Uitverkiezing biedt troost voor vluchtelingen
Calvijn heeft zich ingezet voor vluchtelingen. Tegen deze achtergrond moeten we ook zijn leerstuk van de uitverkiezing plaatsen. „Zelfs als alles je ontvalt en je voor de wereld op de vlucht bent geslagen, zal God voor jou zorgen.”
Het gaat in de verkiezing om Gods trouw aan de vervolgde kerk, zo betoogde mr. D. J. H. van Dijk woensdag in Barneveld, tijdens het jaarlijkse congres van de reformatorische studentenvereniging Solidamentum. Het thema was ”een vreemdeling”.
De uitverkiezing was voor Calvijn en voor de protestantse vluchtelingen uit die tijd geen abstracte leer, maar werkelijke geloofsbeleving, stelde het Eerste Kamerlid voor de SGP. „Wanneer we de calvinistische leer van de uitverkiezing losmaken uit deze context van vervolging, krijgen we een heel ander verhaal. Dat is in de gereformeerde traditie voor een deel ook gebeurd. De uitverkiezing, bedoeld als trooststuk, verwordt dan zomaar tot een bijna noodlottig systeem. Een soort loterij, je hoort erbij of je hoort er niet bij.”
Van Dijk benadrukte de zorg voor de vreemdeling, zoals die zorg in de Bijbel centraal staat. „Het is niet om het even of wij gastvrij zijn of niet. Het is zelfs een belangrijk aspect van het goddelijk eindoordeel over ons leven, zoals we lezen in Mattheüs 25.”
Traditie
Ds. C. J. Meeuse, predikant van de gereformeerde gemeente te Goes, nam zijn uitgangspunt in wat Solidamentum in de sprekersnotitie schreef: „Vanuit de Reformatie is er een cultuur ontstaan waar grote nadruk wordt gelegd op een sober en deugdzaam leven. Aan veel tradities hechten we grote waarde, zoals het niet-ritmisch zingen, het dragen van een hoed, het twee keer per zondag naar de kerk gaan, enzovoorts.”
Er is een Traditie met een hoofdletter die teruggaat op de Schrift, zei ds. Meeuse. „Daar kun je niet aan tornen. Daarnaast zijn er tradities die een Bijbelse oorsprong hebben, zoals de plaats van de vrouw in de gemeente en haar hoofdbedekking. In reformatorische gemeenten in het buitenland proberen we de hoofdbedekking in stand te houden. Dat hoeft geen hoed te zijn, als het maar een shawl is en vrouwen een teken geven van onderdanigheid.”
Het is volgens ds. Meeuse niet wijs om tradities die niet direct in de Schrift te vinden zijn bijvoorbaat weg te gooien noch om die fel en wettisch te verdedigen. „Het zijn de middelmatige zaken.”
Met het baptisme heeft ds. Meeuse grote moeite. „Veel reformatorische gemeenten in het buitenland dopen geen kinderen. Hier gaat men een grens over. De kinderdoop is geen menselijke uitvinding, maar de wijze waarop God Zijn verbond gestalte geeft in het Oude en het Nieuwe Testament.”