag 14 april.