Ostia laat zien wat Rome te wachten staat als de maffia invloed krijgt
De maffia is neergestreken vlak bij Rome. Al veel langer domineert de georganiseerde misdaad in een stad niet ver van de Italiaanse hoofdstad, Ostia. Zondag kiest de bevolking er een nieuwe gemeenteraad. Maar of dat veel zal veranderen?
Verontwaardigd wijst hij voor zich uit, de 75-jarige Paolo, bouwvakker in ruste uit Ostia. „Kijk hier, de betonrot zit over de hele lengte van het balkon. Deze week regende het en al snel hadden we een lekkage in huis. Naast mijn bed staan twee emmers om het water op te vangen. Dat kan toch niet!”
Paolo zegt een pensioen van 300 euro per maand te hebben. Hij woont vlak bij sportschool Femus. De eigenaar, Roberto Spada, werd vorige week gearresteerd nadat hij een journalist een gebroken neus had geslagen. Hij was de broer van een lokale maffiabaas. De winkeliers in de buurt sloten uit protest tegen de arrestatie hun deuren. „Ik ken Spada nauwelijks”, zegt Paolo, „Iedereen houdt zich hier met zijn eigen zaken bezig. Wij moeten hier toch doorleven.” Eigen zaken eerst dus. Dat klinkt verdacht naar omertà, de zwijgplicht in maffiose omgevingen.
In de beeldvorming staat sinds kort Ostia gelijk aan maffia. Mogelijk vielen de schellen van de ogen bij velen, maar Alfonso Sabella (55) weet allang dat de maffia aan de poorten van Rome staat. „Ostia doet niet onder voor Corleone op Sicilië”, zegt deze Siciliaanse rechter, die heeft geprobeerd orde op zaken te stellen. De vorige burgemeester van Rome had hem speciale bevoegdheden gegeven om de ”legaliteit” terug te brengen. Maar toen de burgemeester moest opstappen was het ook voor Sabella over en uit. „Dat sinds 1992 officieel wordt erkend dat de maffia op Sicilië bestaat, wil niet zeggen dat die daarvóór niet aanwezig was. Als kleine jongen in Sicilië wist ik heel goed dat de maffia in onze buurt actief was. Zo is het ook met Ostia.” Sabella is nu rechter in Napels.
In Bar Music, om de hoek bij Spada’s sportschool, reageert de café-eigenaar afwerend. „Hier bestaat helemaal geen maffia.” Hij rekent een cappuccino en een broodje af zonder op de kassa aan te slaan. Maar een paar straten verderop weet buurtbewoner Stefano wel beter. „Ik woon hier al veertig jaar, en hier regeert de maffia.” Zijn vriendin maant hem zijn woorden voorzichtiger te kiezen. „Ik ben niet bang”, verklaart hij. Stefano is treinmachinist op het spoor tussen Rome en Ostia.
Ostia ligt aan zee en op 30 kilometer van de Italiaanse hoofdstad. Ondanks die afstand is Ostia onderdeel van een deelgemeente van Rome. Er wonen 85.000 mensen. In de zomer verblijft er overdag mogelijk het drievoudige aan mensen. De economie is er gebaseerd op het strandtoerisme. En die economie is in handen van de georganiseerde misdaad, die ook grip heeft op het lokale bestuur – typerend voor de maffia. Ruim twee jaar geleden werd het deelgemeentebestuur afgezet wegens „infiltratie van de maffia”, zoals dat justitieel heet. Er werd tijdelijk een waarnemend commissaris aangesteld. Sabella was toen al gestart met zijn mandaat. Hij was voortvarend van start gegaan. Zo sloot hij illegale activiteiten die al jarenlang oogluikend waren toegestaan. „Ostia mag dan aan zee liggen”, zegt Sabella, „maar over de lengte van 8 kilometer is er geen vrije toegang tot het strand. Er staan muren waarachter strandpaviljoens hun dienstverlening tegen een hoge prijs aanbieden.”
Sabella sloeg bressen in de ‘muur’. Hij ontsloeg op zijn kantoor stafmedewerkers en zette zijn eigen mensen neer. De gevolgen waren direct merkbaar. Zo werd er brand gesticht in Sabella’s kantoor en drie van zijn naaste medewerksters werden bedreigd. Bij een van hen werden de autoruiten ingeslagen, een andere ontsnapte maar net aan een verkrachting.
Ostia is mogelijk geen Calabrië, waar ’s werelds machtigste maffiaorganisatie huist (‘Ndrangheta geheten), is ook niet te vergelijken met Sicilië (Cosa Nostra) of Napels (Camorra), maar de stad heeft wel alle kenmerken van een door de maffia gedomineerde plaats, zoals economische en politieke controle over een territorium. „Ostia heeft een belangrijke criminele positie kunnen opbouwen, omdat het dicht bij Rome ligt, maar ver genoeg om niet op te vallen”, zegt Sabella. Daarbij bieden de zee en de internationale luchthaven, die grenst aan Ostia, een goede positie voor illegale activiteiten. Niet geheel Ostia is aangetast, haast Giovanni Falbo (73) zich te zeggen. Hij leidt als pastoor sinds veertig jaar de grootste parochie in Ostia. „Er zijn veel vrijwilligers die de gaarkeuken bemensen en die omkijken naar daklozen.” Ostia is arm en ook de sociale en culturele armoede zijn groot. Falbo erkent dat de maffia bestaat.
De toekomst is zo donker als de novemberlucht boven de strandboulevard van Ostia. Na de bulldozertactiek van Sabella is veel weer naar het oude teruggekeerd. Zo zijn de vrije doorgangen naar zee weer dicht. Zondag kiest de bevolking een nieuw bestuur van de deelgemeente. De strijd gaat tussen een rechtse kandidaat en een afgevaardigde van de populistische Vijf Sterren Beweging. Beide partijen hebben in de prak- tijk weinig op met legaliteit. Zo bestreden gemeenteraadsleden van de Vijf Sterren Beweging het beheer van een rooms-katholieke organisatie over een op de maffia geconfisqueerd strandpaviljoen. „De toegang tot het strand was gratis en alle ontvangsten werden op de kassa aangeslagen”, zegt Sabella. Toch werd het initiatief de nek omgedraaid. „In Ostia”, zegt Stefano, „zal nooit iets veranderen.”