Boer bezorgd, schaapherder blij om komst wolf
De wolf is terug. Het dier is de afgelopen tijd op de Veluwe gesignaleerd, maakte de provincie Gelderland donderdag bekend. De boer maakt zich zorgen, de schaapherder is lyrisch.
Een druilerige regen trekt over de landerijen van veehouder Theo Bijsterbosch (46) in Heerde. In de verte grazen schapen. De boer heeft er 160 lopen. Vallen ze in de toekomst ten prooi aan hongerige wolven?
Het nieuws dat de wolf mogelijk terugkeert, noemt Bijsterbosch „zorgelijk.” „Die wolven gaan schapen aanvallen. Zeker lammetjes langs de bosrand bevinden zich in gevaar. Hekken helpen niet. Daar gaat een wolf overheen of onderdoor.”
De boer is de wolf liever kwijt dan rijk. „Zo’n dier hoort hier niet. Laat hem in Duitsland blijven. Dat de wolf toch naar Nederland komt, komt doordat steeds meer landbouwgrond in natuur verandert. Dat moet stoppen.” Zelf vreest Bijsterbosch geenszins te worden gegrepen door de wolf. „Ik ben nergens bang voor.”
Vooralsnog heeft hij vooral last van wilde zwijnen. Die ruïneren een maisperceel. De boer spant schrikdraad om die beesten te weren.
Op basis van fotomateriaal hebben experts van onder meer Wolven in Nederland vastgesteld dat er daadwerkelijk een wolf op de Veluwe rondstruint, stelt de provincie Gelderland. Verschillende mensen zouden het roofdier de afgelopen dagen hebben gesignaleerd, van ’t Harde tot aan Arnhem. Vanaf nu is het wolvendraaiboek van kracht. Het ”draaiboek wolf” van het Interprovinciaal Overleg geeft onder meer tips: „Houders van kwetsbare dieren (schapen, geiten) kunnen slechts met preventieve middelen (elektrisch gaas, bewakingshonden, fladderlint) het risico op schade verkleinen.” Afschieten is taboe. „Wolven zijn een beschermde diersoort.”
Herder Lammert Niesing, die 150 schapen hoedt rond Heerde, heeft gemengde gevoelens bij het wolvennieuws. „De kans bestaat dat mijn schapen worden aangevallen, al zie ik in ons landje nog geen roedels wolven rondlopen.” Mocht het roofdier een van zijn schapen te grazen nemen, dan wil Niesing in actie komen. „Dan maak ik kabaal en geef ik de wolf een tik. Ik wil mijn kudde beschermen.” Vooralsnog heeft de herder vooral een probleem met loslopende honden. Ergens vindt Niesing het „heel mooi” dat de wolf zich kennelijk weer aandient. „Het dier zou ons wildbestand verrijken.”
Opgetogen reageert de Elspeetse schaapherderin Christien Mouw. „De wolf is al een eeuw weg uit ons land. Ik hoop dat het dier gauw weer op de Veluwse heuveltoppen staat te huilen. Dat deze toppredator weer terugkomt, betekent dat er resultaat wordt geboekt na jarenlange inspanningen om groter leefgebied voor dieren te creëren. Kennelijk ziet de wolf hier overlevingskansen voor zijn nageslacht.”
Wolven vallen haar kudde niet aan, bezweert Mouw. „Een wolf ruikt de herder. Het dier is mensenschuw en verdwijnt.” Ook in de nacht vreest ze geen gevaar. „De schapen op de hei worden afgeschermd met schrikdraad. Een wolf blijft uit de buurt.” Het verhaal dat wolven gevaarlijk zijn voor de mens, verwijst ze naar het rijk der fabelen. „Het Roodkapjesprookje doet geen recht aan de werkelijkheid, daarvoor is het ook een sprookje. Een wolf slaat juist op de vlucht.”