Binnenland

Beladen verhalen achter politiepetten

Aan menig hoofddeksel in het Politiepettenmuseum in het Groningse Slochteren kleeft een bijzonder verhaal. En soms ook een afschrikwekkende geschiedenis.

18 January 2018 14:24Gewijzigd op 16 November 2020 12:26
Medewerkers Bert en Titia Hulshof in het politiepettenmuseum in Slochteren. Daar zijn zo’n 1850 hoofddeksels te zien.  beeld Reyer Boxem
Medewerkers Bert en Titia Hulshof in het politiepettenmuseum in Slochteren. Daar zijn zo’n 1850 hoofddeksels te zien.  beeld Reyer Boxem

Ze schrikt zich een hoedje. Ruw wordt een medewerkster van de Nederlandse ambassade in Azerbeidzjan in de nacht van 12 op 13 april 1999 in haar slaap gestoord. In haar hotelkamer in de Azerbeidzjaanse hoofdstad Bakoe is een kogel uit een kalasjnikov-geweer binnen gevlogen. Waarschijnlijk afgevuurd vanaf een nabijgelegen legerbasis en per abuis in de hotelkamer verzeild geraakt.

Als een politie-inspecteur later de geschrokken medewerkster informeert of hij nog wat voor haar kan betekenen, vraagt ze een politiepet. Want juist enkele maanden geleden kreeg ze van de Groningse politie-inspecteur Hilbrand Buurma het verzoek of ze een Azerbeidzjaanse politiepet kon regelen voor zijn Politiepettenmuseum. Zo leidt het bizarre kogelincident ertoe dat de collectie wordt uitgebreid, vertelt medebeheerder en politieman Martin Mennega in het museum in Slochteren.

Noord-Korea

Zo’n 1850 politiehoofddeksels uit alle hoeken van de wereld zijn te bewonderen in het museum, ruim 40 jaar geleden opgericht door politieman Buurma. Nagenoeg van elk land liggen inmiddels politiehoofddeksels in Slochteren uitgestald. Een enkel land ontbreekt nog, zoals Noord-Korea.

Politiepetten zijn er in soorten en maten. Een zwierige hoed van een Amerikaanse sheriff, een bontmuts van een Russische agent, een eenvoudig petje van een diender uit Tanzania.

Voor Nederlandse politiehoofddeksels is een aparte kamer ingeruimd. Bijzonder voorwerp uit de collectie is een uit rond 1900 daterende politiehelm van de gemeentepolitie Veendam. Mennega: „Toen de Duitse bezetter in de Tweede Wereldoorlog de politie overnam, moest een ambtenaar uit Veendam de oude politie-uniformen en -hoofddeksels vernietigen. Hij verstopte echter een politiehelm. Die kwam later in ons bezit.”

Aan menig politiepet kleeft een beladen verhaal. Mennega wijst naar een eenvoudig hoofddeksel. „Een politiepet uit Servië. Op foto’s is de Bosnisch-Servische oorlogsmisdadiger Mladic met een soortgelijke pet te zien.”

Hakenkruis

Op een andere politiepet prijkt een hakenkruis. „Gevoelig, ja”, beaamt Mennega. „Maar deze pet uit het Derde Rijk vormt een onderdeel van onze geschiedenis. We hebben ook petten uit de tijd van de Spaanse dictator Franco of de Argentijnse dictatuur. Als je petten uit foute regimes niet laat zien, dan is het einde toch zoek? Dan poets je een stuk van de geschiedenis weg.”

Nederlandse agenten dragen niet vaak een pet. Tast dat het gezag van de politie aan? Mennega: „Veel Nederlanders, en dus ook politiemensen, zijn nogal eigenwijs. Ze houden niet van gezagssymbolen. Ik denk dat een agent vooral door zijn eigen optreden gezag af moet dwingen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Privémusea

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer