Ad van Wijk: van landarbeider tot directeur
Hij begon met balen stro opsteken en aardappels rooien. Ad van Wijk (67) trad in veel opzichten in de voetsporen van zijn vader, die hem leerde stevig aan te pakken. Nu staat hij aan het roer van een van Nederlandse grootste logistieke ondernemingen. Het kleine kerkje van zijn voorgeslacht bleef hij trouw. Als lid én als organist. „Ik heb nooit een reden gehad om het te verlaten. Er wordt iedere zondag Gods Woord verkondigd.”
Zijn werkkamer op de eerste verdieping van het hoofdkantoor op het industrieterrein in het Brabantse Giessen oogt sober. Het past bij de man, die vooraf aangeeft op een open wijze over zijn leven te willen praten. Met een nadrukkelijke kanttekening vooraf. „Mijn ouders, mijn verstand en mijn levensweg; alles was en is in Gods hand. Als er eer te geven is, komt die Hem toe.”
In 1987 kocht Ad van Wijk zijn vader uit. Al meer dan dertig jaar leidt hij E. van Wijk Logistics. „Die naam blijft, uit respect voor m’n vader.” Als het woordje pensioen valt, veert hij op. „Dat woord lees ik nergens in de Bijbel. Ik begrijp natuurlijk goed dat er een moment komt dat ik te ver over de datum ben om dit bedrijf te leiden. Er heeft een geleidelijke overdracht aan mijn zoon Ewout plaats. Hij heeft na zijn studie bedrijfskunde eerst bij een ander bedrijf gewerkt. Het was zijn eigen keuze. Je moet het willen, kunnen en er gelukkig mee zijn. Dat wordt in veel familiebedrijven vergeten, en dan gaat de liefde boven het verstand. En dan nog moet je niet hoogmoedig zijn, maar vrezen.”
Lijfspreuk
De Brabander heeft een lijfspreuk. Hij herhaalt die tijdens het gesprek enkele malen: „Weerstand maakt groot, zelfgenoegzaamheid maakt dood.” Gezien zijn voorgeschiedenis geen onbegrijpelijk motto.
Hij groeide op in een agrarische omgeving. Dat was in het dorpje Genderen, luttele kilometers van Wijk en Aalburg, in een gezin met twee zussen en twee broers. Wel met grote leeftijdsverschillen. „Tussen mij en m’n jongste zus zit twintig jaar.”
De levenshouding van vader Ewout vormde zijn zoon. Zelf werd Ewout –die enkele jaren geleden overleed– al jong in het diepe gegooid, toen hij in 1945 de boerderij van zijn vader Tinus draaiende moest houden. Tinus werd drie weken voor de Bevrijding doodgeschoten. Hij probeerde zijn boerderij in het spergebied te bereiken.
„M’n vader en zijn broer gingen hem zoeken, beiden van een andere kant. Toen is mijn vader opgepakt. Hij mocht nog een wens doen en gaf aan op de knieën te willen. Toen hij zijn ogen opendeed, was de soldaat verdwenen. Dat heeft een enorme indruk op hem gemaakt. Dat heeft hij mij pas op 80-jarige leeftijd verteld.”
Opa bleek te zijn doodgeschoten. Zijn geld, opgeborgen in zijn lange onderbroek, was verdwenen. Veel later bleek de dader een 16-jarige Duitse jongen. Fel: „Als ik het tijdig had geweten, had ik ’m alsnog laten oppakken, ook al bevond hij zich aan de andere kant van de wereld.”
Brommertje
Ad van Wijk volgde de lagere landbouwschool. Hij bekent dat hij er „echt met de pet naar gooide.” Als jonge jongen ging hij mee naar het land. Dat was hard werken. Bieten rooien en balen stro opsteken. „Je stond er niet bij stil. Dat deed je gewoon.”
Voor de foeragehandel van zijn vader werd hij er op 18-jarige leeftijd op uitgestuurd. „Ik ging op m’n brommertje naar de coöperatie CHV in Veghel. De trap omhoog heb ik zes keer weer afgelopen voordat ik verder durfde. Ik werd er enigszins laatdunkend omschreven als „een manneke dat over expeditie kwam praten.” Toen ze hoorden dat we ook stro konden vervoeren, werd het anders.”
Een volgende hobbel was het verkrijgen van een vergunning om op Duitsland te rijden. „Ik stond vaak voor bijna-onmogelijkheden. Maar er is me geleerd om het dan nog een keer te proberen. Je moet altijd in kansen blijven denken.”
Nachtelijk ritje
Korte tijd had Van Wijk een eigen transportbedrijfje met één vrachtwagen, voordat zijn vader en hij hun ondernemingen samenvoegden. Hij was chauffeur, sleutelde mee aan vrachtwagens, werd planner, acquisiteur en later directeur. „Ik ben tussen de wielen geboren en heb alle facetten meegemaakt.”
In de tijd dat hij planner was, kneep hij er ’s nachts weleens tussenuit om een nachtelijk ritje te rijden en op vrijdagavond vertrok hij met groenten naar München. „Maar dat wist mijn vader niet.” Nog steeds heeft hij een zwak voor het chauffeursbestaan, maar het komt er niet meer van. „Je moet kunnen delegeren en beseffen dat anderen sommige dingen beter kunnen dan jij. Alleen dan kun je verder groeien, hoewel dat nooit een doel op zich is geweest.”
Een transport met hulpgoederen naar Roemenië vormde begin jaren negentig het begin van de opmars in het buitenland, en voor DAF werd Van Wijk importeur in diverse landen. Bij Transport en Logistiek Nederland (TLN) bekleedde hij diverse bestuursfuncties, die hem ook de gelegenheid boden zich in te zetten voor de transportwereld in een aantal voormalige Oostbloklanden.
Nog steeds komt er aan de groei bij E. van Wijk Logistics geen einde. In Giessen verrijst momenteel een grote warehouse en in Boekarest een volgende garage. Ook voor Moldavië zijn er bouwplannen.
Kippenschuur
Met de politiek –vader Ewout was jarenlang wethouder in de gemeente Aalburg– heeft hij niets. „Daar wordt me te veel gekonkeld.” Bestuursfuncties waren voor hem op het randje. „Bij TLN heb ik twee fusies overleefd. Maar ook daar vond ik het al moeilijk. Ik heb eens een vergadering meegemaakt waarin ik aangaf dat we ons wel op rijke grond moesten bevinden. Toen de aanwezigen me verwonderd aankeken, gaf ik aan niet anders dan jaknikkers om me heen te zien. „Dan moet er wel veel olie zijn.””
Het is Van Wijk ten voeten uit. Hij gaat zijn eigen gang. Al die jaren hield hij, in tegenstelling tot vrijwel de gehele branche, op zondag de poorten gesloten. Ook in Oost-Europa, waar chauffeurs onder het communisme gewend waren aan de zeven keer 24 uurseconomie, werd de vrije zondag ingevoerd. „Ik hoop dat de Heere me ervoor bewaart om het anders te doen.”
Hij bleef lid bij het kerkje van zijn voorgeslacht, de vrije oud gereformeerde gemeente van Aalburg. „Feitelijk is het maar een kippenschuur. Vader was ouderling. Hij zei altijd: „Het is niks bij ons.” Daar was hij blij mee. „Anders had ik er misschien iets van gemaakt”, zei hij dan. Ad van Wijk onderstreept die woorden met een citaat uit Psalm 119:36 in de berijming van Datheen: „Geen meerder goed, Heer, Gij mij geven meugt, Dan dat Gij mij vernedert en maakt kleine.”
Biografie
Naam: Ad van Wijk
Leeftijd: 67 jaar
Burgerlijke staat: gehuwd, vader van twee kinderen en grootvader van zes kleinkinderen
Kerkverband: vrije oud gereformeerde gemeente
Beroep vader: eigenaar foeragehandel
Eigen beroep: directeur van E. van Wijk Logistics, een internationaal transportbedrijf met 1300 personeelsleden en tal van vestigingen in Oost-Europese landen. Op 29 juli is het 25 jaar geleden dat in Roemenië de eerste vestiging werd geopend. Later volgden Oekraïne, Moldavië en Polen.