Dolf Verroen schrijft prachtig Kinderboekenweekgeschenk
In ”Oorlog en vriendschap” staat alles op zijn kop. Niets is nog hetzelfde in de wereld van Joop. Op school niet, thuis niet en in zijn vriendschap met Kees niet. Het is oorlog, echt oorlog. „Een kamer vol.”
Al vanaf de eerste bladzijde is de spanning van de Tweede Wereldoorlog voelbaar. Op een dag is Joops klasgenootje Irma verdwenen. „Ze is naar de Joodse school”, zegt de meester. Op verdere vragen kan hij geen antwoord geven. Sowieso is het beter om voorzichtig te zijn met wat je zegt. In de klas zit ook Rinus. Hij is slim, heeft een grote mond en steekt niet onder stoelen of banken dat hij Joden maar een minderwaardig volkje vindt.
Ook buiten de klas is niets meer zoals het was. Wanneer Joop met zijn beste vriend Kees in het bos wil spelen, mogen ze er niet in: het is oefengebied van de Duitsers geworden. Vader en moeder hebben liever niet dat hij met Kees speelt: die heeft het achter de ellebogen, vinden ze. En er is inderdaad iets vreemds met Kees en met de rijwielhandel van zijn vader aan de hand, maar Joop weet niet wat. Totdat zijn moeder op een dag roept dat het NSB’ers zijn. Joop kan het niet geloven, totdat zijn vader met allerlei feiten voor de dag komt. Voor Joop zit er niets anders op dan te doen alsof hij Kees niet kent. Maar is de vriendschap echt voorbij? Maken de keuzes van Kees’ ouders hem tot een andere jongen dan hij altijd was?
De scheidslijn tussen goed en fout niet zo glashelder als we misschien zouden willen. Die boodschap blijft nog lang naklinken na het lezen van ”Oorlog en vriendschap”. Het is geen heldenverhaal waarin alle Duitse soldaten slechteriken zijn en alle verzetsmensen bewonderenswaardige helden. Dit is een verhaal over gewone mensen in een wereld die niet zwart-wit is. Verroen zet aan tot nadenken. Hoe ‘goed’ is het om degenen die heulden met de vijand na de Bevrijding te behandelen als rotte vis?
De sobere, wat afstandelijke schrijfstijl geeft aan het vertelde veel zeggingskracht. Mooi is het gedeelte waarin de meester in de klas een verhaal voorleest over een ridder die zijn door boeven bezette land kwam bevrijden. De leerlingen zijn onder de indruk. Totdat Rinus zijn mond opendoet, waarna zowel de sfeer als meesters boodschap compleet kantelt: „Die ridder was vast een Duitser. De Duitsers zijn geweldig.” Daarmee eindigt het hoofdstuk. De illustratie eronder, waarop je de meester precies op dat moment in het gezicht kijkt, vertelt de rest.
De karakters zijn goed uitgewerkt. Joop is slim maar lui, zijn moeder een dappere flapuit met een groot hart. „Wij laten ons niet kisten”, zegt ze. En oma? Wat een persoonlijkheid zij wel niet is, blijkt na de Bevrijding. Het is jammer dat er een bastaardvloek in staat, verder is dit een prachtig boek.
----
Boekgegevens
Oorlog en vriendschap, Dolf Verroen; uitg. CPNB/Leopold, Amsterdam, 2016; ISBN 978 90 5965 381 8; 96 blz.; gratis bij besteding van ten minste € 10,- aan kinderboeken tijdens de Kinderboekenweek.