„Kerkelijk archief vraagt zorgvuldig beheer”
Kerkelijke archieven verdienen een zorgvuldig beheer. Dat zegt archiefdeskundige Gert Bink, scheidend archivaris van de Nederlands Gereformeerde Kerken. Vroeger maakte hij zich druk om kerkelijke documenten die in dozen bewaard werden. Tegenwoordig is hij ook bezorgd over de omgang met digitale bestanden.
Bink (70) is de laatste vrijwillige landelijk archivaris van de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK). Zijn beoogd opvolger Arjan van ’t Riet krijgt een dienstverband voor een dag per week. Bink: „Dat is een stap richting verdere professionalisering van ons kerkelijk archiefbeheer.”
Gert Bink werkte 48 jaar in de archievenwereld. Na zijn pensionering in 2012 kon hij zich volledig richten op het landelijk archief van de NGK, waarbij hij al twintig jaar betrokken was vanuit de archiefcommissie van de NGK.
Het werk als landelijk archivaris bracht met zich mee dat Bink heel wat keren vanuit zijn woonplaats Nieuwerkerk aan den IJssel naar Kampen moest reizen. De NGK besloten in 2010 hun archieven in die plaats onder te brengen bij het Archief- en Documentatiecentrum (ADC) van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. „In 2013 kreeg het ADC een archiefbewaarplaats die drie keer zo groot is als de oorspronkelijke. Toen kond na een selectie van materialen die het bewaren waard waren, het archief daarnaar worden overgebracht.”
Het archief van de NGK bevat niet alleen documenten over de kerkscheuring in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt in 1967, waaruit de NGK ontstonden, maar ook oudere archiefbescheiden. Een deel van de archieven van plaatselijke kerken is de afgelopen tijd ondergebracht bij regionale archieven. „Het archief van de Ngk Breukelen bijvoorbeeld gaat terug tot 1868. Voor historisch onderzoek is het beter dat zo’n archief beschikbaar is in de omgeving van die kerk.” Wat rest in Kampen zijn onder meer vergaderstukken van landelijke en regionale kerkvergaderingen. Ook zijn er archieven te vinden van predikanten, van opgeheven plaatselijke kerken en van gemeenten die zelf niet over een goede bewaarplaats beschikken.
Zaterdag in Nunspeet, bij het afscheid van Bink, bespreekt de landelijke vergadering van de NGK ook een notitie over het archiveren van digitale bestanden. „Heel belangrijk”, vindt Bink. Tot voor kort was hij vooral betrokken bij fysieke documenten. „Ik vraag me weleens af of kerkelijke organisaties zorgvuldig omgaan met digitale bestanden. Zijn die ook in de toekomst nog goed toegankelijk?” Een aandachtspunt noemt hij bijvoorbeeld het opslaan van data via clouddiensten. „Welke zeggenschap behouden kerkelijke organisaties en scriba’s over de eigen archiefbestanden?” In het voorstel aan de NGK-vergadering schetst de archiefcommissie opties hoe daarmee om te gaan.
Bink maakt er als archivaris geen geheim van waarnaar zijn voorkeur uitgaat. „Er is een optie om de data onder te brengen bij het Historisch Centrum Overijssel. Computerbestanden worden daar bewaard op een manier die voldoet aan alle eisen op het gebied van archiefbeheer. Ik raad kerkelijke organisaties om die mogelijkheid te benutten.”