Een zelfrijdend karretje dat eieren raapt
Al tien jaar werkt Bastiaan Vroegindeweij (31) uit Ochten aan de ontwikkeling van een eierraaprobot. Hij is wetenschapper, innovator én ondernemer. „Snelheid is geboden, want de concurrentie is in aantocht.”
Naast zijn laptop ligt een oude Nokia. En dat in de hightechomgeving van de universiteit in Wageningen. „Deze gaat niet kapot, vandaar.”
Het begon met een wedstrijd tijdens zijn studie agrotechnologie. „We moesten met een zelf ontwikkelde machine ‘onkruid’ bestrijden tussen maisplanten. Het onkruid was voor ons neergelegd in de vorm van gele golfballen. Daarvoor bouwde ons team een raapwagen.”
Toen kwam bij de zoon van een pluimveehouder de gedachte op om hiermee ook eieren te laten rapen. „De scharrelstallen hebben de kippen een stuk meer welzijn gebracht, maar de boer zelf is vergeten. Die kon voorheen de eieren op stahoogte pakken, maar moet nu vaak door de stallen dwalen en bukken om emmers vol her en der verspreid liggende eieren te rapen; zeker als de kippen nog niet aan hun nest gewend zijn. Wanneer ze blijven liggen, leggen andere kippen er weer hun eieren bij. Als het strooiselpakket aangroeit, neemt het probleem eveneens toe.”
Vroegindeweij wist dat de boer of zijn personeel geen keus heeft. Soms moeten er op onaangename tijden wel drie tot vier rondjes door de stallen worden gemaakt. Tijdrovend, duur en slecht voor de rug.
Het liet hem niet meer los. Tijdens zijn afstudeeropdracht ontwikkelde hij een routeplanner voor een raaprobot, de PoultryBot. Hij kreeg de kans om er zijn promotieonderzoek aan te wijden en zette een machine in elkaar die met behulp van een draaiende spiraal ook de eieren opraapt. „In 2015 was er een leuk concept, maar waren er nog te veel onvolkomenheden. Zo moesten de accu’s om de twee uur worden opgeladen.”
Hij besloot door te gaan en leeft sindsdien grotendeels van zijn spaargeld en de inkomsten van zijn vrouw. „Ik ben met Livestock Robotics onverwacht ondernemer geworden. Het heeft mijn blik enorm verbreed, maar het kost ook veel tijd.”
De jonge ingenieur is nu bezig met een tweede prototype, waarbij het rapen even op de tweede plaats is gekomen. „Het moet eerst zonder enige problemen stabiel in de stal kunnen rondrijden, van maandagochtend vroeg tot vrijdagavond laat.”
Ondertussen zoekt hij naarstig naar investeerders. „Eigenlijk moet de robot binnen twee jaar op de markt komen. Voor de ontwikkeling is in eerste aanleg ongeveer 7 ton nodig. Daarnaast ben ik bezig om boeren bereid te vinden de eerste machines af te nemen.” De raapmachines zouden ongeveer 30.000 euro per stuk moeten kosten. „Ze besparen alleen aan werk al voor 10 mille per jaar.”
De robot kan op termijn meer doen dan alleen boer of personeelslid ontlasten. „Als je heel goed verder ontwikkelt, heb je een apparaat dat de kippen in de gaten houdt en gegevens over hun gedrag verzamelt. Daarbij dient dan goed rekening te worden gehouden met de omgeving waarin de robot zijn werk doet.
Of je dan de boer nog nodig hebt? Misschien gaan we toe naar bedrijven die autonoom draaien. Willen we dat? Het is nog ver weg. Voorlopig hebben we niet anders dan een klein, zelfrijdende karretje dat eieren raapt. Het is bepaald niet eenvoudig om machines te maken die rekening houden met de ingewikkelde werkelijkheid. Kijk naar Google, hoe lang zijn ze daar al niet bezig met een zelfrijdende auto?”