De verkiezingen leven. Niet alleen op straat, maar ook in de klas. Op sommige scholen is een ware verkiezingsstrijd losgebarsten tussen partijen die alles uit de kast trekken. De campagnes moeten medeleerlingen ervan overtuigen dat zíj de school beter, of eigenlijk leuker, willen maken.
Wat is een leuke openingszin? Peinzend zit Alisha met een leeg vel papier voor zich. De groep 8-leerling van de Ruitenbeekschool uit Lunteren kijkt haar partijgenoten aan. „Hallo allemaal” is te standaard. „Hallo burgers?” stelt ze voor. „Ik, Alisha van den Top, ben van partij LOS”, dicteert klasgenoot Henk Kieft. „LOS staat voor Leuker Op School.”
Zo meteen moeten ze stempassen uitdelen aan de kinderen van groep 4, en hun verkiezingsposters daar ophangen. Natuurlijk willen ze stiekem toch meer dan alleen uitleg geven over het gebruik van die pas. LOS moet de grootste partij worden. Als dat lukt, mogen ze met de meester kijken of hun partijprogramma uitgevoerd kan worden. Een goede presentatie is dus belangrijk.
Directeur L. van Dijk, die groep 8 elke donderdag lesgeeft, startte eind vorig jaar met lessen over de politiek. Voor een repetitie moesten de kinderen alle namen van ministeries, partijen en lijsttrekkers leren. Daarna liet hij de leerlingen zelf aan de slag gaan. In groepjes van drie of vier richtten ze een partij op. Er moest een naam komen, een lijsttrekker en een miniverkiezingsprogramma.
LOS wil meer leesboeken voor meisjes, het kleuterplein verbeteren en spiegels ophangen in de kindertoiletten. „Sommige kinderen hebben weleens inkt op hun gezicht”, licht lijsttrekker Alisha dat laatste toe. In haar groepje wilden drie van de vier kinderen partijleider zijn. Alisha raadde een getal onder de tien dat groepsgenoot Stijn bedacht.
Pr-stunt
Volgende week moet ze haar partij presenteren aan de ongeveer 75 stemgerechtigden op school: alle leerlingen vanaf groep 4. Een week later is de verkiezingsmiddag met een debat en een promotiekraampje. Daarna volgt de stembusgang. De kinderen uit groep 7 mogen stemmen tellen. Ondertussen zal hun meester de spanning opvoeren door af en toe een tussenstand te verklappen.
„Het leuke is dat we met zo’n verkiezing op school dezelfde verschijnselen ziet als in het echt”, vindt Van Dijk. „Een leider hoeft maar iets verkeerd te zeggen en een partij zakt weg in populariteit.” Hij herinnert zich een mislukte pr-stunt op zijn vorige school in Nunspeet. De daar opgerichte partij Adok –met populaire lijsttrekker– kwam naar school met een skelter waarop een houten hok was getimmerd. „Ze werden ”Adok kippenhok” genoemd en weg was de populariteit.”
De meester vindt het belangrijk dat kinderen al jong snappen hoe de maatschappij in elkaar zit. „Zo krijgen ze op een speelse manier door hoe de politiek werkt. En door namen van ministeries en politici te leren, kunnen ze het nieuws beter plaatsen. Nu weten ze beter om wie het gaat.”
Populair
Van Dijk is zich ervan bewust dat kinderen om niet-inhoudelijke redenen een stem uitbrengen, bijvoorbeeld op een broer of zus. „De meeste stemmen op hun vrienden”, zegt ook Sven Malestein van Ruitenbeek Denkt (RD). Hij ziet één voordeel: de drie meiden die groep 8 telt, zitten niet bij elkaar. „Meisjes moeten dus echt kiezen.”
De kinderen blijken vooral beducht voor hun concurrenten omdat die naar hun idee populairder zijn. „De kleintjes kiezen niet om de punten, maar om de kinderen”, zegt José van Ruitenbeek Vooruit (RV). Partijgenoot Tom van Essen heeft al een strategie bedacht: „De komende tijd heel veel omgaan met de kinderen van groep 4, 5, 6 en 7.” José: „Ja, gewoon heel aardig doen.”
De leerlingen zijn zich er maar al te goed van bewust dat het helpt om leuke hebbedingetjes uit te delen. Ze maken wilde plannen om snoep in te slaan. En ze proberen aansprekende standpunten te bedenken. RD zet in op ijzerwerk achter de goals op het trapveldje om de bal tegen te houden. „Als je ernaast schiet, ligt de bal gelijk in het weiland en dan pakt de boer hem af”, legt lijsttrekker Sven Malestein uit. Een net achter het doel mag niet, want daar gaan de kinderen in klimmen. Dus zoekt Sven nu op Google naar een plaatje van een ijzeren geraamte voor in hun verkiezingsprogramma.
Als ze zelf zouden mogen stemmen morgen, dan werd het SGP. „Dat kwam uit de stemwijzer”, vertelt Niek Achterstraat, lijsttrekker van RV. Alleen partijgenoot Rik Steenbeek twijfelt tussen ChristenUnie en Partij voor de Dieren. „Ik houd van dieren.” Er barst meteen een nieuwe discussie los: moet er toch niet iets over dieren in hun verkiezingsprogramma? Rik stelt voor om dieren op school te houden, maar zijn klasgenootje José van Maanen denkt dat dat toch niet mag. Voor de zekerheid wint ze nog even advies in bij de meester. Even later: „Hij zegt dat we het beter niet kunnen doen, omdat sommige kinderen allergisch zijn voor dieren.”
„Ik stem op jou, Niek”, belooft een jongen uit groep 5 meteen als RV stempassen uitdeelt. „Nee joh”, corrigeert zijn buurvrouw. „Je moet eerst kijken wat ze willen.”
Zwart-wit
Ook de aula van het Driestar College in Gouda hangt vol verkiezingsposters. Donderdag lieten de tweede- en derdeklassers (vmbo basis en kader) in het stemhokje weten wat hun favoriete partij is. De uitslag ligt nu bij ProDemos, die de landelijke scholierenverkiezingen organiseert. „Er is een duidelijke voorkeur voor de SGP op onze school”, zegt Pieter Prins, docent geschiedenis en maatschappijleer. Ter voorbereiding legde Prins de leerlingen uit hoe de politiek werkt en nam hij de partijstandpunten met hen door.
Opvallend genoeg was de VVD bij sommigen in trek. „Blijkbaar vinden leerlingen dat premier Rutte het goed gedaan heeft.” Daarnaast kreeg de ChristenUnie wat stemmen en ook Jezus Leeft deed het aardig. De PVV kreeg minder stemmen dan Prins had verwacht. „Leerlingen kunnen best kritisch zijn. Pubers zijn natuurlijk lekker zwart-wit en daar sluiten de PVV-standpunten bij aan. Maar er zijn ook leerlingen die het absoluut oneens zijn met Wilders. Dat levert in de klas leuke discussies op.”
Nu zijn de derdeklassers, zoals elk jaar, bezig met hun eigen partij en campagne. Voor de stemronde, waaraan de hele school meedoet, delen de scholieren zelfgemaakte folders met partijstandpunten uit. In pauzes mogen ze campagne voeren. Verschil met de basisschool in Lunteren is dat deze partijen standpunten innemen over landelijke thema’s. De ervaring leert dat ze allemaal tegen abortus en euthanasie zijn, vertelt Prins. Verschillen komen vooral om de hoek kijken bij debatten over het milieu en de omgang met vluchtelingen.
Stemrecht
De vmbo’ers (basis en kader) aan wie Prins lesgeeft zeggen vaak dat ze niets met politiek hebben. De docent ziet dat zijn leerlingen het niet vanzelfsprekend vinden om te gaan stemmen. „Waarom zou ik, vragen ze zich af.” Hij hoopt de scholieren dan ook mee te geven dat stemrecht iets moois is. „Omdat je kunt meebeslissen over wie het land bestuurt.” Na verloop van tijd ziet hij soms een vlammetje overslaan. „Dan vraagt een leerling me: Hoe kan ik eigenlijk zelf de politiek in?”
Hij wijst erop dat de derdeklassers stemrecht zullen hebben bij volgende Tweede Kamerverkiezingen. Als het komende kabinet de rit uitzit, zijn zij net 18. „Het maakt me niet zozeer uit wát stemmen, als ze er maar over nadenken. En als ze stemmen op een partij omdat hun ouders dat doen, ook prima.” Bewust besteedt Prins aandacht aan de christelijke partijen. „Een van de meest gestelde vragen is wat nu eigenlijk het verschil is tussen de ChristenUnie en de SGP. Ik leg dan uit dat de SGP meer nadruk legt op de verantwoordelijkheid van mensen, en de ChristenUnie meer op de zorg voor je naaste. Ik weet: dat doet niet altijd recht aan de werkelijkheid. Die nuance is lastig te vatten.”
Dat is volgens hem een van de redenen dat politiek vmbo-jongeren minder aanspreekt. Ook het feit dat debatten lastig zijn te volgen voor vmbo-scholieren draagt daar niet aan bij. „Als ik met de vierdeklassers de Tweede Kamer bezoek, zegt SGP-voorlichter Menno de Bruyne gekscherend dat de politici zelf ook niet weten waar ze het over hebben.” Maar serieus: die onbegrijpelijkheid kweekt naar zijn idee sympathie voor de PVV in de klas. „Bij Wilders begrijpen ze tenminste waar het over gaat.”
Partij voor respect
Na de verkiezingen op de Ruitenbeekschool zit het er nog niet op voor groep 8. De Lunterense school doet ook mee met de actie ”Respect2020” van KlasseTaal (onderdeel van de Bond tegen vloeken). De klas bedenkt daarvoor een plan om „vriendelijker taalgebruik, zonder vloeken of schelden” te bevorderen. Door hun plan op een creatieve manier te verpakken maken ze kans op een bokaal. KlasseTaal belooft bovendien het winnende voorstel over respect aan te bieden aan de nieuwe regering. Meester Van Dijk: „We waren toch al met de verkiezingen bezig. Dit project past er mooi bij.”
Meer achtergronden over de verkiezingen leest u in het thema Tweede Kamerverkiezingen 2017.