Pulsvergunningen Nederlandse vissers in gevaar
Er pakken zich donkere wolken samen boven de pulsvisserij. Deze innovatieve techniek wordt door 84 Nederlandse Noordzeekotters gebruikt maar de Europese Raad van visserijministers dreigt volgende week de klok terug te zetten. Zeker de helft van de Nederlandse pulsvergunningen komt dan op de tocht te staan.
„Europese Raad beslist in het voordeel van de pulsvisserij”, kopte de Nederlandse Vissersbond dinsdagavond op zijn website. Maar de bond juichte te vroeg en moest het bericht woensdag weer intrekken. Het blijkt juist dat Nederland er –ondanks steun van de Europese Commissie– niet in is geslaagd de pulstechniek algemeen geaccepteerd te krijgen. Voorzitter Malta stelt de Visserijraad voor om in de zogeheten Verordening technische maatregelen terug te vallen op de huidige regel, die inhoudt dat Nederland slechts 5 procent van de boomkorvloot mag uitrusten met de puls. De raad beslist op 11 mei.
Staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken, die Nederland vertegenwoordigt in de Europese Raad, is woedend op zijn Europese collega’s. „Ik ben buitengewoon teleurgesteld dat het voorzitterschap lidstaten tegemoet is gekomen die bezwaren hebben tegen de pulstechniek”, schrijft hij aan de Tweede Kamer.
Het is ook onbegrijpelijk. Het Europese visserijbeleid wil de vissers aanzetten tot innovatie en verduurzaming. Nederlandse vissers zijn daar volop mee bezig. Zij hebben de afgelopen jaren miljoenen euro’s geïnvesteerd in de ombouw van hun schepen naar puls. De pulstechniek „is een duurzame innovatie”, schrijft Van Dam, die nu „onnodig” wordt belemmerd. De bewindsman kondigt aan zijn „ongenoegen” volgende week „duidelijk kenbaar” te maken door zich te onthouden van stemming.
Stroomstootjes
Bij puls of elektrisch vissen –al in 1992 uitgevonden door een Zeeuwse visser– schrikken stroomstootjes de bodemvissen op zodat ze omhoog zwemmen en in het net belanden. Bij de traditionele boomkor gebeurt dit „wekken” met kettingen die over de zeebodem slepen. De pulskor wordt vooral in de tongvisserij toegepast. De brandstofbesparing loopt op tot wel 50 procent. De bijvangst van ongewenste vis neemt fors af en de zeebodem wordt gespaard. Dat is dus winst voor de visser én voor het milieu.
De techniek mag tot nu toe alleen met speciale toestemming van Brussel worden toegepast. Op basis van de 5 procentregel kregen aanvankelijk 22 Nederlandse kotters een vergunning om hun schip om te bouwen. In 2011 peuterde toenmalig staatssecretaris Bleker van Landbouw 20 extra vergunningen los voor wetenschappelijk onderzoek. Begin 2014 wist staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken er voor een „nationaal pilotprogramma” nog eens 42 bij te krijgen. Dat loopt in 2019 af.
Kritiek op de puls is er ook. Die varieert van opgeklopte verhalen over vissen met brandplekken en gebroken ruggen tot vragen van milieuorganisaties over de ecologische gevolgen op lange termijn –reden om te pleiten voor meer wetenschappelijk onderzoek. Ingrijpender is het verzet van collega-visserijstaten als Denemarken en met name Frankrijk. Dat laatste land zou het liefste zien dat alle ontheffingen van de Nederlanders worden ingetrokken. Volgens de Franse minister Royal (Milieu) zijn de risico’s van elektrisch vissen onvoldoende duidelijk, schiet de controle tekort en is het aantal schepen dat aan proeven meedoet veel te groot. Volgens de Nederlandse visserijorganisaties zijn de Fransen echter tegen omdat hun eigen vissers de concurrentie met de Nederlanders dreigen te verliezen. Hoe het ook zij, feit is dat vissers uit andere landen tot nu toe veel minder hebben geïnvesteerd in duurzame technieken dan de Nederlanders. Vorige week bleek uit cijfers van de Europese Commissie dat Nederlandse vissers al bijna 30 procent van een Europese subsidiepot voor innovatie hebben benut, terwijl dat Europabreed slechts 2 procent is.
Fel verzet
De afgelopen tijd heeft de Nederlandse visserijsector met een charmeoffensief geprobeerd de Engelsen, Denen, Duitsers, Belgen en ook de Fransen te overtuigen van de „grote ecologische en economische voordelen” van de pulsvisserij. Maar het Franse verzet bleef „ongemeen fel”, constateerde onlangs VisNed, de andere belangenorganisatie van de kottervissers. Het lijkt er nu op dat de Fransen volgende week hun zin krijgen. Daarna gaat het Europees Parlement zich nog met de kwestie bemoeien, maar daarin hebben de Fransen zich ook al geroerd. Een woordvoerder van de eurofractie van ChristenUnie-SGP zei woensdag dat Nederland „in het slechtste geval” straks 22 vergunningen overhoudt.