Handletteren: niet schrijven, maar tekenen
Papier, een potlood, een gum en wat pennen, meer heeft een beginnend handletteraar niet nodig. O ja, tijd. Om te oefenen.
Mooie handgeschreven teksten –kreten, spreuken– duiken steeds vaker op. Zo’n beetje elk woord is opgetekend in een ander lettertype, van dik tot dun, van speels tot strak. Het ene woord is ingekleurd, het andere is gevuld met stippen, bij het derde is schaduw getekend. Tussen de woorden staan wat blaadjes, bloemetjes of krullen. Zo ontstaat er een mooi geheel. Een plaatje.
”Handlettering” is populair, dat kan haast niemand ontgaan zijn. „Stop met breien, handletteren is de nieuwe trend!” kopte BN DeStem eind vorig jaar veelzeggend. Goed gevonden. Maar grappig genoeg ziet professioneel handletteraar Birgit van Wijk breien en handletteren juist niet als concurrenten. Sterker nog, ze hebben iets heel belangrijks gemeenschappelijks: de ambachtelijke component. „De technologie heeft veel dingen overgenomen. Een poster maak je heel snel en makkelijk op de computer. Juist daarom zijn mensen nu op zoek naar dingen waar ze met aandacht aan kunnen werken. Naar iets wat niet snel af moet, omdat er op het werk en in het gezin ook al veel haast is. Zie het als een soort tegenbeweging, die hang naar iets ambachtelijks. Net als haken en breien en kleuren.”
Zo’n versierde spreuk maken, is dat eigenlijk nog schrijven? Daarover kun je van mening verschillen. „Je bent op een illustratieve manier met letters bezig”, aldus Birgit van Wijk, die sinds zes jaar eigenaar en grafisch ontwerper van PoppyRed Ontwerpstudio is. „Wat je bij handlettering doet, is letters tekenen in plaats van schrijven.”
Daarom maakt het ook weinig uit hoe mooi of hoe slordig je handschrift is. „Het is wel fijn als je een beetje kunt tekenen.” Maar ook dat is geen vereiste. Volgens Van Wijk –die workshops handlettering en moderne kalligrafie geeft– gaan de (niet-ervaren) cursisten vrijwel altijd weg met een zelfgemaakt werkstuk waar ze erg tevreden over zijn.
Ruitjesschrift
Valt het toch tegen, dan is het zaak om veel te oefenen. „Als je ermee wilt beginnen, geniet dan vooral van het proces. Ook als het niet meteen lukt. De resultaten worden vanzelf beter. Probeer er minimaal elke week wat tijd aan te besteden. Maar liever elke dag minstens een kwartier. Teken met potlood of fineliner letters na of maak doodles, schetsjes zonder duidelijk doel.”
Schaf ook een ruitjesschrift (5x5 millimeter) aan om je letters in te oefenen, adviseert Van Wijk beginners. „De lijnen helpen je rechte lijnen te trekken en goed in verhouding te werken. Zo zijn hoofdletters altijd gelijk in hoogte. Ze passen dus allemaal tussen twee lijnen.”
Het is verstandig om als eerste een compleet alfabet te oefenen. En liefst meerdere: één met schreef –van die dwarse streepjes aan de uiteinden van letters–, een schreefloze en een schrijfletter. Dat laat de eigenaar van PoppyRed haar cursisten ook doen. „Doe dat voordat je aan een woord begint. Met het schrijven van zo’n alfabet heb je dan alle letters al een keer geoefend. Daarna kun je verdergaan met een fantasielettertype. Maak bijvoorbeeld op Pinterest een bord aan met lettertypes die je aanspreken.” En voorbeelden van handletterteksten. Want als beginner kun je ook gerust teksten van anderen gaan natekenen. „Ik denk niet dat je daardoor dingen verkeerd zult aanleren. Ik denk zelfs dat de meesten beginnen met natekenen. Dat oefenen is juist heel belangrijk.”
Bandjes en krullen
Je kunt zelf –dus zonder cursus– „best ver” komen, zegt de workshopleider eerlijk. „Ik denk zeker dat handlettering iets is wat je jezelf kunt aanleren.” Natuurlijk zijn er valkuilen: Van Wijk –ze deed zelf een grafische opleiding– ziet regelmatig voorbeelden van werk waarbij letters niet in de juiste verhouding staan. Waarin kapitaal en onderkast (hoofdletter en kleine letter) door elkaar zijn gehaald. Of waarbij schrijfletters en lussen niet gelijkmatig zijn. „Kijk vooral heel goed naar de letter die je wilt tekenen. Dat is belangrijk. En gebruik een liniaal om hulplijnen te trekken en om te meten, maar niet om letters mee te tekenen!”
Papier, een potlood, een gum en wat pennen, meer heeft een beginnende handletteraar niet nodig. Als pennen zijn fineliners van de HEMA geschikt, maar Van Wijk raadt de fineliners Sakura Pigma Micron aan: de –veel zwartere– archiefinkt is watervast en ze zijn in verschillende diktes verkrijgbaar. Vergeet ook vooral niet een HB-potlood (bijvoorbeeld van Faber Castell) aan te schaffen. „Een potlood is zachter dan een pen. Dat werkt fijn. Je kunt van alles uitproberen, ook qua compositie. En weer weggummen.”
De compositie van de diverse woorden is bij handlettering heel belangrijk. Dat is een van de grootste verschillen met moderne kalligrafie, een manier van schrijven die weleens met handlettering wordt verward (zie kader voor meer verschillen). „Bij handlettering komt minder techniek kijken. Het is net wat toegankelijker, bijvoorbeeld omdat je foutjes kunt uitgummen, en daarom ook populairder”, merkt Van Wijk.
Kleine tekeningen, bandjes en krullen vrolijken een handgeletterde tekst vaak op. „Ik laat in een workshop ook wel krullen, bandjes en banners oefenen. Maar ik zeg altijd: richt je eerst op de letters zelf. Maak bijvoorbeeld opgaande lijnen dun en neergaande lijnen dik. De meeste mensen vinden dat al moeilijk genoeg.”
Het grappige is dat die dunne opgaande lijn en de dikke neergaande lijn uit de kalligrafie afkomstig zijn. „Je krijgt een dikke lijn door meer druk uit te oefenen op de pen. Bij handlettering boots je dat eigenlijk na. Door het te tekenen.”
Of je kunt een brushpen aanschaffen: een pen met een dikke, zachte, spitse punt die bij meer druk ook een dikkere lijn geeft. „Heel leuk, maar moeilijker dan werken met een fineliner. Ook omdat je door de brushinkt potloodlijnen blijft zien. Eerst schetsen en dan overtrekken kan dus niet.”
Wat is het?
Handlettering is populair. Maar wat is het eigenlijk? Het lijkt op kalligrafie (schoonschrijven), maar is het niet. Birgit van Wijk van PoppyRed zet een paar verschillen op een rijtje.
Bij handlettering gebruik je verschillende lettertypes, terwijl je bij kalligrafie je in principe toelegt op één lettertype.
Wie handlettert tékent letters; wie kalligrafeert schrijft ze in één vloeiende beweging.
Bij handlettering werk je vooral met potlood en fineliner; kalligraferen doe je met schrijfmaterialen zoals een kroontjespen.
De uiteindelijke lay-out staat voor handletteraars centraal en het draait minder dan bij kalligrafie om techniek.
Versieringen zoals banners en krullen maken een handgeletterde tekst leuk; bij kalligrafie staat de (sierlijke) letter centraal.
Voor handlettering hoef je geen fraai handschrift te hebben; voor wie gaat kalligraferen is dat wel een pre.
Waarom zou je?
Ze zien er leuk uit, die zelfgeschreven teksten met woorden van verschillende grootte en in diverse lettertypes. Maar waarom zou je er zelf mee aan de slag gaan? Nou, hierom bijvoorbeeld:
handlettering is goed voor je fijne motoriek
het kost (bijna) niets
iedereen die wil, kan eraan beginnen
het is een hobby die bruikbare producten oplevert: lieve kaartjes, bijvoorbeeld
met weinig materialen (papier, potlood, fineliner) kom je een heel eind
handletteren is betrekkelijk snel te leren
je kunt het overal doen, zelfs onderweg (trein, wachtkamer)
creatief bezig zijn maakt gelukkig
Boek vol inspiratie
Zin om aan de slag te gaan met handletteren? Dan kan het prettig zijn een boek vol inspiratie voor je te hebben liggen. Het gloednieuwe ”Meer met letters” van Martine Boere (uitg. Kosmos; € 18,90) bijvoorbeeld. In het boek is veel ruimte voor handige tips. Bijvoorbeeld over hoe je stoere, sierlijke, speelse, strakke en saaie lettersoorten mooi combineert – want juist die combinatie is belangrijk bij handlettering.
Broere, de drijvende kracht achter Studio Suikerzoet, heeft geen grafische achtergrond. Ze leerde handletteren door te dóén, en dat adviseert ze ook haar lezers. Het enthousiasme spat van de bladzijden af. Erg prettig voor beginners die wellicht nog over een drempel getrokken moeten worden. De teksten –en de vele illustraties– zijn praktisch, de toon is eenvoudig. Ook handletteren op hout, steen en glas komt aan bod, net als het werken met brushpennen. En passant leert het boek je cactussen en paardenbloempluisjes tekenen – fijn om een tekst mee op te leuken.
Printvoorbeeld (eerst downloaden, dan afdrukken)