Eigenaar Joods restaurant strijdbaar
De Palestijn die recent de ruiten van een Israëlisch restaurant in Amsterdam insloeg, staat morgen voor de rechter. De schrik zit er bij de eigenaar nog goed in. Toch laat hij zich niet intimideren. „Ik ben voor niemand bang.”
De videobeelden op internet spreken boekdelen. Een man, gewapend met een knuppel, slaat er in de eerste week van december op los in Amsterdam. De ruiten van het koosjere restaurant HaCarmel aan de Amstelveenseweg moeten het ontgelden, terwijl de dader „Allahoe akbar” (Allah is groot) roept. Uit politieverhoren blijkt dat de 29-jarige man geboren is in een Palestijns vluchtelingenkamp in Syrië. Advocaat Willem van Vliet bevestigt dat zijn cliënt gevechtservaring heeft in een Palestijnse verzetsgroep in de strijd tegen terreurlegers van IS en al-Nusra. Hij zou volgens zijn advocaat alleen geweld gebruiken tegen terroristen en uit zelfverdediging. Bij de actie in Amsterdam is geen sprake van terrorisme, vindt Van Vliet.
Angstig
Mede-eigenaar Daniël Baron noemt de gebeurtenissen rond zijn restaurant heftig. Angstig ook. „Het is enorm schrikken. Het is wel mijn restaurant. Het voelt alsof die man voor mij komt.” Toch laat hij zich „absoluut niet” van de wijs brengen door de actie van de Palestijn. „Wij laten ons niet intimideren.”
Het geweld van de Palestijn tegen het Joodse restaurant zou verband houden met de aankondiging van president Trump om de Amerikaanse ambassade vanuit Tel Aviv te verplaatsen naar Jeruzalem. „Als die man wat tegen Trump of Netanyahu heeft, moet hij hun ruiten vernielen.”
Volgens Baron is de actie van de Palestijn politiek gekleurd. „De man vernielt, met voorbedachten rade, de ramen van een Israëlisch restaurant. Hij kwam niet bij ons om lekker te eten. Hij heeft ook geen bushalte of een Grieks restaurant vernield.” De restauranthouder zegt in zeventien jaar tijd nog nooit zoiets te hebben meegemaakt. Passanten spugen weleens naar de eetgelegenheid. Of steken hun middelvinger op.
Woensdag moet de verdachte zich in Amsterdam verantwoorden voor de meervoudige rechtbank met drie rechters. Het OM klaagt in de tenlastelegging de Palestijn aan voor vernieling en diefstal van de vlag. Tot ongenoegen van horecaondernemer Baron en zijn raadsman, mr. Herman Loonstein. „Meneer komt hier wel heel gemakkelijk mee weg”, zegt Baron.
Poging tot brandstichting, inbraak en een terroristisch motief liggen volgens hen meer voor de hand. Baron en Loonstein zijn „teleurgesteld” in het OM, dat in hun ogen een veel te lage straf gaat eisen. „Het OM moet harder optreden tegen dit soort uitwassen. Niet alleen nu bij een Joods restaurant, ook bij een moskee. De man heeft ruiten ingegooid en wilde een vlag in brand steken, terwijl hij Allahoe akbar riep. Dat duidt op een terroristisch motief.”
Volgens Baron geeft Nederland een verkeerd signaal door verdachten zo te behandelen. „Hij mag hier niet zo gemakkelijk van afkomen. Door rood licht rijden wordt zwaarder bestraft dan dit. De daders die eind 2016 in Enschede een molotovcocktail naar een moskee gooiden, kregen vier jaar cel.”
De verdachte van het geweld tegen het koosjere restaurant in Amsterdam loopt twee dagen na zijn daad weer vrij op straat. Met een gebiedsverbod en de opdracht om contact te houden met de reclassering. „Iemand die met een Israëlische vlag op een verantwoorde afstand van een Palestijnse demonstratie staat, zit zes dagen vast.” Baron noemt het „heel gek” dat het OM de verdachte alleen vernieling ten laste legt. „Dat voelt krom en onrechtvaardig. Als ik een Grieks restaurant belaag, krijg ik waarschijnlijk een veel zwaardere straf.”
Vertrouwelijk
Advocaat Loonstein heeft donderdag in een persverklaring laten weten dat de Palestijn tijdens een politieverhoor heeft gezegd bereid te zijn meer geweld te willen toepassen. Bovendien zou hij geweld hebben verheerlijkt. De persverklaring levert de advocaat een klacht op van het OM, omdat Loonstein vertrouwelijke informatie uit het strafdossier naar buiten heeft gebracht.
Baron noemt de openbaarmaking van deze informatie noodzakelijk. „Ik ben erg geschrokken van wat ik over de verdachte heb gelezen. De Palestijn houdt er een beangstigende manier van denken op na. Vol haat. Daarom wil ik alle middelen gebruiken om hem vast te zetten. Ik vergeef het mezelf nooit als zoiets nog een keer gebeurt en er slachtoffers vallen. Dan zou ik niet meer lekker slapen.”
De verdachte blijkt in de buurt van het restaurant te wonen. „Er hoeft maar iets te gebeuren of hij staat weer bij ons op de stoep. Ook al is het om een besluit aan de andere kant van de wereld.”
De restauranthouder ondervindt veel meeleven. Uit het hele land. „Honderden kaarten en meer dan veertig bossen bloemen.”