Gewonde burgers verlaten Oost-Ghouta
Zieke en gewonde burgers hebben de Syrische rebellenenclave Oost-Ghouta verlaten. Een functionaris van de rebellengroep Jaish al-Islam zei dat de patiënten dinsdag konden vertrekken nadat een overeenkomst was bereikt over een medische evacuatie. Zij zouden op een VN-lijst staan met zo’n duizend mensen die dringend medische hulp nodig hebben.
Syrische staatsmedia berichten dat de eerste groep bestond uit ongeveer 35 mensen. Later volgden ook andere evacués. Zij worden overgebracht naar een opvanglocatie bij hoofdstad Damascus. Een getuige zei tegen persbureau Reuters dat tientallen mensen het gebied verlieten via de overgang al-Wafideen. Het ging onder anderen om vrouwen die jonge kinderen droegen en mannen op krukken.
Sinds het begin van een offensief half februari door het Syrische leger zijn al meer dan 1100 burgers om het leven gekomen. Het leger heeft meer dan de helft van het gebied in handen en de enclave gespleten. Ondertussen slapen gezinnen in de open lucht in de grootste stad van het gebied, Douma. Er is geen plek meer in schuilkelders.
De VN-veiligheidsraad heeft eerder een wapenstilstand van dertig dagen geëist. Damascus en Moskou stellen echter dat het staakt-het-vuren geen betrekking heeft op terreurorganisaties in Oost-Ghouta die de nabijgelegen hoofdstad bestoken met mortiergranaten.
Ook op een andere plaats bij Damascus zou een evacuatie op gang zijn gekomen. Rebellen in al-Qadam, dat ten zuiden van de hoofdstad ligt, zouden zijn vertrokken naar Idlib. Military Media, dat is gelieerd aan Hezbollah, berichtte dat zo’n driehonderd strijders van Ajnad al-Sham en hun gezinnen per bus het gebied verlieten.