Het inloophuis in Dimona, in Israël, is nog steeds gesloten. „Voorlopig gesloten”, aldus beheerder Albert Knoester. „Maar we hebben sindsdien nog nooit zo veel mensen binnengehad, omdat men wil weten wat er aan de hand is.”
Knoester vertelde dit donderdag tijdens een Israëlavond in Putten, georganiseerd door de Israëlcommissie van de hersteld hervormde gemeente te Putten. Albert en Esther Knoester, momenteel in Europa op vakantie, leiden een inloophuis in de Israëlische woestijnstad Dimona. De afgelopen maanden moest dit echter gesloten worden vanwege heftige demonstraties door met name orthodoxe Joden.
De boodschap van hoop mag volgens Albert Knoester gebracht worden aan deze wereld, „maar in de eerste plaats aan het oude bondsvolk Israël”, zei hij gisteravond. Vanuit die hoop werd het echtpaar in 2008 uitgezonden vanuit de hervormde gemeente in Vlaardingen, in samenwerking met zendingsorganisatie CAMA. De opdracht was Messiasbelijdende Joden te steunen en Joden in aanraking te brengen met het Evangelie.
In Dimona was geen enkele kerk of gemeente. De Knoesters kregen bezoek van de commissie Israël van Zending Hersteld Hervormde Kerk, die met het initiatief kwam van een inloophuis. Tijdens de inrichting ervan kreeg het echtpaar talrijke gesprekken en zijn er veel contacten opgebouwd.
Haat
Op de tweede dag na de officiële opening begonnen de problemen, aldus Knoester. „De situatie werd zeer ernstig en er werd ons gezegd dat we niet naar ons inloophuis konden gaan. Op de dag van de demonstraties lazen we uit Ezechiël 2, waar staat: Wees niet bevreesd voor de mensen en hun woorden, maar spreek Mijn woorden.”
Esther Knoester voelde zich gedrongen om tóch naar het inloophuis te gaan. „Er was rumoer, een rabbi schreeuwde in mijn gezicht en ik zag ogen vol haat. Toch was ik niet bang en dacht terug aan de woorden van Ezechiël. Het Woord van God is immers zo krachtig, dát is onze hoop en ons zwaard.”
Er volgden gesprekken met rabbijnen over de Tenach en het Nieuwe Testament. „We gaven hun een Nieuwe Testament. Een rabbijn kon niet ophouden daaruit te lezen. Ik denk dat het indruk heeft gemaakt. Toch stelden zij dat zij het Oude Testament beter en dieper konden begrijpen.”
Na deze vergadering begonnen de problemen pas echt, aldus Albert Knoester. „In interviews in kranten stond dat wij kinderen wilden beïnvloeden en Joden wilden bekeren. De demonstraties werden steeds heftiger, er werden ramen ingegooid.”
Esther Knoester: „We gingen bidden en vroegen of God ons engelen wilde geven. Die kregen we in de komst van twee politieagenten. Zij kwamen binnen en vroegen of zij ons konden helpen.”
Na enkele dagen durfde het echtpaar weer naar buiten. „We zagen boze blikken, maar er waren ook Joden die zeiden zich te schamen over wat er gebeurde. Mensen zagen dat God met ons was.”
De twee weten zich gedragen door het Woord. „Het zwaard van de Geest hebben we in handen. God heeft vele beloften gegeven en dit geeft ons kracht”, aldus Esther Knoester. „We mogen dit Woord aan de Joden doorgeven, zij kennen hun eigen Woord niet. We willen toch dat zij hun eigen Messias leren kennen?”
De druk is erg hoog om het echtpaar uit huis te zetten. „De toekomst is onzeker, maar aan de andere kant is de toekomst zeker”, aldus Albert Knoester. „De Heere zal al Zijn beloften vervullen aan Israël, met gesloten of open inloophuis, met of zonder Albert en Esther Knoester. God gaat door met Zijn beloften en zal de ogen van Joden openen totdat ze hun Messias zullen zien.”
Oogappel
De avond werd geopend en gesloten door respectievelijk ds. R. van de Kamp en ds. F. Binsbergen. Ds. K. J. Kaptein, predikant te Ridderkerk, wees in een appelwoord op Israël als Gods oogappel, dit naar aanleiding van Deuteronomium 32. „Onze ogen behoren tot de meest gevoelige lichaamsdelen, en als Israël Gods oogappel is, moet ons dat voorzichtig maken. Er zijn nog onvervulde beloften voor dit vertrapte en vernederde volk. De verharding is tijdelijk, totdat de volheid der heidenen is ingegaan. Er is toekomst voor Israël, want de God van Israël leeft. Als de verwerping van Israël tot zegen in de wereld zal zijn, hoe zal de aanneming dan zijn? De beste wijn is er voor het laatst.”