Opinie

Psalmen zonder God geven lege plek

Het Festival Oude Muziek liet alle 150 psalmen horen. Maar God was er wat in weggewerkt. Hoewel, helemaal lukte dat ook weer niet. Dr. S. Janse was er getuige van.

Dr. S. Janse
6 September 2017 10:24Gewijzigd op 16 November 2020 11:24
„Op het Festival Oude Muziek in Utrecht werden onder meer alle honderdvijftig psalmen ten gehore gebracht.” beeld Marieke Wijntjes
„Op het Festival Oude Muziek in Utrecht werden onder meer alle honderdvijftig psalmen ten gehore gebracht.” beeld Marieke Wijntjes

Elk jaar vindt begin september in Utrecht het Festival Oude Muziek plaats (RD 2-9). Een heel evenement, waarin je een paar dagen lang de prachtigste stukken kunt horen, uitgevoerd door toporkesten en topkoren uit de hele wereld. Dit jaar werden onder meer alle 150 psalmen ten gehore gebracht.

Je kunt de psalmbundel literair bekijken: het is prachtige poëzie, die in de loop van de eeuwen mensen geïnspireerd, bemoedigd en getroost heeft. Je kunt ook kijken naar wat componisten met de psalmen hebben gedaan. De grote toonkunstenaars uit het verleden hebben deze teksten steeds weer opnieuw stem gegeven. Bach, Händel, Schütz, Purcell, maar ook een eigentijdse componist als Michel van der Aa.

De folder van het evenement is ook het bestuderen waard. Er staat een psalmwoord op de folder: ”Alles wat adem heeft, zing!” Dat is Psalm 150, weet de geoefende Bijbellezer. Maar staat dat er echt zo? vroeg ik me af. Nee, net even anders: ”Alles wat adem heeft, loof de Heer”.

De Heer is hier weggeretoucheerd, zoals in ongenade gevallen figuren op historische foto’s van het plaatje verwijderd werden. Stalin was er goed in. Maar we kennen het al uit de oudheid. ”Damnatio memoriae”, heette het daar. Verwijdering of eigenlijk vervloeking van de herinnering. De naam werd uit de archieven gewist en uit de inscripties weggehakt. De Egyptische farao Echnaton onderging dat lot. De Romeinse keizer Nero ook.

Omvertaling

En nu God dus, de God van Israël, de Heer. Zijn Naam uitgewist, weggehakt. Zoals Jeremia’s vijanden het van de profeet zeggen: „Laat ons hem uit het land der levenden uitroeien, opdat aan zijn naam niet meer gedacht worde!” Dat is het seculiere program dat zichtbaar wordt in de folder van het Festival Oude Muziek.

De schrijver Oek de Jong hield voor de muziek uit een inleiding. Over de psalmen. Hij kent ze van huis uit. Prachtige liederen. Met God kunnen we niet meer zo veel, zei hij, maar we herkennen nog wel veel uit de psalmen: het leven, de menselijkheid, de zachtheid.

In Trouw stond eerder al een gesprek met Michel van der Aa, een moderne componist, die Psalm 5 opnieuw getoonzet heeft. Hij wilde het authentiek houden, de zeggingskracht van de psalm bewaren, maar God had hij eruit gefilterd, want daar kon hij niet meer zo veel mee.

Kan dat (dat lijkt me de grote vraag), de inhoud, de zeggingskracht van de psalmen bewaren, maar de naam van God daarin wegwerken? Dat is toch een soort damnatio memoriae?

Je komt wel een heel eind met deze omvertaling. Waar het woord ”God” in de psalmen voorkomt, schrijf je voortaan ”ikzelf” of ”de ander”. Veel meer keuzen zijn er geloof ik niet. Ik doe een beroep op anderen of ik ben mijn eigen helper. Het psalmboek van de autonome mens.

Lege plek

In de postmoderne Bijbeluitlegkunde kan dit ook allemaal. Niet de schrijver legt immers de woorden uit, maar de lezer. Maar wat nu als de psalmist aan het eind van zijn Hebreeuws is gekomen en niemand heeft die hem helpt en zelf ook op is? In de psalmen komen deze mensen regelmatig aan het woord. De psalmisten schreeuwen dan naar boven. Maar die weg is voor (post)moderne mensen afgesloten. Voor God blijft er een lege plek over.

Dat is de ontzaglijke ontdekking van Nietzsche, de vreselijke werkelijkheid dat God dood is. Volgens hem laat die lege plek zich ook niet zomaar opvullen. In elk geval veel minder gemakkelijk dan in de genoemde folder. Dat is een eerlijke positie, waarin gerouwd wordt om het verlies van een geliefde, van een God die je eigenlijk niet missen kunt.

Psalm 14

Ik ben op het festival geweest. Het was prachtig. Inderdaad van Bach tot Van der Aa. En het werd ook nog even komisch. Oek de Jong had zijn inleiding gehouden over de onmogelijkheid van moderne mensen om in God te geloven, en niet veel later klonk Psalm 14: „De dwaas zegt in zijn hart, er is geen God.” De beamer projecteerde de tekst ook nog op de muur.

Ik weet het, geleerd door Miskotte, in deze tekst gaat het niet zozeer over theoretisch maar over praktisch atheïsme. Over mensen die misschien wel in God geloven, maar leven alsof er geen God is. Maar dat zal niet iedereen in de zaal geweten hebben. En Oek de Jong misschien ook niet.

Ik gunde hun dit misverstand van harte. Bovendien, volgens postmodernen kun je een tekst in vele richtingen uitleggen. Laten ze nu dan maar even menen dat de psalm het over hen heeft, dacht ik.

In elk geval, het is niet eenvoudig om de naam van deze God in onze cultuur uit te wissen. Het viel in de oudheid al niet mee om een koninklijke of keizerlijke naam overal uit het steen weg te hakken. De werkelijkheid is nu eenmaal moeilijk weg te poetsen en meestal bleef die naam toch wel ergens staan. Ik heb goede hoop dat het met de naam van de God van de psalmen ook zo zal gaan. In 2017 is het in elk geval nog niet gelukt. Ik was er in Utrecht getuige van.

De auteur is emeritus predikant in de Protestantse Kerk in Nederland.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer