Ecoduct bij Kootwijk niet de laatste natuurbrug
Nog een paar maanden, dan is ecoduct Kootwijkerzand klaar. Ecoloog Bram Vreugdenhil verwacht dat dieren de wildpassage binnen enkele dagen na openstelling in gebruik zullen nemen. „Zo ging dat bij de andere ecoducten op de Veluwe ook.”
Vakantiegangers en forenzen die vanuit Amersfoort over de A1 naar Apeldoorn rijden, kan het deze zomer niet ontgaan: bij Stroe is het een enorme bouwplaats. Talloze naaldbomen hebben plaatsgemaakt voor twee viaducten over de twee van elkaar gescheiden rijbanen. Ertussen ligt een enorme bult zand, zodat er één lang ecoduct is ontstaan.
Wie door de werkzaamheden in de file staat, ziet dat er aan de zuidkant van de A1 ook een onderdoorgang onder het spoor is gebouwd. Het grove werk is gedaan, bouwvakkers zijn bezig met afrondende werkzaamheden. In maart 2018 moet ecoduct Kootwijkerzand, in de volksmond nog bekend als ecoduct Maanschoten, opengaan. Kosten: 7,1 miljoen, betaald door het Rijk uit de pot Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO).
Geen geld over de balk
„Is dat geen geld over de balk smijten?” zullen vele voorbijrazende automobilisten zich afvragen. „Nee”, zegt Bram Vreugdenhil resoluut. De ecoloog nam deze maand afscheid van zijn werkgever, provincie Gelderland, vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Om aan te tonen waarom ecoducten hun geld waar zijn, neemt Vreugdenhil nog één keer een journalist naar een ecoduct, dit keer het Jac. P Thijsse over de A12 bij Wolfheze. Dicht bij de in 2011 geopende wildpassage springen twee edelherten weg. „Die zijn net overgestoken.”
Vaak wordt gedacht dat de ecoducten alleen voor edelherten worden aangelegd. „Dat is echt een misverstand”, zegt Vreugdenhil. „In het kielzog van het edelhert volgen ontzettend veel andere dieren.” Het bewijs is te zien midden op het ecoduct bij Wolfheze. Een das heeft er een kuiltje gegraven en zijn ontlasting achtergelaten. Aan de andere kant, in natuurgebied Planken Wambuis, ziet de redacteur later op de morgen een vos van het ecoduct komen.
Vlinders
Maar het zijn niet alleen de zoogdieren die de snelweg zo oversteken. Vreugdenhil: „Vlinders bijvoorbeeld zijn ook ontzettend blij met ecoducten. Als ze gewoon over de snelweg fladderen worden ze vaak doodgereden door vrachtwagens. Ze zoeken daarom een verkeersluw plekje op om over te steken.”
Tijdens twee afzonderlijke monitoringsprojecten in 2014 zijn alleen al op het ecoduct Jac. P. Thijsse in totaal 121 verschillende diersoorten aangetroffen. Daar zitten vijf soorten vleermuizen bij. Vreugdenhil tilt een golfplaat op die op het ecoduct ligt. „Even kijken of er ook reptielen te zien zijn.”
Uit de monitoring blijkt dat zandhagedis, levendbarende hagedis en ringslang in 2014 op en rond het ecoduct zijn gezien. Daarnaast amfibieën zoals gewone pad, bruine kikker en bastaardkikker en in mindere mate ook insecten zoals libellen, sprinkhanen en kevers. Vandaag is er onder de golfplaat niets bijzonders te zien.
Mobiliteit is levensvoorwaarde
Het bewijst volgens Vreugdenhil dat de miljoenen euro’s die de afgelopen jaren in de ecoducten zijn gestoken, niet voor niets zijn geweest. Minister Schultz (Infrastructuur en Milieu) zei het tijdens de opening van het ecoduct bij Hoog Buurlo zo: „Mobiliteit is een levensvoorwaarde. Niet alleen voor mensen, maar ook voor dieren en planten. Als dieren opgesloten zitten in hun leefgebied, dan heeft dat allerlei nadelige gevolgen. Ze komen voedsel tekort of hebben niet genoeg mogelijkheden zich voort te planten. De populatie kan verzwakken of zelfs uitsterven.”
Gebieden verbinden, vergroten en verbeteren zijn de drie doelen bij de bouw van een ecoduct, aldus Vreugdenhil. „Mensen kunnen het weggegooid geld vinden, maar de kwaliteit en de waarde van natuurgebieden nemen toe als ze met elkaar zijn verbonden. En de natuur levert ons zo veel op: schonere lucht, water, ontspanning, noem maar op, dat is het waard om in te investeren.”
Route voor wild
Als straks ecoduct Kootwijkerzand klaar is, hebben Rijkswaterstaat, ProRail en de provincie Gelderland met elkaar alle –voor de Veluwe- geplande snelwegecoducten gerealiseerd. De partijen starten binnenkort met de aanleg van een ecoduct over het spoor bij Assel. Op de Midden-Veluwe bouwt de provincie Gelderland twee ecoducten over provinciale wegen. Vreugdenhil: „Als ook die wildviaducten eind 2018 er staan, zijn de Noord- en Zuid-Veluwe, na vijftig jaar van isolatie, eindelijk weer verbonden tot één grote aaneengesloten Veluwe.”
Ooit was er het plan om ook zulke routes uit te stippelen naar de Utrechtse Heuvelrug, naar Salland en naar Montferland en het Reichswald. Er was bijvoorbeeld een ecoduct gepland over de A1 bij Terschuur. Er zijn al edelherten gesignaleerd aan de noordkant van deze snelweg, bij landgoed Appel bij Nijkerk bijvoorbeeld.
Het plan was dat ze over de A1 via onder andere landgoed Erica ten westen van Barneveld naar natuurgebied Den Treek bij Leusden zouden kunnen lopen. Vereniging Het Edelhert is groot voorstander van het plan, woordvoerders van provincie Gelderland en Utrecht houden zich echter op de vlakte.
Op de site van het Meerjarenprogramma Ontsnippering (mjpo.nl) staat het plan keurig beschreven. Maar er staat ook bij: „Dit betreft een voormalige robuuste ecologische verbindingszone waarvoor de financiering is weggevallen door een besluit van de staatssecretaris (oktober 2010). Vooralsnog is hiervoor geen nieuwe financiering vastgelegd.”
Verbindingen geschrapt
Die formulering komt vaker voor op de website. De staatssecretaris in kwestie was de in natuurkringen beruchte CDA’er Bleker (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie). Natuurorganisaties vinden dat Bleker de natuurontwikkeling in Nederland grote schade heeft berokkend, onder andere door een streep te halen door ecologische verbindingen waar zijn ministerie de eerstverantwoordelijke voor was.
De organisaties kunnen veel meer waardering opbrengen voor minister Schultz van Verkeer en Waterstaat. Die heeft zich volgens de organisaties tenminste aan de afspraken gehouden en de ecoducten die haar ministerie zou bekostigen, daadwerkelijk laten realiseren.
Geen wonder dat natuurorganisaties de kabinetsformatie met veel interesse volgen. Als de wat meer groene partijen zoals D66 en ChristenUnie in het nieuwe kabinet komen, is er wellicht toch nog hoop voor de ecologische verbindingen die Bleker zeven jaar geleden schrapte.
„Verbinden is niet per definitie goed”
Sommige soorten sterven sneller uit als natuurgebieden met elkaar verbonden zijn. Een versnipperd landschap heeft ook voordelen. Die opmerkelijk conclusie stond in september 2015 in een rapport van het onderzoeksbureau Alterra Wageningen UR.
Onderzoeker Peter Schippers noemt als voorbeeld de Noordse woelmuis. „Die kan alleen voortbestaan in geïsoleerde gebieden, zonder concurrenten. Dan mag je dus zeggen dat isolatie helpt.”
Uit het onderzoek bleek dat sommige soorten veel sneller uitstierven in landschappen die goede verbindingen hadden met andere natuurgebieden. „Als concurrentie tussen soorten een belangrijke rol speelt, is verbinden niet altijd goed.”
Zeker bij ‘agressieve’ exoten hebben met elkaar verbonden natuurgebieden een negatief effect. In Engeland is daardoor de gewone eekhoorn bijna overal verdrongen door de grijze eekhoorn. In Nederland verdrukt de Amerikaanse rivierkreeft zijn Europese soortgenoot omdat zo’n beetje alle wateren met elkaar in verbinding staan.
Schippers ziet ook wel dat het voor inheemse soorten juist goed is als natuurgebieden met elkaar verbonden zijn. „Maar ik denk dat ons onderzoek een kanttekening zet bij het idee dat verbinden altijd goed is.”