In een zandkuil vergaderen boeren uit Rolde over de Reformatie
De enige hagenpreek die de mensen in Drenthe hoorden, werd gehouden door de 25-jarige Menso Alting, op een plek die nu de Papeloze Kerk heet, bij Schoonoord. Daarna duurde het nog lang voordat de gereformeerde kerk in Drenthe voet aan de grond kreeg.
Wat ging eraan vooraf?
Drenthe was omstreeks 1600 een erg dunbevolkt gebied met hooguit 20.000 inwoners. Het had (nog) niet de status van een zelfstandig gewest; de stadhouder van Groningen en Friesland was de hoogste gezagsdrager in het ”Olde Landschap”. De latere hoofdstad Assen was nog een gehucht met een vrouwenklooster.
De kerkelijke bestuursstructuur –in de middeleeuwen ingesteld door de bisschop van Utrecht– diende tegelijk voor burgerlijke zaken. Die werden geregeld in Rolde, een van de oudste Drentse dorpen, met zo’n 900 inwoners. Ook voor de Reformatie van Drenthe vielen daar de kernbeslissingen over de toekomst van de kerk.
Drenthe was een regio waar weinig reformatorische stemmen gehoord werden. Dat lag vooral aan de geïsoleerde ligging: de beste hoofdroute liep vanuit Coevorden over de Hondsrug naar het noorden; een andere liep via Meppel naar Dwingeloo, vanwaar men over heidevelden en door bossen noordwaarts kon trekken. Lokale verbindingswegen waren er wel, maar de kwaliteit liet –zeker in de winter– veel te wensen over.
De kerkelijke indeling van het landschap lag vast: de 36 plaatselijke parochies vielen onder het gezag van de bisschop van Utrecht. Ook kende men in Drenthe een klein aantal (weinig bloeiende) kloosters, waarvan het belangrijkste in Assen stond, het vrouwenklooster Maria in Campis. Opvallend is het feit dat er op de hele Hondsrug geen enkel klooster was verrezen. Hangt daarmee samen dat het analfabetisme in Drenthe vrij groot was?
Een collectief Drents gevoel van saamhorigheid lijkt in de zestiende eeuw nog een toekomstdroom. Men had waarschijnlijk de handen vol aan de eigen bedoening en de afdracht aan een heer die een fraaie havezate bewoonde. Er zal bij de gewone man zelfs een soort slachtoffergevoel zijn ontstaan toen in de Tachtigjarige Oorlog troepen van allerlei slag zich vaak al plunderend een weg door Drenthe baanden. Veel Drenten konden vragen: Moeten we wel blij zijn met zoiets als Reformatie?
Hoe kreeg de Reformatie in Rolde gestalte?
Na de bevrijding van Groningen in 1594 en de daarop volgende politieke en kerkelijke nieuwe orde was Drenthe aan de beurt. In het voorjaar van 1598 belegde stadhouder Willem Lodewijk –een diepgelovige calvinist– een vergadering in een zandkuil in het Grollerholt (bij Grollo) met een delegatie van boeren en eigenerfden, waar hij aankondigde dat het tijd werd om de Reformatie in Drenthe door te voeren. Niemand van de aanwezigen had bezwaar. Op 10 mei 1598 kondigde Willem Lodewijk dan ook namens de Staten-Generaal een plakkaat af „om die reformatie ende Christelicke bestellinge van Kercken ende Schoelen in die landtschap Drente, die duslang, niet uit geringe ergernis van veele vroeme ende geothertige luyden, verwylt is, eerstes dages by die hand toe nemen.”
De stadhouder zette er vaart achter: alle pastoors en schoolmeesters moesten hun werk staken en binnen drie weken hun woningen ontruimen. Om daaraan te ontkomen kon men aangeven zich te willen bekeren tot „die reine bekentenis ende leer des Euangelii.” Wie dat niet van plan was, diende de provincie te verlaten. Verder bemoeide de stadhouder zich persoonlijk met de aanstelling van nieuwe predikanten en schoolmeesters. Een goede start was het halve werk.
Hoe groot was de gemeente in die beginjaren?
In 1608 meldde de predikant van Rolde dat er geen kerkleden aan het avondmaal deelnamen; men was bang voor vijanden. De inwoners van Assen waren in 1608 evenmin trouwe kerkgangers in Rolde (Assen begon vanaf 1615 met eigen kerkdiensten). In 1630 telde men dertig communicanten aan het avondmaal.
Wie was de eerste predikant?
In het centraal gelegen Rolde diende tot 1598 pastoor Melchior van Arnhem. Hij maakte bekend dat hij over wilde gaan tot de Reformatie. Hij kreeg twee jaar tijd om zich om te scholen en kon –na grondig onderzoek– als eerste gereformeerde predikant van Drenthe zijn prediking en pastoraat in Rolde hervatten. Tegelijk kreeg Rolde een nieuwe, gereformeerde schoolmeester, Lambert Janss, die in de kerk tevens diende als koster, voorzanger en voorlezer.
Hoe ontwikkelde de gemeente zich verder?
In 1602 werd Melchior van Arnhem beroepen in Ruinerwold; hij vertrok. In Rolde kreeg men in 1604 een nieuwe predikant in de persoon Wilhelmus Johannes, die er met vallen en opstaan diende tot 1612. In dat jaar werd hij op last van de stadhouder afgezet, wegens aanhoudende klachten over dronkenschap. Hij werd opgevolgd door Johannes Eccius.
Intussen had Rolde op 12 augustus 1598 de eerste regionale gereformeerde kerkvergadering meegemaakt. In de plaatselijke kerk waren –op last van de stadhouder– enkele predikanten uit de stad Groningen gearriveerd, die samen met zeven Drentse collega’s en vertegenwoordigers van de lagere burgerlijke overheden de eerste stappen zetten voor een geordend kerkelijk leven. Later leidde dit, onder leiding van Menso Alting, tot de regel om jaarlijks kerkvisitaties te houden, zoals die ook in Oost-Friesland bestonden. Hard nodig voor toezicht en stimulering, want er lag nog een immense taak om de harten van alle Drenten te raken met het verlossende Woord van God.
Dit is deel 19 in de serie Reformatie in de Nederlanden. Op 18 juli deel 20: Maastricht.