Bondsdag HHK-vrouwen: Tegenspoed hoeft geen straf te zijn
Christenen en seculieren reageren verschillend op tegenspoed. Dat werd donderdag duidelijk tijdens de achtste bondsdag van de Hersteld Hervormde Vrouwenbond, die ongeveer 700 bezoekers trok.
Het was een van de laatste keren dat de bondsdag plaatsvond in de Lunterse Bethelkerk, omdat een nieuw bedehuis voor de hersteld hervormde kerk in Lunteren in aanbouw is. Er waren vertegenwoordigers aanwezig van circa 60 van de in totaal 78 hersteld hervormde vrouwenverenigingen.
Het overkoepelende thema van de bondsdag was ”Gods voorzienigheid”. Ds. IJ. R. Bijl uit Wouterswoude sprak over ”Zijn Vaderlijke hand”, terwijl ds. B. D. Bouman uit Stellendam het had over ”In voor- en tegenspoed”. Beiden kwamen tot de conclusie dat er een groot verschil bestaat in de reacties van christenen en seculieren op tegenspoed.
Ramp
Ds. Bijl stelde dat er bij niet-christenen drie verschillende soorten reacties mogelijk zijn bij tegenspoed. De eerste is het kijken naar de eigen verantwoordelijkheid: het kan iemands eigen schuld zijn. De tweede is het zoeken naar een verklaring als het gaat om dingen waarin mensen niet zelf de hand hebben, bijvoorbeeld het weer en het klimaat. Als er geen verklaring te vinden is, gaat het om toeval, zo is de gedachte in het laatste geval.
Ds. Bouman sloot daarbij aan. Hij noemde als voorbeeld de ramp die het huis trof waarin de kinderen van Job waren. „Tegenwoordig zou men kijken naar de constructie van het huis”, aldus de predikant, om te vervolgen: „De wereld weet niet met rampspoed om te gaan. Men wil alles wat verkeerd gaat begrijpen, maar het is niet allemaal te begrijpen.”
Ds. Bijl wees erop dat de Heidelbergse Catechismus, in navolging van de Bijbel, heel anders spreekt over tegenslag. Hij noemde vraag en antwoord 27 van Zondag 10, waar het gaat over Gods Vaderlijke hand. „De Heere heeft met elk mens op de aarde bemoeienis, opdat ze Hem zoeken. Hij zorgt in het bijzonder voor wie door Hem afgezonderd zijn. Toen u ten doop werd gehouden, riep de Heere u toe dat Hij u met al het goede wil verzorgen.”
De predikant vertelde hoe de tegenspoed in zijn eigen leven werkelijkheid geworden was, toen hij aan het einde van zijn middelbareschooltijd getroffen werd door een ernstige ziekte die tot de dood had kunnen leiden. In het ziekenhuis ervoer hij de troost en de liefde van God, vooral vanuit de Psalmen 91 en 143.
Ds. Bouman ging uit van vraag en antwoord 28 van zondag 10 van de Heidelbergse Catechismus. Hij zei dat een christen weet dat ook tegenspoed bij God vandaan komt en dat dit geduldig gedragen moet worden. Dat is anders dan het geduld dat je moeten hebben als je wacht bij de kassa. „Het gaat hier om een kalme berusting en een kalme volharding, om lijdzaamheid.”
De predikant zei dat het niet betekent dat je geen pijn voelt. „Pijn blijft pijn en moeite blijft moeite.” Hij haalde Jesaja 43:2 aan, over het gaan door het water en door het vuur zonder dat het schade aanricht. Dat heeft ermee te maken dat de Heere erbij is, zei hij. „Zijn nabijheid geeft vreugde.”
Tijdens de vragenbeantwoording ging hij in op een vraag over geestelijk zelfonderzoek bij tegenslagen. Dat is volgens hem geoorloofd, omdat het goed is om te onderzoeken of je van God afgeweken bent. Maar „tegenspoed hoeft geen bestraffing te zijn”, aldus ds. Bouman. „Als er geen grote onbeleden dingen in het leven zijn, dan moeten we de weg gaan die God gaat. Hij heeft er Zijn wijze bedoelingen mee.”
----
Actie voor Adullam brengt 18.750 euro op
De actie van de Hersteld Hervormde Vrouwenbond voor uitbreiding van het godsdienstonderwijs bij Adullam Gehandicaptenzorg bracht 18.750 euro op. Dat werd donderdag bekendgemaakt op de Bondsdag in Lunteren.
Het geld wordt besteed aan een uitbreiding van het aantal ontwikkelingsniveaus waarop godsdienstonderwijs bij Adullam wordt aangeboden. Nu zijn er twee niveaus, maar daar moet een derde bij komen. Ook gaat er geld naar de aanschaf van eenduidig beeldmateriaal en de uitbreiding van het aantal Bijbelvertellingen met pictogrammen. Hierdoor wordt er beter aangesloten bij de belevingswereld van de zorgvragers.