Ds. Hildering werd versmade klokkenluider
Dominee Hildering bond de kat de bel aan: hij verstuurde een rapport over buitensporig geweld van Nederlandse militairen. Dat werd hem niet in dank afgenomen.
”Zendeling met hart voor dé zaak”, typeert Marleen van den Berg ds. H. A. C. Hildering. Hij schreef ooit het artikel ”De kwestie Indonesia Merdeka, bezien vanuit de Gereformeerde Kerken in Hersteld Verband”, het kerkgenootschap waartoe hij destijds behoorde. Van den Berg belichtte vanmiddag zijn bemoeienis met de ”kwestie Peniwen”. Die betrof klachten in de kerkelijke pers over het optreden van Nederlandse militairen bij een zuiveringsoperatie op 19 en 20 februari 1949 in Peniwen op Oost-Java, waarbij mensen zonder militaire noodzaak werden gedood en vrouwen werden verkracht.
De plaatselijke predikant, Martodipoero, beschreef wat er was gebeurd. Ds. Hildering zorgde ervoor dat dit rapport in Nederland terechtkwam. De Raad voor de Zending bracht het in de publiciteit. Dat veroorzaakte zowel in Nederland als in Indië veel opschudding, stelt Van den Berg, onderzoekster bij het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme.
Aanvankelijk kreeg ds. Hildering er waardering voor dat hij het „afschuwelijk relaas” naar buiten had gebracht. De waarderende toon in de pers sloeg echter snel om. De Nederlands-Indische regering ontkende iets af te weten van het rapport over Peniwen. Prompt bestempelden kranten de klokkenluider als leugenaar en Sukarnovriend en beweerden ze dat hij de goede naam van het Nederlandse leger had willen bevuilen.
Roep om vervolging
De militaire autoriteiten overwogen strafvervolging. Op 16 juli bleek echter dat de moorden bewezen werden geacht. Hildering had dus geen valse geruchten verspreid. Toch drong commandant Baaij alsnog aan op vervolging van de predikant. Die kwam er niet, besloot de Nederlands-Indische regering. Overigens is volgens Van den Berg niet bekend of dit besluit ook aan ds. Hildering werd meegedeeld.
De progressieve mentaliteit van de zending stond lijnrecht tegenover de conservatieve mentaliteit van de kerk, constateerde de spreekster. „En lijnrecht tegenover de mentaliteit van het Nederlandse volk, dat doof en blind was, voor de werkelijkheid en de waarheid. De werkelijkheid die Hildering zag, was dat het koloniale tijdperk voorgoed voorbij was en dat dit voor de zending een zegen zou zijn. Zoals blijkt uit de kwestie Peniwen, wilde Hildering die waarheid laten horen en wilde hij die waarheid laten zien.”
Lees ook in Digibron
Ds. Hildering overleden (Reformatorisch Dagblad, 13-05-1986)