Kerk & religie

Brieven van Erasmus: Waarom het misging tussen de humanist en Luther

De Nederlandse humanist Desiderius Erasmus schreef vier brieven aan Maarten Luther. Beide mannen waren vóór de hervorming van de kerk, maar de toon van hun briefwisseling werd steeds feller.

15 November 2017 14:48Gewijzigd op 28 February 2023 15:48
beeld RD
beeld RD

Alle brieven van Erasmus aan Luther die bewaard zijn gebleven, staan in het onlangs verschenen zevende en laatste deel van Erasmus’ ”Verzameld werk” (uitg. Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam). In de bundel zijn 122 brieven van deze Nederlandse christenhumanist opgenomen, geschreven tussen 1484 en 1536. Erasmus richtte ze aan gewone mensen, maar ook aan koningen, bisschoppen en geleerden.

Psalmcommentaar

De eerste brief van Erasmus aan Luther verscheen in 1519, bijna twee jaar nadat de Duitse monnik zijn 95 stellingen tegen de aflaathandel publiceerde. Erasmus had die stellingen aanvankelijk zonder enig commentaar toegevoegd aan een brief aan zijn vriend Thomas More. Erasmus hield zich nogal op de vlakte over de kerkhervormer uit Wittenberg, hoewel hij het in een aantal opzichten met hem eens was. Ook hij keerde zich tegen de aflatenverkoop, het verplichte celibaat voor priesters en allerlei strikte kerkelijke regels. „Ik heb gebladerd in uw psalmcommentaar”, vertrouwde hij Luther toe. „Dat trekt me bijzonder aan en het zal hopelijk heel nuttig zijn.”

Maar verder wil Erasmus niet te veel met Luther in verband worden gebracht. De onrust die door het optreden van Luther was ontstaan, wees hij sterk af. „Ik blijf zo mogelijk neutraal, want dan kan ik beter bijdragen aan de opbloei van de ware geleerdheid. En ik denk dat burgerlijk fatsoen nuttiger is dan felheid. Zo heeft Christus de wereld onder Zijn heerschappij gebracht.”

Erasmus’ tweede brief aan Luther, uit 1520, heeft dezelfde toon. Luther en hij hebben iets gemeen, maar voorzichtigheid is geboden. „Beste Luther, ik ben niet geschikt om u raad te geven. Maar als u alle filosofie volkomen afwijst, zult u te maken krijgen met niet alleen alle universiteiten maar ook met alle antieke schrijvers, en zelfs met die Augustinus van u, bij wie u graag aansluit. En als u al terecht de filosofie volkomen zou verwerpen, dan nog zou het onverstandig zijn zo veel tegelijk aan te pakken. Haar voor haar, zo scheur je het best de staart van het paard.”

Een breuk tussen Luther en de kerk bleek echter onvermijdelijk. De paus deed de Duitse monnik in 1521 in de ban. Erasmus wilde juist in de kerk van Rome blijven om die van binnenuit te hervormen.

In de loop der jaren kwamen de leerstellige verschillen tussen Erasmus en Luther steeds meer aan het licht. Ze bleken over een groot aantal zaken anders te denken, zoals over de vrije wil, zonden en sacramenten. De toon van de briefwisseling werd onaangenamer. Luther verweet Erasmus gebrek aan moed en verstand, al bewonderde hij diens geleerdheid en werk voor het Evangelie. Erasmus antwoordde in 1524 dat hij bad dat Christus Luthers werk zou zegenen, mits dat oprecht was. „Maar ik zal mij nooit verlagen om het evangelie bloot te stellen aan menselijke emoties.”

Datzelfde jaar schreef Erasmus een boek tégen Luther: ”De vrije wil”. Luther sloeg terug met ”De geknechte wil”, waarin hij niet alleen dogmatische geschillen besprak, maar Erasmus ook kwetste door hem te verwijten niet in God te geloven.

Zoethoudertje

In de laatste bewaard gebleven brief van Erasmus aan Luther, uit 1526, schreef de humanist: „Ik ben geen klein kind dat zoetgehouden wordt met een paar speeltjes en gesust met een kusje als het eerst de ene doodsteek na de andere heeft gekregen. (...) Als ik niet dacht als een christen over God en de Heilige Schrift, zou ik geen dag langer willen leven.”

Erasmus werd vaak verweten dat hij „het ei had gelegd dat Luther had uitgebroed”, namelijk de Reformatie. Erasmus verzette zich fel tegen die gedachte. In een brief aan de Duitse humanist en arts Johann Caesarius uit 1524 noemde hij het „een heel vreemde uitspraak van de franciscanen, waarvoor ze een lekkere grote kom pap verdienen.”

Erasmus schreef dat hij misschien een „kippenei” heeft gelegd. „Maar Luther heeft een totaal ander kuiken uitgebroed.”

Zie ook:

Waarom Erasmus tegen Luther streed, Reformatorisch Dagblad (14-08-2015)

Erasmus over goede omgangsvormen, Reformatorisch Dagblad (07-11-2013)

Spreekwoorden als spiegel, Reformatorisch Dagblad (20-12-2011)

„Ach, ik, arme stakker”, Reformatorisch Dagblad (14-11-2007)

Kiemen van vroomheid in jonge harten, Reformatorisch Dagblad (13-09-2006)

Erasmus’ boek verslonden en verscheurd, Reformatorisch Dagblad (13-02-2002)

Erasmus spreekt aan, al is hij wat bleek, Reformatorisch Dagblad (19-02-2001)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer