Kerk & religie

Imam Karrat tijdens symposium op CHE: Kruistochten achter ons laten

Nederland telt ongeveer een miljoen moslims. Hoe ga je als christen op een goede manier met hen om? Volgens prof. Bernhard Reitsma moet je hen met open armen ontvangen en hen voorleven wat het leven met Christus betekent.

Van verslaggever
20 May 2017 08:09Gewijzigd op 16 November 2020 10:35
SGP-leider Van der Staaij (foto) was een van de sprekers op het vrijdag gehouden symposium Kwetsbare liefde aan de Christelijke Hogeschool Ede. Aanleiding voor de bijeenkomst was de verschijning van een boek van prof. Reitsma over hoe als kerk om te gaan
SGP-leider Van der Staaij (foto) was een van de sprekers op het vrijdag gehouden symposium Kwetsbare liefde aan de Christelijke Hogeschool Ede. Aanleiding voor de bijeenkomst was de verschijning van een boek van prof. Reitsma over hoe als kerk om te gaan

Hoe moeten christenen zich vandaag de dag tot moslims verhouden? Die vraag stond vrijdag centraal op het symposium ”Kwetsbare liefde” op de Christelijke Hogeschool Ede (CHE). Aanleiding voor de bijeenkomst was het vrijdag uitgekomen boek met de gelijknamige titel van prof. dr. Bernhard Reitsma. De bijzonder hoogleraar kerk in de context van de islam aan de Vrije Universiteit Amsterdam ontving uit handen van Arjen van Trigt van uitgeverij Boekencentrum het eerste exemplaar.

Reitsma lichtte toe waarom hij het boek heeft geschreven. De islam ging hem boeien toen hij in 1998 als zendingspredikant naar Libanon vertrok. Voordat hij naar het Midden-Oosten afreisde, dacht hij dat de islam „een saaie, wettische godsdienst” was en dat je met moslims moest oppassen. „De werkelijkheid was dat moslims mensen zijn als u en ik en dat zij vreugde beleefden aan hun godsdienst.” Het schokte Reitsma dat moslims bij het christendom niet dachten aan verlossing en heil, maar aan kolonialisme en corruptie. Verder raakte het hem dat christenen onderdrukking door moslims ondervonden en dat zij zich als gevolg daarvan terugtrokken in eigen kring. „De mooie boodschap van het Evangelie verdween achter de voorgevel van de kerk.”

Radicale moslims

Zijn observaties lieten Reitsma niet los en drongen hem tot het schrijven van een boek. Naar moslims toe moeten christenen zich „kwetsbaar reflectief” opstellen, aldus Reitsma. „In de loop van de geschiedenis is de kerk te vaak bezweken voor de verleiding van de macht. Maar het Koninkrijk dat komt, wordt niet met geweld gevestigd. God brengt dat tot stand.” Christenen moeten moslims met open armen ontvangen en hen voorleven wat het leven met Christus betekent. Dat is kwetsbare liefde, stelde Reitsma, want die liefde kan hardhandig worden afgewezen. Maar geweld kan voor een christen nooit het antwoord zijn. „Overwin het kwade door het goede.”

Imam Azzedine Karrat prees de auteur om zijn boek. De bijzonder hoogleraar is er volgens de imam van de Rotterdamse Essalammoskee in geslaagd om een brug te slaan tussen de academische wereld en de maatschappij. „Veel ideeën van wetenschappers komen niet verder dan de collegebankjes. U hebt twee werelden met elkaar weten te verbinden.”

De imam lichtte er enkele citaten uit die hem tijdens het lezen hadden getroffen. „Reitsma schrijft: „Religieuze betrokkenheid staat niet gelijk aan verbondenheid met de Allerhoogste.” Ik vond dat echt een eyeopener. Ik lees erin dat daden van gelovigen niet altijd veel over de essentie van hun geloof hoeven te zeggen, maar dat we altijd onderscheid moeten maken tussen gelovigen en hun religie. Zo hoeven de extremistische daden van radicale moslims niets over de islam te zeggen.”

Mooi vond de imam het in het boek gehanteerde onderscheid tussen ”begrijpen” en ”begrip”. Reitsma stelt namelijk dat hij eerlijk probeert te begrijpen wat moslims geloven, maar dat hij niet zover gaat dat hij als christen onderschrijft dat Mohammed een profeet is of dat de Koran door God gedicteerd is. Karrat: „Wij hoeven het niet met elkaar eens te zijn. Wel moeten we ons best doen elkaar eerst te proberen te begrijpen vóórdat we een oordeel vellen. Helaas schort het daar in de samenleving nogal eens aan.”

In zijn boek zegt Reitsma dat christenen en moslims dezelfde God aanbidden, maar een verschillend beeld van Hem hebben. Soms lopen de beelden dermate uiteen dat hij zich afvraagt of de aanhangers van de beide religies het nog wel over dezelfde God hebben. Karrat vindt echter dat de bijzonder hoogleraar de zaken te somber voorstelt. „De overeenkomsten tussen beide godsdiensten overheersen. De verschillen zijn minimaal.”

„Randkerkelijk theoloog”

Als „randkerkelijk theoloog” er-

voer Alain Verheij wat vervreemding tijdens het lezen. „Het gaat over de kerk, de islam en de drie-

enige God. Voor mij zijn dat moeilijke termen. In de waarheidsvraag ben ik niet geïnteresseerd en zendingsdrang heb ik niet.”

Liever dan theologiseren over christendom en islam, houdt Verheij het praktisch. „Ik hou ervan om te touwtrekken tussen de kerk en seculier Nederland. Ik trek aan het koord als Jeroen Pauw weer eens een staaltje van religiestress laat zien. Maar ook als de kerk mij te wereldvreemd wordt, bijvoorbeeld doordat blanke seculieren met blanke christenen één machtsblok vormen tegenover de vreemde islam. Dat zet iets fundamenteels als godsdienstvrijheid onder druk en daarom schaar ik me aan de zijde van moslims. Nederland doet al vijftien jaar aan islambashen en de kerk werkt mee aan het onderdrukken van een minderheid. De kerk zou in het islamdebat gezonder opereren als ze de oproepen van Reitsma’s boek ter harte neemt.”

SGP-leider Van der Staaij zei dat hij veel mooie dingen las, maar dat hij nog „mijmert” over het slot van het boek. Daarin schrijft Reitsma onder meer dat je als kerk moet oppassen je te verheffen boven moslims. „Daar ben ik het mee eens. Maar om me heen hoor ik dat je voor iedereen respect moet hebben, behalve voor PVV’ers. Terecht wordt in het boek gepleit voor de verbinding met moslims, maar ik mis de verbinding met die vele mensen die bezorgd zijn over de islam.”

Een bezoeker van het symposium wil van Karrat weten wie in de Koran met ”ongelovigen” worden aangeduid. „Mensen die het Godsbestaan ontkennen”, zegt Karrat. „Verder spreekt de Koran van afgodendienaren en mensen van het Boek. Met de eerste groep worden mensen bedoeld die verschillende goden aanbidden, met de tweede categorie joden en christenen.”

Feyenoord

Gespreksleider Tijs van den Brink wil meer weten over de volgens Reitsma donkere kant van het christendom, waardoor veel moslims een verwrongen beeld van het christendom zouden hebben gekregen. „Heb jij in gesprek met christenen de neiging om het over de kruistochten te hebben?” vraagt hij aan de Rotterdamse imam. „We moeten vooruitkijken”, zegt Karrat. „En áls het ter sprake moet komen, is het iets voor religieuze leiders. Zij hebben een grote verantwoordelijkheid in het uitleggen van heilige teksten. Gewone gelovigen moet je niet vermoeien met kruistochten. Zij kunnen het beter over voetbalclub Feyenoord hebben.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer