CGMV ging in 1952 van start onder de naam Gereformeerd Maatschappelijk Verbond (GMV). Een eigen vakorganisatie voor de gereformeerd vrijgemaakte zuil, die toen in opbouw was. De GMV was meteen al een buitenbeentje. Want waar andere vakbonden uitsluitend werknemers vertegenwoordigden, konden van het GMV ook ondernemers lid worden.

De organisatie streefde nadrukkelijk het harmoniemodel na: werkgevers en werknemers proberen het door overleg samen eens te worden. Stakingen waren –en zijn nog steeds– uit den boze. Zo vindt CGMV dat er geen reden is om mee te doen aan de onderwijsstaking op 5 oktober.

Ditzelfde harmoniemodel hanteert overigens ook de veel later (in 1983) opgerichte reformatorische zusterorganisatie RMU. Traditionele vakbonden werken vaak met het conflictmodel.

In 2003 liet het GMV de exclusieve oriëntatie op de gereformeerd vrijgemaakten los. De naam werd veranderd in christennetwerk|gmv. In 2013 werd dat CGMV, met de toevoeging ”vakorganisatie voor christenen”.

CGMV richt zich op „praktische en eigentijdse dienstverlening” op vooral het gebied van werk en inkomen. Zij wil „een actief netwerk van christenen zijn waarin (ethische) vraagstukken veilig met elkaar gedeeld en besproken kunnen worden”, zo heette in 2013 het bij de presentatie van de nieuwe huisstijl.

Dienstverlening –core business van elke vakorganisatie– en een ”klankbordfunctie op het gebied van werk en inkomen” zijn nog steeds de twee speerpunten van CGMV. Maar dat is niet het enige. Vorig jaar kondigde de organisatie aan haar diensten –tegen betaling– te willen aanbieden aan werknemers die geen lid zijn. Ook wil CGMV geld werven bij bedrijven voor bijvoorbeeld projecten voor jeugdige werklozen.

Met die verbrede dienstverlening aan niet-leden speelt CGMV in op „maatschappelijke veranderingen in Nederland waarin langdurige verbondenheid via verenigingen niet langer vanzelfsprekend is”, schrijft bestuursvoorzitter Wim Sneep in de vandaag verschenen jubileumuitgave van het ledenmagazine Clink. Daarmee raakt hij een gevoelig punt: het krimpende ledenbestand. De 10.000, ooit als ondergrens beschouwd, is allang gepasseerd. Vorig jaar telde CGMV er nog krap 9000.

„We hebben wel eens getwijfeld of we er nog wel toe doen”, geeft Sneep desgevraagd toe. „Maar bij nader inzien hebben we juist het gevoel dat we in toenemende mate relevant zijn in deze tijd, waarin de solidariteit afneemt en het christelijke gehalte van de maatschappij steeds meer wordt uitgehold.”

Wordt dat zichtbaar in hernieuwde groei?

„Nee, dat kan ik niet zeggen, hoewel de trend naar beneden wel is gekeerd. Maar we merken dat bijvoorbeeld jongeren ons steeds vaker weten te vinden met vragen om advies en ondersteuning. Ook de reacties op lesprogramma’s die wij aanbieden in het voortgezet en het hoger onderwijs zijn positief.”

Wat is daar uw boodschap?

„Wij zeggen tegen jongeren: Denk eens na over je plek in de maatschappij. Je mag er tegenwoordig weer zijn als christen. Grijp die gelegenheid dan ook aan en laat je in je werkkring nadrukkelijk kennen als volgeling van Christus. Wij willen ze daarbij bemoedigen en ondersteunen.”

Welke gevolgen heeft dat voor uw dienstverlening?

„Die is breder geworden. Natuurlijk blijft een traditionele taak als juridische advisering en bijstand belangrijk en we blijven betrokken bij cao-onderhandelingen. Maar we organiseren ook workshops over christen zijn op je werk en we trekken samen op met diaconieën om mensen die werkloos zijn bij te staan.”

U verleent sinds kort ook diensten aan niet-leden. Is daar belangstelling voor?

„Zeker, en die groeit ook. Niet alleen omdat onze juristen goedkoper zijn dan advocaten maar ook omdat wij een stukje identiteit inbrengen. Tegelijk zeg ik erbij dat de mensen niet ineens voor onze deur in de rij staan, zeker niet om lid te worden. Wel proberen we met deze nieuwe klanten in contact te blijven.”

Hoe ziet u de toekomst voor CGMV te midden van andere vakorganisaties?

„Ik denk dat wij zeker bestaansrecht hebben. Dat leid ik af uit de waardering die we van onze achterban krijgen. Die is tegenwoordig breed evangelisch-gereformeerd, vergelijk het met de achterban van de ChristenUnie. Maar we gaan ons niet afzetten tegen het CNV of de RMU.”