Het is een ernstige zonde als een lid of dooplid van de Gereformeerde Gemeenten zich laat dopen in bijvoorbeeld een evangelische gemeente. Deze overdoop betekent het einde van het lidmaatschap van de kerk.
Dat sprak de generale synode van de Gereformeerde Gemeenten donderdag uit, naar aanleiding van een kerkrechtelijke notitie over dit onderwerp.
De synode worstelde met de vraag hoe om te gaan met bijvoorbeeld een minderjarige die zich laat overdopen. Ouderling Z. Klaasse (Beekbergen): „Ik kan er geen vrede mee hebben als iemand van 17 jaar tegen de zin van de ouders ophoudt lid te zijn.”
Deputaat ds. P. Mulder stelde daarentegen dat er sprake is van een vaststaand feit. „Als een minderjarige belijdenis doet in een andere kerk, dan houdt de band met onze kerken ook op. Er is altijd een weg terug. Pastorale zorg willen we altijd bieden. Maar we moeten kerkrechtelijk wel helder zijn.”
De synode benadrukte het grote belang van pastoraat richting de ouders van kinderen die zich laten overdopen. Ook stelde de vergadering dat de overdoop van een minderjarige niet hoeft te betekenen dat deze jongeren geen pastorale zorg meer krijgen aangeboden.
De synode gaf naar aanleiding van deze discussie aan de commissie catechese de opdracht om een lesbrief te schrijven over de waarde van de kinderdoop. Ook volgen over dit onderwerp publicaties in kerkblad De Saambinder en jongerenblad Daniël.
De kerkvergadering besloot geen ruimte te bieden aan het afleggen van een speciale belofte door ouders van een al gedoopt geadopteerd kind, die dit christelijk willen opvoeden. Deputaat ds. P. Mulder stelde dat dit onderwerp aandacht kan krijgen in onder meer de pastorale begeleiding, de voorbede in de gemeente en in kerkbodes.
De synode nam daarnaast een rapport aan dat het belang van de zondagsrust en –heiliging onderstreept.