Column (ds. J. Belder): Griezelen
We zitten er middenin. De 63e editie van de Kinderboekenweek ging 4 oktober van start en duurt tien dagen. Het thema is ”Gruwelijk eng”. Wij lijden al enige tijd aan de superlatievenziekte, ofwel: alles in de overtreffende trap. Dat blijkt ook hier weer. Iets is superleuk, duizelingwekkend mooi, of gruwelijk eng. Ik liep enkele dagen geleden een doorsneeboekwinkel binnen en stond gelijk oog in oog met een forse uitstalling kinderboeken. Alleen al de illustraties op het omslag bezorgden me bibbers: heksen, spoken, monsters, doodshoofden.
Scholen in de Biblebelt boycotten de kinderboekenweek; ze hebben hun eigen variant, schreef een landelijke krant enigszins snerend. En inderdaad zochten vele scholen, ook buiten de Biblebelt, naar een alternatief. Doel van de Kinderboekenweek is toch de jeugd aan het lezen, en niet aan het griezelen te krijgen? Vandaar ook de christelijke tegenhanger, onder het thema: ”Bibbers in je buik. Je hoeft niet bang te zijn, want God is bij je”.
Dat mensen van griezelen houden staat buiten kijf. Alle tijden door joeg men elkaar met graagte de stuipen op het lijf. De overgeleverde volksverhalen staan bol van spoken, heksen, kabouters, reuzen en draken. De een vertelde ze met smaak, de ander luisterde met overslaand hart.
Het griezelige moet je vooral meemaken. In een achtbaan gillend de diepte in storten. Of het spookhuis in een attractiepark binnengaan om er met het klamme zweet in je handen en op je hoofd weer uit te komen.
Wie dat te heftig vindt, kan thuis op de bank een horrorfilm bekijken, of een computerspel spelen vol hels en duivels vermaak. Je kunt er uren zoet mee zijn. Te werelds? Gelukkig dat er dan ook nog refothrillers zijn. Dat klinkt tenminste verantwoord. Refoproof bibberen.
Onlangs trad in een Wekeromse disco de dertigjarige rapper, vader en leerkracht Jebroer op, bekend en berucht om vooral het liedje ”Ik ben een kind van de duivel”. De zanger benadrukt dat het over hemzelf gaat, maar dan nog. Onbegrijpelijk hoeveel christelijke jongeren op zo’n optreden afkomen en meezingen: ”Gooi drank en drugs over mijn kist”. In een kerkbrief sloeg de Vriezenveense hervormde gemeente alarm vanwege de komst van Jebroer naar het dorp. Ouders werd dringend gevraagd om hierover met hun kinderen in gesprek te gaan. Een meisje vertelde daarna aan dagblad Tubantia: „Ik zing het nummer wel mee. En ik weet heus wel dat ik geen duivelskind ben.” Kijk, dat vind ik nou een griezelig enge ontwikkeling. Soms vraag je je af hoe je dingen nog uitgelegd krijgt, ook op weg naar Halloween, het volgende griezelfeest.