Mens & samenleving

Met een koffertje in de hand op straat gezet

Al 22 jaar is Johan van Dijk uit Capelle aan den IJssel actief als politievrijwilliger. De 50-jarige directeur van de Rehobothschool ondersteunt vrijwel iedere week zijn beroepscollega’s. „We vormen een back-up voor de noodhulp in het oostelijk deel van Rotterdam, Krimpen aan den IJssel en Capelle aan den IJssel. Een gebied dat qua samenstelling van de bevolking van alles omvat: flatwijken, achterstandsbuurten en heel rustige straten met beter gesitueerden.”

Ad Ermstrang
8 February 2018 18:56Gewijzigd op 16 November 2020 12:35
Politievrijwilliger Johan van Dijk uit Capelle aan den IJssel. beeld Johan van Dijk
Politievrijwilliger Johan van Dijk uit Capelle aan den IJssel. beeld Johan van Dijk

In 1994 solliciteerde hij op een paginagrote advertentie in een streekblad. De politie Rotterdam-Rijnmond zocht vrijwilligers. Hij had al tijdens zijn stage op de pabo kennisgemaakt met sterke arm in de Maasstad. „Ik heb een week lang meegelopen met personeel van het bureau Boezemsingel. Dat maakte diepe indruk op me. Door studie, loopbaan en gezin raakte dat weer op de achtergrond, totdat ik die oproep zag.” Van Dijk kiest meestal voor de vrijdagavond of -nacht, om op zaterdag en zondag bij zijn gezin te kunnen zijn. „Je hebt wel hun support nodig. Ik kan dit alleen dankzij mijn vrouw.”

Van Dijk wil graag dienstbaar zijn aan de samenleving en een steentje bijdragen aan de veiligheid. Gebeurtenissen waarbij de dood soms op het alleronverwachtst komt, raken hem diep. „Ik heb dit jaar twee reanimaties gehad. In één geval ging het om een man die op vakantie zou gaan, een uitgaansgelegenheid binnenstapte en daar bij een glas bier vertelde dat hij over enkele uren op het vliegtuig zou stappen. Toen kreeg hij een hartstilstand. Hij heeft het niet overleefd. Je hebt gedaan wat je kon, maar ziet de majesteit van de dood en beseft dat je het leven niet in de hand hebt. Heel aangrijpend.”

Veel impact had recent een ongeval op een jacht. „Er was brand uitgebroken en we troffen een man in het water die van top tot teen was verbrand. Hij was geheel gevoelloos geworden en goed bij kennis. De ambulancebroeders zeiden direct dat hij niet langer dan twee uur meer te leven had. Hij bleek kinderen te hebben. Dan komt het heel dichtbij. Het is belangrijk om over dat soort zaken later met de opvang en thuis, voorzover mogelijk, te praten. Mijn collega’s weten dat ik kerkelijk ben. Ik ben daar altijd heel open over geweest. Maar ook voor niet-kerkelijke collega’s zijn dergelijke gebeurtenissen heel ingrijpend. Soms biedt het een opening om wat dieper in te gaan op zaken rondom dood en eeuwigheid.”

Het is niet alleen maar narigheid. „We worden ook geroepen als echtelijke ruzies uit de hand lopen. Dan ben je vaak machteloos, maar toch. Zo kwamen we bij een vrouw die midden in de nacht door haar echtgenoot met een koffertje in de hand op straat was gezet. Ik heb uitvoerig met beiden gesproken. Ze mocht zowaar weer naar binnen. Veertien dagen later kwam ik hen in de stad tegen, hand in hand. Dat geeft een goed gevoel.”

Dit is deel 4 in een serie over politievrijwilligers.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer