Tekenen van hoop in straatarm Bangladesh
Bangladesh wordt voortdurend geteisterd door rampen, klimatologische en humanitaire. Christenen vormen slechts 0,8 procent van de bevolking van het islamitische land. Toch groeit de kerk en zijn christenen hoopvol gestemd over de mogelijkheid om te getuigen.
Bangladesh is het zevende dichtstbevolkte land ter wereld en met 166 miljoen inwoners qua bevolkingsomvang de derde moslimnatie, na Indonesië en Pakistan. Dat is te merken in de hoofdstad Dhaka, een stad met ruim 14,5 miljoen inwoners. Vijf keer per dag klinkt de oproep tot gebed, zelfs op het internationale vliegveld van Dhaka. Overdag lijken maar weinig moslims daar gehoor aan te geven. Velen verkopen hun waar op straat en kunnen niet zomaar hun handel stoppen. Op vrijdag ligt het openbare leven wel grotendeels plat. Dan zijn de moskeeën overvol.
Toch wil Bangladesh een seculiere staat zijn, geen moslimland. Christenen laten unaniem weten dat de grondwet vrijheid van godsdienst kent. Maar, voegen ze er direct aan toe, in de praktijk is de islam toch de staatsreligie. Dat blijkt onder meer uit de financiële steun aan Koranscholen, terwijl kerken zich amper kunnen bedruipen en soms grotendeels afhankelijk zijn van buitenlandse steun.
Vrijheid
Het feit dat de islam de staatsreligie is, neemt niet weg dat christenen alle vrijheid hebben om samen te komen tijdens hun officiële erediensten. Ze mogen zelfs traktaten verspreiden, zegt een voorganger. Als ze dat maar niet op een agressieve manier doen en ook wijselijk stoppen als ze merken dat in bepaalde buurten moslims hiervan niet gediend zijn.
Christenen vinden verder opmerkelijk veel gehoor als ze richting de overheid hun klachten over achterstelling aan de orde stellen. Dan blijkt dat de regering vooral beducht is voor radicale groepen van de islam, die ze tot nu toe goed in toom weet te houden. Al blijven er incidenten. Zoals donderdag, toen bekend werd dat een kerk in Dhaka beroofd werd door moslims.
Onder de armoedegrens
Van inwoners van Bangladesh leeft meer dan een kwart onder de armoedegrens. Kinderarbeid, kinderhandel, misbruik en seksuele uitbuiting komen veelvuldig voor. Het politieke systeem wordt regelmatig bedreigd door instabiliteit. De toenemende corruptie blijkt een hardnekkig probleem. Donderdag was het onrustig in het centrum van Dhaka, na een veroordeling van een voormalige premier tot vijf jaar cel. Ze zou de zaak van haar man financieel bevoordeeld hebben.
Het land kampt, als gevolg van de wereldwijde temperatuurstijging, met steeds meer overstromingen. Vorig jaar was een rampjaar: 6,9 miljoen mensen werden getroffen. Een derde van het land was overstroomd, waardoor de voedselvoorziening nu gevaar loopt. De overheid is, voor het eerst in zes jaar, gedwongen rijst te importeren. En dan de humanitaire crisis: zo’n 650.000 Rohingya-moslims zijn vanuit het overwegend boeddhistische Myanmar naar Bangladesh gevlucht en bevinden zich in overvolle vluchtelingenkampen. De bedoeling is hen binnen twee jaar te repatriëren. Paus Franciscus bezocht in december Dhaka en riep de internationale gemeenschap op maatregelen te nemen om de Rohingya te helpen.
Desondanks laten de Bengalen een onverwoestbare hoop zien. Ze zien de bereidheid van de overheid om de misstanden rond bijvoorbeeld kinderarbeid aan te pakken. Kinderen onder de 18 worden geacht onderwijs te volgen. Veel families zijn echter te arm om zich zonder de inkomsten van hun kinderen te kunnen bedruipen. De overheid gedoogt dit, in de hoop op betere tijden. Ook het misbruik van kinderen en de achterstelling van vrouwen wordt streng aangepakt.
Dat het economisch weer beter gaat, toont een eindeloze reeks kraampjes en winkeltjes waarlangs het verkeer in de hoofdstak Dhaka raast. Bangladesh vertoont tekenen van hoop. Al is het bij tijd en wijle een hoop die met zorg gemengd is.
Dit is het eerste artikel in een serie over de kerk in Bangladesh.
Bangladesh, een relatief jong land in opbouw
Bangladesh is een relatief jong land. Het ontstond pas in 1971, na een onafhankelijkheidsoorlog met Pakistan. De islam is onlosmakelijk met het Zuid-Aziatische land verbonden. Etnisch gezien zijn de inwoners van Bangladesh Bengalen, nauw verbonden met de bevolking van de Indische deelstaat West-Bengalen. Door de scheiding in 1947 van India in een overwegend hindoeïstisch en een islamitisch deel, is de islam de sociale identiteit geworden van het huidige Bangladesh.
Christenen vormen in het land een marginale groep, zowel in de steden als op het platteland. Ruim 89 procent van de bevolking is moslim, bijna 10 procent hindoe, 0,5 procent boeddhist en ongeveer 0,8 procent christen. Het christendom werd geïntroduceerd in de late zestiende en vroege zeventiende eeuw, via Portugese handelaren en rooms-katholieke zendelingen. De bekende Engelse baptistenzendeling William Carey arriveerde in 1793 in Serampore, in West-Bengalië. Hoewel de christenen de herinnering aan Carey levend houden, is er na 200 jaar nog geen sprake van een grote doorbraak van het christendom. De Bengalen behoren tot de meest onbereikte volken in de wereld, met een totaal van 230 miljoen mensen. De meerderheid leeft in Bangladesh en India, maar er zijn ook grote gemeenschappen in Engeland en Amerika.
Bangladesh kent een koloniaal trauma. Christenen worden er nog vaak geassocieerd met de Britse periode. Toen kreeg de kerk immers voet aan de grond in Bangladesh. Dat bepaalt de houding van moslims tegenover het christendom.
Verschillende Nederlandse organisaties zijn werkzaam in Bangladesh, vooral met hulpverlening en economische ondersteuning. Actief op het terrein van zending en evangelisatie zijn onder meer Trans World Radio en 3xM. De laatste organisatie verzorgt in meer dan tien landen christelijke televisie-uitzendingen. Via partner Joyodhoni Media Trust en in samenwerking met een platform van kerken in Bangladesh bereikt 3xM in het land miljoenen kijkers per jaar. Momenteel is een team van 3xM in Dhaka.