Wie de gemeenschap der heiligen vooral beleeft in samenkomsten buiten de kerk, gaat niet in het Bijbelse en reformatorische spoor.
Dat betoogde ds. H. Polinder dinsdagavond in zijn tweede lezing over de gemeenschap der heiligen op de Haamstede Conferentie in Elspeet. De Urker predikant legde in navolging van Calvijn een nauwe relatie tussen de gemeenschap der heiligen en de kerk. De reformator ziet het geloofsartikel van de gemeenschap der heiligen in de apostolische geloofsbelijdenis als een nadere uitleg van het artikel over de kerk.
Calvijn maakt als het om de kerk gaat onderscheid tussen de onzichtbare en de zichtbare kerk. Met beide is de gemeenschap der heiligen nauw verbonden. Tegenover de Rooms-Katholieke Kerk benadrukt Calvijn dat de gemeenschap der heiligen niet samenvalt met het kerklidmaatschap. Christus sticht door de Heilige Geest Zijn kerk als gemeenschap der heiligen. Tot deze kerk, die niet zichtbaar is, behoren alle ware gelovigen.
De gemeenschap der heiligen kent voor Calvijn echter ook een zichtbare kant. De onzichtbare kerk kent een zichtbare uitdrukking – waarbij er altijd kaf is onder het koren. Iedereen behoort zich bij de zichtbare kerk te voegen en zich te gedragen als een schaap van de kudde.
De christelijke gereformeerde predikant keert zich tegen een “versmalling” van de gemeenschap der heiligen tot een groep gelijkgezinden. “Zo krijg je verschillende groepen met elk een eigen specialiteit en kenmerken. Dat kan een kerkje in de kerk zijn, maar met wordt in eigen ogen als snel een select gezelschap dat door God is uitverkoren.”
Typerend voor deze “vorm van groepsdenken” is, aldus ds. Polinder: “Men kiest voor elkaar en kiest elkaar uit. Waarbij de ene groep zich beter vindt dan de andere.” De Bijbel spreekt anders: “Wij horen niet bij elkaar omdat wij zo goed bij elkaar passen of elkaar aanvoelen, maar omdat wij elkaar van de Heere gekregen hebben. De Heere bindt de Zijnen aan Christus en aan elkaar.”
Het “brandpunt” van de gemeenschap der heiligen is dan ook de samenkomst van de gemeente, waar Woord en sacrament worden bediend. Het is in het heilig avondmaal dat de gemeenschap der heiligen het sterkst tot uitdrukking komt, aldus ds. Polinder. Het ene brood wijst naar het lichaam van Christus, waaraan alle gelovigen deelhebben. Dat brood wordt gebroken en uitgedeeld aan alle gelovigen. “De gemeenschap met elkaar wordt door het avondmaal gevoed, versterkt en verdiept.”
De gemeenschap der heiligen komt ook tot uitdrukking in onderlinge liefde en dienstbetoon. Dat vraagt om zelfverloochening. “Mensen klagen soms: We krijgen zo weinig in de gemeente. De eerste vraag moet echter zijn: Wat geven wij? Ben ik een lid voor de ander?”
Deze praktische kant van de gemeenschap der heiligen is belangrijk voor de plaats van de kerk in de samenleving, onderstreept de christelijke gereformeerde predikant. “Ze geeft ons de gelegenheid om zichtbaar te maken wat het betekent om Christus te kennen in een samenleving vol eenzaamheid en gebrokenheid. De kerk is een plaats waar zondaren elkaar rond kruis ontmoeten en elkaar tot steun mogen zijn.”
Ter illustratie van zijn punt vertelt de predikant hoe hij ziet waar een gemeentelid dat wat langer in het ziekenhuis verblijft, op de zaal ligt: daar waar de meeste kaarten hangen. “Heb je een supportersclub of zo?” vroeg iemand eens aan een gemeentelid. “Die mocht toen uitleggen dat er een gemeente was die achter hem stond en voor hem bad.”
De lezing op de tweede middag van de Haamstede Conferentie gaat altijd over een actueel maatschappelijk onderwerp. Dit jaar sprak drs. J. A. Schippers, directeur van het Wetenschappelijk Instituut van de SGP, over “De vaderloze maatschappij.” De kerntaak van een vader omschrijft hij als “het overdragen van de waarden die ons heilig zijn aan de volgende generatie. Een vader brengt bij wat zin van het leven is. Jongeren komen zo tot inzicht dat ze keten zijn in de schakel van generaties.”
Dat vaderschap is in onze samenleving “gedegradeerd”, aldus Schippers. Dat is al begonnen bij de Verlichting en heeft ingrijpende gevolgen, zo schetst hij in een cultuurhistorisch exposé. “De rode draad: het gezinsverband verbrokkelt en daardoor verkruimelen de andere verbanden in de samenleving.” De diepste oorzaak: “Men heeft het vaderschap van God opgezegd en daardoor ook geen vertrouwen meer in traditie.”
Schippers legt ook de vinger bij de huiver in reformatorische kring om God als Vader aan te spreken.
“Gods almacht en verhevenheid krijgen veel meer nadruk dan Zijn barmhartigheid en nabijheid.” De goede balans vindt Schippers in vraag 120 en 121 van de Heidelbergse Catechismus. “Een mooie combinatie van verhevenheid en nabijheid. Houdt u maar aan de eenvoudige Heidelberger.”