Iets zeggen over de succeskans van deze formatiepoging is pure speculatie. Wel lijkt het aannemelijk dat de gesprekken lang gaan duren. Vier redenen waarom deze partijen er niet in een paar weken uit kunnen en mogen zijn.
Schrijven over een formatie heeft iets van het vroegere Kremlin-watchen. Zag ik Buma daarnet nu zijn wenkbrauw optrekken? Het gaat vast mis met de besprekingen! Zelfs de best ingevoerde journalist weet niets en hoort weinig. En trekt daarom soms verregaande conclusies uit een minimum aan feiten. Niet voor niets liggen onderhandelaars vaak in een deuk als ze de krant lezen. „Gaat dat over ons of over een formatie in Fantasia?”
Wie iets zinnigs over slagingskansen wil zeggen, laat zich bovendien al snel leiden door wensdenken. Zo meldde De Telegraaf donderdag dat „VVD-prominenten niets zien in coalitie met GroenLinks.” NRC beweerde diezelfde dag het omgekeerde: „Scepsis over GroenLinks ebt weg.”
Gevraagd naar háár inschatting, antwoordde informateur Schippers donderdag: „Ik heb het idee dat dit zeker wat kan worden. En ook dat het hartstikke fout kan gaan”. Een rookgordijn, opgetrokken door iemand die méér weet maar die het vertikt om dat te zeggen? Waarschijnlijk niet. Laten we Schippers liever op haar woord geloven.
Natuurlijk kan de combinatie VVD, CDA, D66 en GroenLinks iets gaan worden. Waar een wil is, is een weg. En is het niet exact déze combinatie die nu al voor de tweede maal op rij de Gedeputeerde Staten van Utrecht vormt? Maar het kan net zo goed mislukken. De standpunten van met name VVD en GroenLinks liggen mijlenver uiteen. Om die dichter bij elkaar te brengen, helpt het natuurlijk niet dat demissionair minister Dijsselbloem (Financiën) de onderhandelaars deze week vertelde dat de bestedingsruimte van misschien wel 8 tot 10 miljard euro, waarop de partijen hoopten, in de praktijk „véél kleiner” (woorden van Schippers) is dan men dacht...
Ook de veelgehoorde analyse dat de achterliggende week voor de onderhandelaars, die immers volgende week vrij hebben, een cruciale was, verwees Schippers naar het rijk der fabelen. „De waarheid is simpeler. Na een zware campagne en elf goed benutte formatiedagen, hebben politici gewoon recht op vakantie.”
Eén ding kan over deze formatie wel met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid gezegd worden: ze gaat een tijd duren. Daarbij hoeven we niet meteen te denken aan het wereldrecord formeren (België: 587 dagen), maar op een vluggertje zoals in 2012 (52 dagen) mogen we niet rekenen. Daarvoor zijn ten minste vier redenen.
De eerste is dat er deze keer niet twee maar vier partijen rond de tafel zitten. Dat maakt onderhandelen complexer en tijdrovender.
De tweede is dat de vlotte, hippe manier van onderhandelen: het uitruilen van onderwerpen, sinds het ‘kwartetspel’ dat Rutte en Samsom in 2012 met elkaar speelden een slechte naam heeft gekregen. Dit keer richt men zich weer ouderwets op het smeden van compromissen. En ook dat kost tijd.
De derde is dat formeren in de Nederlandse context eigenlijk sowieso niet te snel mag gaan. Kiezers moeten wennen aan de gedachte dat partijen die elkaar tijdens de campagne nog voor rotte vis uitmaakten, nu toch echt eensgezind het land gaan besturen. Een kabinet dat op het oog met bloed, zweet en tranen tot stand komt, krijgt daarmee een stempel van kwaliteit en degelijkheid. Niet voor niets rekten in 1977 Van Agt en Wiegel soms hun besprekingen kunstmatig op en rookten zij nog een extra sigaartje om de wachtende pers de indruk te geven dat er aan tafel zwaar gevochten was. En ook nu accepteren de achterbannen van VVD en GroenLinks het resultaat slechts als zij menen dat er lang en hard voor geknokt is.
De vierde reden is dat, mochten VVD en CDA heimelijk uit zijn op het mislukken van de huidige combinatie, ook het bereiken van dat doel tijd kost. GroenLinks kan alleen met fatsoen aan de kant geschoven worden als ten minste de indruk is gewekt dat er alles aan gedaan is dat te voorkomen. En zouden Rutte en Buma stiekem mikken op het toch weer aanschuiven van de PvdA, dan wordt dát: overtuigend bewijzen dat de grootste verliezer in de Trêveszaal niet gemist kan worden, helemaal een tijdrovend proces.