Pauluskerk slaat alarm: Er slapen weer meer mensen onder de brug
Als hij op een late avond door de stad loopt, valt het ds. Dick Couvée op. Er slapen weer meer mensen onder een brug of in een park dan twee jaar geleden. De predikant van de Rotterdamse Pauluskerk trekt daarom aan de bel.
Dakloze, onderzoeker, straatdokter en wethouder. De Pauluskerk brengt hen vrijdag tijdens de eerste Rotterdamse daklozendag met elkaar in gesprek over oorzaken van dakloosheid, oplossingen en preventie. „Een aantal jaren lag het aantal daklozen in onze stad op een laag niveau. Sinds anderhalf, twee jaar zien we dat weer stijgen. Dat baart zorgen”, zegt ds. Couvée.
Hij wijst op CBS-cijfers die eind vorig jaar aangaven dat het aantal daklozen landelijk gezien sinds 2009 met 74 procent is gestegen. „Het is hoog tijd om erover na te denken hoe we kunnen voorkomen dat mensen dakloos worden en hoe we degenen die al op straat zijn beland daar zo snel mogelijk vandaan krijgen.”
Op basis van eigen waarneming, onderzoeken en signalen van onder meer politie en ggz gaat de predikant ervan uit dat Rotterdam zo’n 4000 personen zonder vaste woon- of verblijfplaats telt, onder wie mensen die langs familie en vrienden zwerven. Het aantal dat buiten slaapt, zou per nacht rond de 400 liggen.
De predikant, sinds 2008 verbonden aan de Pauluskerk, zegt dat het type dakloze is veranderd. „Vijftien jaar geleden ging het om veel heroïneverslaafden. Nu zijn schulden de belangrijkste oorzaak waardoor mensen op straat belanden. Een groeiende groep staat financieel onder water en redt het niet meer. Daarbij speelt ook een streng regiem van energiebedrijven en incassobureaus mee.”
Het instituut voor budgetvoorlichting Nibud geeft aan dat „een op de vijf Nederlandse huishoudens ernstige financiële problemen kent. Dat heeft te maken met een stijging van de huurlasten en hogere ziektekosten. Het basispakket wordt steeds kleiner en het eigen risico neemt toe. Die combinatie brengt steeds meer mensen in de problemen. Ook zie ik dakloze psychiatrische patiënten die ambulant worden behandeld en niet in staat zijn zelfstandig te functioneren.”
Dakloosheid zal nooit verdwijnen, zegt ds. Couvée, maar hij wil zich ervoor inspannen het probleem zo klein mogelijk te houden. „Als je ziet hoe mensen eraan toe zijn die een poosje op straat hebben geleefd, dan is dat geen vrolijk gezicht.”
In de Pauluskerk kunnen dak- en thuislozen terecht voor ontmoeting, individuele hulpverlening en bezinning. Ds. Couvée benadrukt dat dit diaconaal centrum „een noodverband” is. „De zorg voor de basisvoorzieningen bed, bad en brood hoort ten principale bij de overheid. Wij bieden alleen noodhulp en noodopvang. Als we zoals nu zien dat problemen structureel dreigen te worden, trekken we aan de bel.”
Teamleider Adjo de Bruijne van stichting Ontmoeting in Rotterdam herkent de toename van het aantal buitenslapers. „Wij kennen er ongeveer 110. Bijna de helft van hen komt uit Oost-Europa. Ze hebben hier weinig perspectief. Er wordt gedacht over het opzetten van een repatriëringsprogramma om hen te helpen met terugkeer naar hun land. Ook zien we een groeiend aantal uitgeprocedeerde asielzoekers.”
Een knellend probleem noemt De Bruijne het tekort aan betaalbare woonruimte. Hierdoor leven mensen langer op straat voor ze naar een woning kunnen. „We spreken tegenwoordig over langslapers, mensen die langer dan een halfjaar in de nachtopvang verblijven. Daar is die voorziening niet voor bedoeld.”
Ontmoeting heeft ook te maken met daklozen die vanwege „onaangepast gedrag” niet in een gewone flat passen. „Soms kunnen we hun een plek bieden in een container op een braakliggend terrein. Dat is maatwerk. De gemeente wil vanaf volgend jaar mensen die niet in een woonwijk passen, onderbrengen in mobiele woningen, zogeheten ”skaeve huse”. Het gaat om elf plekken, terwijl wij al twintig tot dertig personen weten die ervoor in aanmerking komen. Het blijft een uitdaging om voor iedereen een passende woonplek te vinden.”