Column: Schepper Geest enige hoop tegen doodscultuur
Het zal een jaar of vijf geleden zijn dat ik met een groep gemeenteleden in het land van de Bijbel was. Op een van die dagen bezochten we Tel Megiddo, het overblijfsel van een belangrijke stad in Bijbelse tijden, uitziend over de vlakte van Jizreël. Voor Israëlgangers een buitengewoon interessante locatie. Door de eeuwen heen is daar veel gebeurd. Megiddo was vooral van strategisch belang. De stad was gelegen aan het begin van een smalle pas aan de grote weg die Assyrië en Egypte met elkaar verbond.
Niet alleen handelskaravanen maakten van die route gebruik, datzelfde deden de legers van de oude wereldmachten. Bij Megiddo ontmoetten ze elkaar en leverden ze slag, keer op keer. De naam is symbolisch geworden. ”Har Megiddon” (heuvel van Megiddo) werd tot ”Armageddon”, in het boek Openbaring de plaats van de allesbeslissende eindslag in het laatste der dagen.
Ezechiël, Gods profeet ten tijde van de Babylonische ballingschap, werd in de geest gevoerd naar een dal vol dorre doodsbeenderen, een onafzienbare vlakte vol gebleekte schedels en botten. Het vergt weinig fantasie om in dat dal de vlakte van Megiddo te herkennen. De menselijke restanten van een gehouden veldslag liggen daar nog. Niemand bekommert zich om die dorre knekels.
Maar de profeet moet op Gods bevel de Geest van God aanroepen: „Gij Geest, kom aan van de vier winden en blaas in deze gedoden, opdat zij levend worden.” Het is in dit verband goed om te weten dat het Hebreeuwse woord ”ruach” zowel ”geest” als ”wind” betekent. Op het woord van de profeet gaat de Geest blazen in die gedoden. O wonder! ze worden levend. Ze staan recht op hun voeten, allemaal. Een moedgevende profetie aangaande Gods heil voor een situatie waar enkel de dood heerst. Gods Geest is bij machte uit de dood te doen opstaan.
We zijn die ochtend lange tijd in Megiddo gebleven. Er was veel te zien. Op enig moment keerde ik me om en keek de vlakte van Jizreël in. Een merkwaardig verschijnsel, direct aan de voet van de tel, trok mijn aandacht. Wat was dat? Een lange verticale sliert van stof en bladeren bewoog zich langzaam door het dal. Naar onze ervaring was er geen wind die woei. Maar daar was alles in beweging. Onmiskenbaar veroorzaakt door een natuurschijnsel dat op enige manier iets met de wind te maken had. Een wonderlijke ”ruach” in het Megiddodal, in het dal van de dorre doodsbeenderen… Zomaar plotseling, zonder enig toedoen van mensen.
Abortus
Aan deze ervaring moest ik deze afgelopen week denken. Diverse berichten in de pers versterkten met elkaar het beeld dat onze samenleving meer en meer vertoont. Waarop doel ik? Ik noem allereerst minister Schippers, die vertelt dat ze trots is op de abortuspraktijk in Nederland. Eerder had ze iets gemompeld over maatregelen tot vermindering. „Vindt de minister dat we een probleem hebben?” zo was haar gevraagd vanuit GroenLinkse hoek. Nee, dat hebben we niet, aldus de minister. Geen problemen dus bij een 30.000-voudige moord per jaar in ons land… Vervolgens was er het idee van minister Ploumen om de antiabortusmaatregelen van de kersverse VS-president teniet te doen.
Enkele weken geleden was er de indrukwekkende stille tocht voor het leven in Den Haag. Een stil protest tegen de vernietiging van ongeboren levens. Maar de grote landelijke pers van Nederland had er geen enkele aandacht voor. Het volk hoefde het niet te weten.
Nog één ding noem ik: de recente uitlatingen van mr. Pieter van Vollenhoven over zijn dood als hij dat wenst. Moet je zelf kunnen bepalen… Een doodscultuur, dat is het waarin wij leven.
Toen dacht ik aan mijn ervaring in Megiddo. Er is er maar Eén Die ons redden kan van deze dood. Laat onze hoop daarop gericht zijn. Op het vrijmachtig ingrijpen van de Ruach van God. Veni, Creator Spiritus! Kom, Schepper Geest!
Reageren? welbeschouwd@refdag.nl