Geduld, trouw en nederigheid. Die zijn van belang in het contact met vluchtelingen en asielzoekers, stelt Simon van Dijk van stichting Gave.
Van Dijk (gefingeerde naam) werkt met Somaliërs. Hij sprak zaterdag op de landelijke trainingsdag van Gave in Utrecht over ”Bouw mee aan een thuis voor de vluchteling”.
De Gave-medewerker haalde een preek aan van Augustinus uit het jaar 413, toen vluchtelingen uit Europa hun toevlucht zochten in Noord-Afrika. „Erken de functie van de gastvrijheid: dat is de weg naar God”, zei Augustinus.
„Het is niet iets bijzonders als christenen gastvrij zijn”, aldus Van Dijk. „Gastvrijheid is onlosmakelijk aan het levend geloof verbonden.” Hij wees erop dat God gastvrijheid verleent aan Zijn volk. „Wij mensen zijn van God vervreemd door de zonde. Maar God heet zondaren welkom in Jezus Christus. Zo worden vijanden vrienden. Zo worden vreemdelingen gasten.”
Van Dijk stelde dat God dezelfde houding vraagt van Zijn kinderen. „Laat dát ons gebed zijn: „Heere, laten mijn gastvrijheid en openheid iets van Uw gastvrijheid wierspiegelen.””
Stiekem superieur
Contact met asielzoekers vraagt om geduld en trouw, aldus de Gave-medewerker. Vluchtelingen hebben volgens hem mensen nodig die niet even in hun leven voorbijkomen en dan weer gaan, maar die bereid zijn om „een weg met hen te lopen. Om geduldig met hen in de modder te staan.”
Hij vroeg aandacht voor een juiste houding in de ontmoeting met vluchtelingen. „Waarom zijn wij altijd de barmhartige Samaritaan, maar nooit degene die langs de kant van de weg ligt? Voelen we ons stiekem superieur? Een beetje meer mens dan de ander? Zijn we wel nederig? Wij liggen óók in de goot. Béiden hebben we de echte barmhartige Samaritaan, Jezus Christus, nodig.”
Van Dijk noemde het „kostbaar” om met een vluchteling te bidden. „Allebei in afhankelijkheid de handen opheffen naar God. Of als dat niet kan: voorbidder zijn.” Hoe doe je dat voor Ahmed die zijn been kwijtraakte bij een aanslag of voor Fatima wier moeder is vermoord? Van Dijk suggereerde te bidden om „een nieuw verstaan.” „Wilt U geven dat zij, en ik met hen, hier dwars doorheen nieuwe dingen mogen leren over U, over hunzelf, over de ander. Dingen die zij nooit hadden kunnen begrijpen als ze niet in deze crisis terecht waren gekomen. Nieuwe waarheden. Zo kan ons thuis ook een geestelijk thuis worden.””