„Vroeger was een kinderwagen een statussymbool”
Het begon met een ouderwetse kinderwagen, maar daar bleef het niet bij; inmiddels heeft Gerrie van Pijkeren (63) een hele verzameling opgebouwd van oude kinderwagens en babyspullen van vroeger. „Ik kan er uren met anderen over praten.”
Wie de entreetrap van museum ’t Jonkertje in Kampen oploopt, verwacht niet dat er achter de glazen toegangsdeur zo’n grote ruimte schuilgaat. De kinderwagens staan in rijen langs de muur en tussendoor zijn vitrines opgesteld met onder andere babykleren, celluloid rammelaars, poppen en boekjes voor moeders uit de jaren vijftig. Blikvanger aan de muur: een grote poster van Zwitsal met de tekst “Moeders, waakt over het welzijn van uw kind”. Van Pijkeren: „Die hing vroeger in een consultatiebureau.”
Ze wijst naar een rekje met oude Zwitsalproducten. Achter de zalfjes en babyshampoo is een vijzel van koper zichtbaar met het Zwitsallogo. „Die kreeg je cadeau als je een bepaalde hoeveelheid producten had gekocht.” Naast het rekje staat een vitrine met babykleertjes, waaronder een mof en een jasje van hermelijn. Van Pijkeren zegt trots: „Die kleertjes komen van het Belgisch koningshuis, ze zijn nog door de halfzusjes van koning Albert gedragen.”
Kleine wagens
Haar verzameling begon oorspronkelijk met oude kinderwagens. Hoewel de hoeveelheid spullen anders doet vermoeden, verzamelt Van Pijkeren pas sinds 2010 actief. „Daarvoor hadden we een eigen bedrijf, toen was er geen tijd.” De belangstelling voor de kinderwagens dateert uit haar jeugd. „Mijn ouders kregen een nakomertje toen ik negentien was. Ik vond alles wat met kleine kinderen en hun verzorging te maken heeft toen al interessant.”
De oudste kinderwagen uit haar collectie dateert uit 1880. De wagen, met een kap van zwart nepleer, is opvallend klein en doet bijna denken aan een poppenwagen. „Ze waren vroeger allemaal zo klein. Waarom weet ik niet, misschien omdat de mensen een stuk kleiner waren.”
Kinderwagens bestaan nog niet eens zo lang. Vroeger werden baby’s voornamelijk meegenomen in een draagdoek, pas vanaf ongeveer 1855 worden wagens populairder. „Ze passen bij de veranderende opvatting dat de afstand tussen ouders en kind groter moest zijn.” In het begin zijn de standaardkleuren zwart en bruin, maar daarna worden de kinderwagens langzaam maar zeker groter en kleurrijker. „Mensen gingen ze als statussymbool zien, vooral in Engeland. De nanny’s liepen daar achter de wagen en iedereen deed zijn best om het mooiste exemplaar te hebben.” Van Pijkeren wijst naar een wagen met donkerblauwe kap en een opdruk met Franse lelies. „Kijk, dit is zo’n typisch Engelse wagen. Het is een Wilson, een van de favorieten uit mijn collectie.”
Uren bezig
Ze ontvangt jaarlijks heel wat belangstellenden op afspraak, voornamelijk vrouwen. „We beginnen met koffie in huis en dan lopen we door naar het museum. Als we eenmaal aan de praat raken over vroeger verliezen we vaak de tijd uit het oog. Soms zijn we hier uren bezig.”