FBI: Trump niet afgeluisterd
De FBI ontkent dat president Obama in 2016 Donald Trump heeft laten afluisteren. Directeur James Comey van de FBI heeft volgens hoge functionarissen het Amerikaanse ministerie van Justitie gevraagd de beschuldigingen van Trump tegen te spreken. Dat meldde The New York Times zondag.
Comey vindt dat deze valse beschuldiging snel rechtgezet moet worden, omdat daar de indruk mee wordt gewekt dat de FBI zich niet aan de wet houdt.
Obama ontkende in het weekend ook al met klem dat hij Trump had laten afluisteren. Zaterdag had Trump zijn voorganger in een reeks tweets beschuldigd van het laten afluisteren van zijn telefoon. Het zou gaan om telefoongesprekken die Trump in de Trump Tower in New York voerde in de aanloop naar de verkiezingen van november 2016.
Trump eist een onderzoek van het Congres naar deze afluisteraffaire. Dat kan volgens hem ook in het kader van het onderzoek van de parlementariërs naar de vermeende bemoeienissen van het Kremlin met de Amerikaanse verkiezingen. Trump noemde Obama ‘een slechte/zieke kerel’ en vergeleek het vermeende afluisteren door Obama met de Watergate-affaire, het afluisterschandaal dat in het begin van de jaren zeventig leidde tot de val van president Richard Nixon.
FBI-chef Comey heeft zijn mening over de ‘afluisteraffaire’ niet zelf naar buiten gebracht. De NYT merkte op dat hij vorig jaar wel publiekelijk commentaar leverde op e-mails van de Democratische presidentskandidate Hillary Clinton. Comey is de hoogste functionaris binnen het justitie-apparaat die na het aantreden van president Trump in januari zijn functie heeft behouden.