Binnenland
Holocaustoverlevende: Buren spuugden me in het gezicht

Meelopen met het Joodse volk, desnoods tot in de gaskamer. Die oproep deed Jip Wijngaarden vrijdagmiddag tijdens de herdenking van de Holocaust in Nijkerk.

Van onze correspondent
Wolfgang Kotek sprak vrijdag tijdens een door Christenen voor Israël georganiseerde herdenking van de Holocaust over zijn kinderjaren in het Duitse Wuppertal. Hij werd daar gepest en getreiterd. beeld RD
Wolfgang Kotek sprak vrijdag tijdens een door Christenen voor Israël georganiseerde herdenking van de Holocaust over zijn kinderjaren in het Duitse Wuppertal. Hij werd daar gepest en getreiterd. beeld RD

Christenen voor Israël organiseerde de herdenking op de dag dat het concentratiekamp Auschwitz –symbool van de moord op 6 miljoen Joden door de nazi’s– 72 jaar geleden bevrijd werd. De Nijkerkse Goede Herderkerk zat vol. De organisatie constateerde „steeds meer belangstelling” voor de jaarlijkse herdenking.

Wolfgang Kotek (1930) overleefde de Holocaust. Als Joodse jongen vluchtte hij vanuit Duitsland naar Nederland. Hij sprak over zijn kinderjaren in het Duitse Wuppertal, waar hij gepest en getreiterd werd. „Ik ben als jongetje een paar keer een halfuur opgesloten in een pikdonkere kelder door leden van de Hitlerjugend. Buren spuugden me in het gezicht. Anderen pakten rolschaatsen van me af. „Jude verrecke”, zeiden ze er steeds bij.”

De Jood haalde scherp uit naar de christelijke kerk in Duitsland in die tijd, zowel de protestantse als de rooms-katholieke. Hij wees op een protestantse predikant die het hakenkruis en het christelijk kruis beide op zijn borst droeg, en op het gebed op de rooms-katholieke school waar hij naartoe ging. „Daar werden twee heilanden aangeroepen: Jeshua en Hitler.”

Toch heeft Kotek goede herinneringen aan christenen uit de naoorlogse tijd toen hij als arts werkte. Hij noemde Jeshua de grootste rabbijn die het Jodendom ooit gekend heeft. Aan het einde van zijn toespraak sprak hij het Onze Vader –„van begin tot eind een Joods gebed”– uit in zowel het Hebreeuws als het Nederlands.

Historicus Bart Wallet was betrokken bij het vorig jaar uitgekomen oorlogsdagboek ”’s Nachts droom ik van vrede” van Carry Ulreich, een Jodin die de oorlog overleefde in Rotterdam. Tijdens zijn toespraak citeerde hij passages uit het boek.

Een ervan ging over Carry’s werk in Loods 24, de verzamelplaats van Rotterdamse Joden voor ze op transport gingen naar Westerbork. Ze was daar keukenhulp, om zo uit handen van de Duitsers te blijven. Buiten zag ze leden van de SS, soldaten en drommen mensen staan. „Een vrouw wil afscheid nemen van haar dochters en roept de naam van Gertrude en Hilda. Een soldaat geeft haar een duw en zegt dat hij genoeg heeft van Joden. De vrouw blijft halfgek staan.”

Het gezin van Carry kon onderduiken bij de familie Zijlman aan de Rotterdamse Mathenesserlaan. Het echtpaar stond zelf de bovenverdieping af aan de vijf Joden en sliep voortaan in het aardappelhok, 2,5 jaar lang. Wallet: „Dit zijn de helden van de oorlog.”

Jip Wijngaarden werd uit 3000 meisjes gekozen om de rol van Anne Frank te spelen in het toneelstuk ”Het dagboek van Anne Frank”. „Er keken als het ware 6 miljoen paar Joodse ogen over mijn schouders mee.” Ze vertelde wat het toneelstuk met haar had gedaan en over haar bekering tot het geloof in de Joodse Messias Jeshua.

De kunstenaar zei getroffen te zijn door Spreuken 24:11, 12, waar het gaat over mensen die wankelen ten dode en anderen die erbij staan en zeggen het niet geweten te hebben. „In het Duits vertaald staat er: „Wir haben das nicht gewusst.” De profeet had al voorzegd dat de Joden naar de slachtbank gevoerd zouden worden.”

Ze toont een replica van een schilderij dat ze hierover gemaakt heeft. In de lucht is de profeet te zien met een sjofar aan zijn mond. Onder hem lopen bange mensen in een lange rij. Aan de overkant van de spoorlijn is het dorp met de christelijke kerk. De gebouwen hebben geen ramen.

Wijngaarden: „De rillingen lopen over mijn rug. Wat is er misgegaan met de kerk? Ze heeft het Woord niet goed gelezen. Ook nu gebeurt het weer. Ik denk dat er nog een nacht voor Israël gaat komen. Laten we met het Joodse volk meelopen, zelfs tot in de gaskamers.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer