Stille tocht herdenkt deportatie Kamp Amersfoort
”Tocht van vrees en hoop”, heet de stille tocht waarmee Kamp Amersfoort woensdag het grootste transport vanuit het concentratiekamp naar nazi-Duitsland herdenkt. Ruim 1400 gevangenen werden op 11 oktober 1944 afgevoerd naar Neuengamme. Velen keerden niet terug.
Zuid-Nederland was pas bevrijd, maar het noorden moest nog een lange winter wachten. Dat kostte behalve vele burgers ook een groot aantal gevangenen het leven. Zoals een groot aantal arrestanten in Kamp Amersfoort.
Ook in 1944 viel de 11e oktober op een woensdag. Na een urenlang appel moesten meer dan 1400 gevangenen rond 18.00 uur lopend naar het station. Daarvandaan werden ze per trein afgevoerd naar het Noord-Duitse concentratiekamp Neuengamme.
De bekendste foto’s van Amersfoort uit de oorlogsjaren zijn tijdens dit transport gemaakt: gevangenen die door de Duitsers over de Kapelweg en het Vondelplein naar het station worden afgevoerd, op weg naar een onzekere toekomst.
Kaarslicht
Die route wordt morgen weer gelopen. De stille tocht vertrekt om 18.00 uur –hetzelfde tijdstip als destijds– bij het voormalige kamp, in de Loes van Overeemlaan –vernoemd naar de Rode Kruisfunctionaris die de gevangenen bijstond en op het laatst de leiding van het kamp overnam– in de gemeente Leusden.
Via Laan 1914, Leusderweg, Balistraat, Kapelweg, Borneoplein, Kapelweg, Vondelplein, Pieter Bothlaan, Da Costaplein, P. C. Hooftlaan, De Bosch Kemperlaan, Regentesselaan, Prins Hendriklaan en Koningin Wilhelminalaan gaat het naar het station. Stap na stap, anderhalf uur lang. Bergafwaarts, letterlijk en figuurlijk. Bij kaarslicht, terwijl de deelnemers denken aan de gevangenen die hun ondergang tegemoetgingen.
De tocht is een van de initiatieven die worden ontplooid rond de route van het kamp naar het station. De Stichting Schuilplaatsverleners werkt aan een app met verhalen langs de route. De Stichting Russisch Ereveld interviewt ooggetuigen van de aankomst van 101 Sovjetsoldaten, die in en nabij het kamp werden vermoord. Het herinneringscentrum op de kamplocatie wordt uitgebreid.
Puttenaren
Tot de deelnemers aan de tocht van vrees en hoop behoren de burgemeesters van Amersfoort, Leusden en Putten. „Om de mensen van die dag te eren, het geweld te veroordelen maar ook om samen glashelder te zijn dat haat tot niets dan verscheurde harten leidt”, motiveert de Amersfoortse burgervader Bolsius.
Tot de ruim 1400 gevangenen behoorden 601 Puttenaren, onschuldig opgepakt als represaille voor een aanslag. Verreweg de meesten zagen hun dorp nooit terug. De Puttense gemeenteraad stond er op 8 september al bij stil tijdens een bezoek aan Nationaal Monument Kamp Amersfoort. „Indrukwekkend en overweldigend”, zeiden de raadsleden. „Hoewel het kamp na de oorlog is ontmanteld, is de beklemming voelbaar gebleven.” Burgemeester en Wethouders besloten het nationaal monument jaarlijks met 659 euro te steunen, 1 euro voor iedere weggevoerde.
Sprong uit de trein
In Kamp Amersfoort werden 58 Puttenaren vrijgelaten. De anderen moesten naar Duitsland. Onderweg sprongen er dertien uit de trein. Van de 588 mannen die in Neuengamme aankwamen –de jongste was 16, de oudste 57–, beleefden er slechts 49 het einde van de oorlog. Van hen overleden er vijf kort na hun terugkeer in Nederland.
Zo was Kamp Amersfoort voor velen het voorportaal van de dood: tienduizenden werden vanaf het station van Amersfoort afgevoerd naar kampen in nazi-Duitsland. In de omgeving van het kamp, dat berucht was vanwege de terreur die er heerste, werden meer dan 300 gevangenen, veelal verzetsmensen, gefusilleerd.
Het kamp lag weggestopt in de bossen aan de rand van de stad, maar als er weer een groep gevangenen van het station naar het kamp liep, of vice versa, werden de inwoners van de keistad weer geconfronteerd met het leed van degenen die tijdens de Duitse overheersing hun vrijheid verloren, en vaak ook hun leven.