Het is de corruptie die slachtoffers maakt, niet de aardbeving
Hoe kan het dat een relatief lichte aardbeving in Italië zo veel slachtoffers maakt? Corruptie binnen de Italiaanse bouwwereld verklaart veel, zeggen deskundigen.
”Corruption kills” (corruptie is dodelijk) schreven Nicholas Ambraseys en Roger Bilham in 2011 boven hun bijdrage in Nature. Ze hadden uitgezocht dat 83 procent van alle doden bij aardbevingen de afgelopen dertig jaar in notoir corrupte landen viel. Haïti en Iran noemden ze als bekendste voorbeelden.
Verder inzoomend op die corruptiegerelateerde aardbevingen, kwamen ze terecht bij de bouwwereld – „wereldwijd de meest corrupte sector van de economie.” Steekpenningen om bouwinspecties te ontlopen of om bouwvergunningen (alsnog) te krijgen, kostenbesparingen bij de daadwerkelijk bouw met als gevolg: gesjoemel met bouwmaterialen. Het zijn de praktijken die aardbevingen desastreus maken.
Geldt dat ook voor Amatrice, Accumoli en Pescara del Tronto, de Italiaanse stadjes die in de nacht van dinsdag op woensdag werden getroffen door een aardbeving?
Verstopt
De Belgische seismoloog Manuel Sintubin gaf deze week zijn opiniebijdrage in de krant De Morgen de volgende titel: ”Met aardbevingen valt te leven, met corruptie niet”. Ook hij hekelt bouwondernemingen en projectontwikkelaars die een loopje nemen met bouwregels en intussen hopen dat de ”big one” niet zal toeslaan. „Hun misdadige bouwwerkzaamheden zitten mooi verstopt achter pleisterwerk.”
En dat alles gebeurt tegen beter weten in, constateert Sintubin. „Achter de idyllische landschappen van de Apennijnen in de Abruzzen en Lazio, dat is bezaaid met middeleeuwse dorpjes en stadjes, schuilt een onzichtbare maar permanente dreiging: die van een mogelijk verwoestende aardbeving. De ruggengraat van Italië geldt immers als seismisch een van de meest actieve gebieden in Europa, zelfs van de wereld.”
Voor wie goed kijkt is dat zichtbaar: de breuklijnen hebben het landschap vorm gegeven. „Het landschap schreeuwt het als het ware uit.” Zonder dat echt te beseffen is de mens zich door de eeuwen heen juist gaan vestigen midden in dit seismische landschap. „De kostbare vruchtbare grond in de vlaktes en valleien wilden de bewoners niet opofferen en daarom bouwden ze hun dorpen hoger op de hellingen, pal boven op actieve breuken. Daarmee werden dorpjes en stadjes uiterst kwetsbaar voor de gevolgen van de vele aardbevingen.” Sintubin wijst erop dat in de annalen van de meeste van deze stadjes is te lezen dat ze verschillende keren werden getroffen door rampen als gevolg van aardbevingen.
Aanfluiting
Michael Reilly van het tijdschrift MIT Technology Review bevestigde deze week Sintubins conclusie: Italië kent een lange geschiedenis van aardbevingen, maar juist daarom zou de burgerbevolking er niet zo zwaar onder hoeven te lijden. Het wezenlijke probleem, aldus Reilly, is de desinteresse voor aardbevingsbestendige bouw. „Pas in de jaren 70 van de vorige eeuw kreeg Italië wetgeving voor aardbevingsbestendige bouw, maar het naleven ervan was en bleef een aanfluiting, zelfs bij de bouw van scholen en ziekenhuizen.” En dat alles kon vanwege het ontbreken van controle door de autoriteiten.
De Nederlandse journalist en oud-correspondent voor Italië Bas Meskers weet wel waarom die controle uitbleef: bouwbedrijven in Italië zitten vol maffia. Direct na de beving van woensdagnacht zouden twee maffiabazen elkaar hebben gebeld met de mededeling: „Er valt de komende tijd veel te verdienen.”