„Cubaanse christenen zaten zeker niet op heengaan Castro te wachten”
De Cubaanse oud-dictator Fidel Castro (90) is overleden. Een beschermer van de kerken op het Caraïbisch eiland was hij niet echt. Anderzijds: wie zich niet inliet met politiek kon rekenen op brede tolerantie, stelt J. Haeser. Als evangelist en Cubacoördinator van de stichting Spaanse Evangelische Zending (SEZ) maakt hij hieronder de balans op. „Cubaanse christenen zaten zeker niet op Castro’s heengaan te wachten.”
Wie de Granma opensloeg, of op de website van de gelijknamige Cubaanse krant keek, kwam tot op de dag van vandaag een krachtig en fris ogende Fidel tegen. Is dat voor Cubanen onuitwisbare beeld de werkelijkheid en is Fidel toch eigenlijk een ‘vader des vaderlands’? Wat valt er te zeggen over zijn betekenis voor het kerkelijk volksdeel, breed gezien of smaller: voor de protestanten?
Bijbel revolutionair
„Er zijn tienduizend meer overeenkomsten tussen christendom en communisme dan er bestaan met het kapitalisme…” was ooit een van de uitspraken van Fidel Castro. Nog karakteristieker was die dat hij „de indruk heeft dat de inhoud van de Bijbel in hoge mate revolutionair is. Ik geloof dat de onderrichtingen van Christus in hoge mate revolutionair zijn en absoluut samenvallen met de doelstellingen van een socialist, van een marxistisch-leninist.”
Verraden deze uitlatingen van Fidel sympathie voor de kerk? We moeten helaas vaststellen dat dit niet echt het geval is. Duidelijk is wel dat Fidel wist waarover hij sprak. Uit zijn mond werd opgetekend: „De Bijbel is immers een groot boek, en ik heb het gelezen; als kind heb ik er zelfs uit geleerd.”
De voormalige Cubaanse leider deed zijn uitspraken tegenover de Braziliaanse priester Frei Betto, die hem vele malen breedvoerig interviewde over zijn relatie met de godsdienst en het door hem zo gestimuleerde atheïsme.
Christenvervolging
Hoe verhoudt zich dit met het beeld dat de wereld, en zeker de kerkelijke wereld, in de jaren 1965-1980 kreeg? Kerkelijk stichtingen constateerden toen niet alleen in het Oostblok en in het op dat moment nog enorm gesloten China vervolgingen, maar ook in Cuba. Sommige organisaties gaan tot de dag van vandaag door om te zeggen dat Cuba bij de landen behoort waar christenvervolging is.
Op de begin dit jaar verschenen Ranglijst Christenvervolging van Open Doors is Cuba echter niet meer te vinden. Is dat de verdienste van Fidel, of misschien van zijn broer Raúl?
Bij alles moeten we goed bezien welke doelstelling berichtenmakers hebben. De genoemde schrijver Betto lijkt erop uit te zijn om Fidel een beschermeling van de godsdienstvrijheid te noemen, terwijl diverse ‘ondergrondse kerk’-organisaties blijkbaar alles kunnen gebruiken (ook politieke tegenstellingen) om het Castro-regiem te schetsen als wrede, sluwe vervolger van de kerk.
Angstcultuur
Aanwezigheid op het grootste eiland in de Caraïben laat steeds meer zien van de werkelijkheid. Regionaal zeer grote verschillen in dit land geven iedere geïnteresseerde ook de kans om het waarom daarvan na te gaan.
Steeds duidelijk is het ons als SEZ geworden dat het communistisch systeem kan blijven bestaan door een ‘angstcultuur’. In de eerste 25 jaar van de „revolutie”, zoals de Cubanen de machtsovername door Fidel Castro noemen, was iedereen bang van iedereen. Je kon op de maatschappelijke ladder klimmen als je anderen verried die zich niet volgens de revolutie gedroegen. Daaronder vielen zeker christenen, die zich steeds bezorgder toonden over de overgang van de bevrijders van Cuba naar een atheïstische communistisch model. In die tijd deinsden overenthousiaste Fidelliefhebbers, die hem bijna goddelijke eer gaven, er niet voor terug om christenen het leven zeer zuur te maken. Zo belandden dus ook prominente christenen in de gevangenis, zowel rooms-katholieke als protestantse belijders. Helaas was dat vaak op basis van valse getuigenissen, waardoor de aanklagers nieuw roem en in veel gevallen ook een betere positie verkregen.
Te ver
Toch gaat het beslist te ver Fidel Castro als de architect en de stimulator van deze zaken te noemen. Nee, uit alles is ons steeds duidelijker geworden dat regionale excessen vaak tot nare gevolgen leiden: sluiting van kerken, soms zelfs afbraak ervan, het vastzetten van kerkleiders. Wie daarbij zijn hulp zocht in het vrije buitenland werd nog sterker verdacht.
De angstcultuur, ook in de communistische hiërarchie, zorgde ervoor dat Fidel Castro vaak zeer gemanipuleerde informatie kreeg. En dus draaide hij geen vonnissen terug, want Castro, als gewezen advocaat, vond tot zelfs zijn periode van terugtreden uit het publieke leven dat recht moet zegevieren en dat geweld, ook van westerse naties, veroordeeld moet worden. Legio publicaties van zijn hand verschenen en telkens weer kwamen deze thema’s naar voren. In zijn „reflexiones” (overpeinzingen), die hij uitgaf en die ook met grote regelmaat in de Granma werden gepubliceerd, kwam repeterend naar voren dat Fidel een vijand was van de macht van het grote geld. In die zin was hij een communist in hart en nieren. Onderdrukking en godsdienstvervolging waren echter beslist geen thema’s bij hem. De bijstelling van het algemene beleid ten aanzien van de kerken rond 1980 (een versoepeling en het recht van elke Cubaan om zijn godsdienst te kiezen) is daarvan een bewijs. Sindsdien groeien met name de protestantse kerken enorm.
Tweede blokkade
Opvallend is dat in de Cubaanse kerken beslist cynisch gedaan wordt over de regering in zijn algemeenheid. Velen voegden ons een bekende, maar slechts voorzichtig uitgedragen stelling toe: op Cuba hebben we niet alleen de handelsblokkade van Amerika, maar er is een tweede blokkade: die van de eigen overheid. Zij staan ons niets toe.
Maar daartegenover is er zelfs meer sympathie voor Fidel dan voor zijn broer Raúl. Hij is immers de militair, broer Fidel is de denker, scherp van geest. Ook binnen de leiding van de protestantse kerken horen we deze inventarisatie terug, alhoewel men mijdt om over politiek te spreken, zeker met buitenlanders. Vertrouwelijke momenten schenken ons echter een goed beeld. Onze analyse is dan ook dat de kerken niet zaten te wachten op het heengaan van Fidel! De vrees van het ontbreken van een echte denker, een leider met visie, baart veel meer zorgen. Het plotseling wegmanoeuvreren van ministers en dergelijke wordt zeer schouderophalend in de krant gelezen. Prachtige voorspellingen over meer woningbouw of betere oogsten worden weggehoond. En inderdaad, wie op het platteland van Cuba komt ziet dat de verpaupering doorgaat en dat ook de agrarische activiteiten niet toenemen.
Ds. Martínez
Nee, een beschermer van de kerken was Fidel Castro niet echt, maar wie vertrouwen schonk, kreeg dat ook terug. Of ook: wie zich niet inlaat met politiek, kan rekenen op brede tolerantie.
Zo ervoeren ook oudere predikanten dat, onder wie de bekende ds. Erelio Martínez. Hij wilde om die reden ook zijn land de rug niet toekeren, terwijl hij wel mogelijkheden had.
Ook voor een organisatie als de Spaanse Evangelische Zending werd het steeds duidelijker dat wie zich in theologisch en kerkelijk opzicht niet op politiek terrein begeeft, ruimte krijgt. Ruimte die nog steeds ingeperkt wordt door lokale fanaten.
Echter, de lijn van Fidel om de kerken meer ruimte te bieden wordt gelukkig voortgezet door zijn broer Raúl. Grote kerstmanifestaties in de provinciehoofdsteden zijn daarvan een voorbeeld, af en toe zijn ook een mis of kerkelijke bijeenkomst op de televisie te zien. Begin dit jaar was in de zo fel communistische krant Granma zelfs te lezen dat de Bijbel nu ook in het Isizulu verkrijgbaar was (met een afbeelding van een opengeslagen Bijbel erbij). Helemaal in de lijn van Fidel.
Lijn verlaten
Uit de gesprekken op het eiland blijkt steeds dat men in de kerken de ethische stellingname van Fidel ook veel hoger waardeert dan die van zijn broer Raúl. Met grote teleurstelling ziet men aan dat na het overdragen van zijn presidentschap de lijn van Fidel wordt verlaten en dat bijvoorbeeld homoseksualiteit gepropageerd wordt. Ook in deze zin zien de kerken met meer ontzag terug op Fidel. Kortom, men ziet de toekomst beslist niet positief in nu de directe invloed van Fidel wegvalt.
Rekenschap
Een strateeg met een groot geheugen viel weg. Hij die eens zei „Het is mijn opvatting dat Christus ook een groot revolutionair was” zal ook rekenschap moeten geven van zijn denken en daden voor de Koning der Koningen. Zijn bekende uitspraak „La historia me absolverá” ofwel „De geschiedenis zal mij gelijk geven” reikt helaas niet naar de eeuwige dingen. De Heere gedenke het volk van Cuba en schenke de kerk van Christus Zijn zegen.”
J. Haeser is evangelist en Cubacoördinator van de stichting Spaanse Evangelische Zending (SEZ).
—
Lees ook in Digibron:
„Kerk in Cuba heeft gereformeerde theologie nodig” (Reformatorisch Dagblad, 14 november 2016)
„Sloop kerken Cuba past in patroon” (Reformatorisch Dagblad, 3 december 2015)
„Cuba strooit wereld zand in de ogen bij pausbezoek” (Reformatorisch Dagblad, 25 september 2015)
Onduidelijkheid over kansen voor kerken in Cuba (Reformatorisch Dagblad, 19 december 2014)
RD-actie Cuba levert 311.000 euro op (Reformatorisch Dagblad, 22 april 2011)
Een boodschap voor Cuba (Reformatorisch Dagblad, 12 april 2003)