Groots uitzicht op zwaar bevochten brug in Arnhem
„Zo zonnig en rustig was het ook toen we tijdens operatie Market Garden landden”, zegt de Britse parachutist Jeff Roberts (91). Vanuit Airborne at the Bridge, het nieuwe museum dat donderdagmiddag werd geopend, heeft de veteraan een riant uitzicht op de Rijnbrug waarom in 1944 zo zwaar werd gevochten. Een operatie die allerminst zonnig en rustig verliep.
Arthur Letchford behoorde tot het bataljon van John Frost dat de noordelijke oprit van de brug veroverde en er dagenlang standhield, tevergeefs wachtend op versterking. „We wisten hoe cruciaal deze brug was”, zegt hij nu, leunend op zijn stok.
Jeff Roberts en David Whitman stonden in Oosterbeek tegenover een vijandelijke overmacht. Gedrieën wonen ze nu de opening bij. „Wij hadden het geluk dat we de gevechten overleefden”, zegt Roberts. „Ik ben vaak bang geweest; dat wil ik eerlijk bekennen. Van ons bataljon overleefden er 74; er kwamen 120 makkers om.”
Begraven in de tuin
Whitman (97) was hospitaalsoldaat. Donderdag bezocht hij het huis nabij de kerk van Oosterbeek waar hij talloze gewonde makkers verzorgde. „In de tuin heb ik er meer dan vijftig begraven. Als ik overlijd, wil ik dat mijn as daar wordt uitgestrooid.”
De drie Britse veteranen arriveerden donderdagmorgen per boot, want vliegen gaat niet meer. Ze bezochten het Airborne Museum in hun vroegere hoofdkwartier in Oosterbeek, kregen daarna een rustpauze en kwamen daarna naar de nieuwe dependance bij de Arnhemse John Frostbrug.
Grote ramen bieden een riant uitzicht over de Rijn. Die lijkt hier zo breed niet, maar bleek tijdens de opmars van de bevrijders een onneembare barrière. De veteranen zetten een speciale bril op, zodat ze een acht minuten durende film driedimensionaal kunnen bekijken. Ze horen over de gevechten om de brug, bezien door de ogen van drie mannen die de Slag om Arnhem niet overleefden: de Britse luitenant John Grayburn, de Duitse Hauptsturmführer Viktor Eberhard Gräbner en de Nederlandse kapitein Jacob Groenewoud. Gräbner was 30, Groenewoud 27, Grayburn –die ook met John Frost bij de Rijnbrug vocht– werd slechts 26.
De slag verliep niet naar wens, maar de geallieerden hielden lang en dapper stand. Jeff Roberts bewaakte een landingsterrein, trok met een antitankgeweer door de bossen bij Ede en nam posities in bij de Johannahoeve en hotel Dreijeroord in Oosterbeek. „Totdat na tien dagen enkele Duitse soldaten binnenstapten en ons krijgsgevangen maakten. En vervolgens gaven ze ons een sigaret.”
Krijgsgevangene bleef Roberts tot de Russen hem in het voorjaar van 1945 in Tsjechoslowakijke bevrijdden. „Daar hadden we in een kolenmijn moeten werken. Diep onder de grond; dat was wel de veiligste plaats tijdens de luchtaanvallen door de geallieerden.”
Verwoest Rijnfront
Sinds 1944 is Roberts elk jaar –op acht keer na– in de regio Arnhem teruggeweest. Airborne at the Bridge werd er gistermiddag geopend door brigadegeneraal C. J. Matthijssen, commandant 11 Luchtmobiele Brigade. Vanaf vrijdag is het kleine museum met het grootse uitzicht elke dag gratis te bezoeken.
In een vitrine ligt een deel van een stengun, gevonden onder de Rijnbrug toen de gevechten voorbij waren. Er zijn uniformen te zien, en een Poolse parachutistenhelm. Om het halfjaar wordt een nieuwe tentoonstelling ingericht, zegt directeur Sarah Thurlings-Heijse. Beneden, ín de dijk, worden schoolklassen ontvangen.
De veteranen poseren voor een grote panoramafoto van het Arnhemse Rijnfront vóór de slag. Alle omliggende bebouwing is van na de oorlog, maar even verderop staan huizen die het oorlogsgeweld wonderlijk overleefden.