Dr. J. W. Maris wil zich niet neerleggen bij verscheurde kerk
Kerkelijke verdeeldheid is iets om met gebogen hoofd bij stil te staan, vindt emeritus hoogleraar dr. J. W. Maris. En zeker niet iets om je bij neer te leggen – zelfs al kost dat je kerkverband. Prof. Maris staat vrijdag vijftig jaar in het ambt.
Enigszins aarzelend stemt de christelijke gereformeerde predikant in met een interview. Als het maar niet over zijn kwaliteiten of liefhebberijen hoeft te gaan. En –met een lachje– als hij maar een paar dagen de tijd krijgt om van zijn jetlag te herstellen. De oud-hoogleraar is net terug uit Zuid-Korea. De theologische opleidingen en studenten daar liggen hem na aan het hart. Hetzelfde geldt voor de gereformeerde theologiebeoefening in Duitsland. Maar vooral gaat zijn hart sneller kloppen als hij spreekt over de door hem vurig verlangde kerkelijke eenheid van Christusbelijders in Nederland.
Heeft u in de achterliggende jaren gebruikgemaakt van uw recht om de generale synode advies te geven?
„Ik ben bij verschillende zittingen aanwezig geweest om mee te denken en soms ook mijn mond open te doen. Dat kun je als preadviseur niet onbeperkt doen. We hebben net de hele geschiedenis met de GTU gehad. Daar heb ik ook wel wat van gevonden.”
U spreekt in de verleden tijd.
„Ik vind er nog steeds iets van, maar de deur is nu dicht. Ik heb veel begrip voor mensen die met de nodige argwaan naar ontwikkelingen in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt kijken, ontwikkelingen die in het besluit over vrouwelijke ambtsdragers aan de dag komen. Met hun kritische gedachten stem ik in. Maar tegelijk schudden sommigen op een wat al te gemakkelijke manier een probleem van zich af. Bij sommigen was er pijn. Anderen leken tevreden, of blij, met een tegenstem. Zo ga je niet om met de kerk en met de eenheid.”
U betreurt het CGK-besluit om niet te participeren in de GTU?
„Ja, maar met gemengde gevoelens. Ik respecteer het besluit. Ik vind het óók heel jammer dat het GKV-besluit over de vrouw in het ambt –dat onderhuids toch een grote rol speelde in de gedachtevorming– zo onkatholiek genomen is. De vrijgemaakten hebben te weinig rekening gehouden met de uitgebreide afwegingen van de christelijk gereformeerden over dit onderwerp, enkele jaren geleden. Het is een heel verdrietige geschiedenis. Christus heeft maar één lichaam. Het is terecht dat we ons daarvoor inspannen. We moeten de verdeeldheid in verband brengen met onze zonden en onze neiging om de kerk tot iets van ons te maken.”
Over het belang van eenheid zei u eerder: „Men gaat eraan voorbij dat een kerk breder kan zijn dan wat jij acceptabel vindt.”
„Ik vind het treurig dat verdeeldheid niet als zonde erkend wordt. Waarmee ik niet wil zeggen dat het gemakkelijk is. Het is wel iets om met gebogen hoofd bij stil te staan. Het Koninkrijk van God houdt niet op bij de grenzen van ons eigen kerkverband. Daarom steek ik ook zo graag de Nederlandse grens over.”
Wat is voor u in het streven naar eenheid onopgeefbaar?
„De kerk vindt haar grondslag in de belijdenis van Wie Christus is. In plaats daarvan kom je in de kerk vaak een sentimenteel gevoel over onze kerk tegen. Dan gaat het om de kerk van bepaalde voormannen, of over het gevoel bij een theologische universiteit. De romantiek gaat boven de belijdenis. Alsof je verbonden bent met een instituut en de historie daarvan, in plaats van met Jezus Christus, de Enige Die ons met God verzoent. Ik ben best bezorgd over de houding ten opzichte van de kerk.”
Hoe ziet u de toekomst van uw eigen kerkverband?
„Ik zou het niet erg vinden als de Christelijke Gereformeerde Kerken over enkele decennia niet meer bestaan. Als tenminste datgene waar het in de CGK steeds om gegaan is, er nog maar is. De prediking van zonde en genade, de noodzaak van bekering en het persoonlijk kennen van de Heere, een ruim en krachtig aanbod van genade.”
U ruilde van kansel met enerzijds hersteld hervormden en hervormd-gereformeerden en anderzijds Nederlands gereformeerden en vrijgemaakt gereformeerden. Met wie voelt u zich het meest verwant?
„Ik vind het een vreugde als ik merk dat Christusprediking landt. Dat gebeurt overal. Vele jaren ben ik betrokken geweest bij gesprekken tussen de CGK en het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond. Vrijwel altijd was er naadloze herkenning in het gesprek over geloof en prediking. Tegelijk, als het dan ging over de kerk, kon er een verwijdering ontstaan die moeilijk te overbruggen viel. De verbondenheid aan de vaderlandse kerk bleek zo onvoorwaardelijk dat de belijdenis ten opzichte van het kerk-zijn nauwelijks als kritische distantie functioneerde. Ik weet wel dat er geworsteld is met bijvoorbeeld de uitlatingen van ds. Klaas Hendrikse, maar mag het –vanuit de verbondenheid met de belijdenis– nog ietsje steviger zijn?”
Bonders zullen misschien zeggen: De CGK kunnen ook best iets van ons leren, als het gaat om het staan in een gebroken kerk.
„O zeker. Er is helaas genoeg wat pijn doet en wat fout gaat, zoals onverschilligheid tegenover mensen met een andere kleur of een ander taalkleed. Ik ben daar niet gerust op. Ik verlang niet te prikken, wél om samen bij de grondslagen uit te komen.”
Johannes Willem Maris
Johannes Willem Maris (1941, Oud-Beijerland) studeerde theologie in Apeldoorn en aan de VU. In 1967 deed hij intrede in de cgk in Vlissingen. Daarna diende hij Hilversum-Centrum (1975). In 1993 volgde hij prof. dr. J. van Genderen op als hoogleraar dogmatische vakken aan de TUA. Prof. Maris was hoofdredacteur van De Wekker, deputaat zending en voorzitter van deputaten eenheid. In 2008 nam hij afscheid van de universiteit. Hij is adviserend lid van de raad voor het gereformeerd belijden van de PKN en bestuursvoorzitter van de gereformeerde theologieopleiding RTS in Heidelberg.
Lees ook in Digibron:
‘Charis’ voor Maris met koninklijk tintje : Afscheid prof. Maris (De Wekker, 01-02-2008)
Prof. Maris neemt afscheid van TUA (Reformatorisch Dagblad, 26-01-2008)
Kerk is moeder met een missie : Gerichtheid naar binnen en naar buiten geen tegenstelling - samenvatting afscheidscollege (Reformatorisch Dagblad, 25-01-2008)
Prof. dr. Maris ridder in de Orde van Oranje-Nassau (Reformatorisch Dagblad, 25-01-2008)
De man van: “De kerk is niet van ons” - Hoogleraar dogmatiek en strijder voor kerkelijke eenheid gaat met emeritaat (De Wekker, 21-12-2007)
Wij spraken met.... prof. dr. J.W. Maris, hoogleraar aan de Theologische Universiteit van de Christelijke Gereformeerde kerken te Apeldoorn (De Wekker, 29-08-1997)
Spiritualiteit ligt niet in innerlijk, maar in geloof : Prof. Maris inaugureert in Apeldoorn (Reformatorisch Dagblad, 02-09-1993)
Afscheid dr. J. W. Maris van Hilversum-Centrum (De Wekker, 16-07-1993)
Dr. J. Maris zegt “ja” op benoeming leerstoel dogmatiek (Reformatorisch Dagblad, 02-10-1992)
Zwarte Doppers treden wellicht ook uit GOR : Synode benoemt dr. Maris tot hoogleraar (Refomatorisch Dagblad, 01-10-1992)
Bevestiging en intrede ds. J. W. Maris te Hilversum-C (De Wekker, 31-10-1975)
Afscheid ds. J. W. Maris van Vlissingen (De Wekker, 10-10-1975)
Bevestiging en intrede cand. J. W. Maris te Vlissingen (De Wekker, 24-11-1967)