Ze moesten flink aan elkaar wennen. Gastgezin Boer uit Nieuw-Lekkerland en vakantiekind Noah (7) uit Frankrijk. Toen de jongen na aankomst in ons land huilde van heimwee naar zijn eigen eigen mama, dacht gastmoeder Heleen Boer: Help, gaat dit goed komen?
Van lego valt alles te maken. Een schip, een helikopter, een benzinestation. Aan tafel in huize Boer vermaakt de 7-jarige Noah zich dan ook prima. Even later zit de Franse jongen op de schommel buiten. Om vervolgens op de trampoline te springen. „Onze gast is aardig losgekomen”, lacht gastmoeder Heleen Boer op een middag eind juli.
Voor het eerst neemt de familie Boer, verbonden aan de hervormde gemeente van Nieuw-Lekkerland Dorp, een paar weken een vakantiekind in huis. Zelf hebben Arjan (42) en Heleen (35) Boer vier kinderen: Joëlle (14), Sten (8), Fenna (4) en Bente (1). Vader is vrachtwagenchauffeur, moeder werkt in deeltijd in de jeugdzorg.
Huilend
Via een advertentie van Europa Kinderhulp kwam Heleen Boer op het idee om voor drie weken een gastkind in huis te nemen. „Mijn man was eerst niet zo enthousiast. Hij zei: „Je hebt het al druk zat.” Maar ik vind het gewoon leuk om anderen te helpen. We moeten onze rijkdom delen met mensen die het minder goed hebben. Die manier van delen spreekt mij aan. Het scheelt dat ik ervaring heb in de jeugdzorg. Inmiddels vindt ook mijn man het prima dat we een gastkind te logeren hebben. Fijn is wel dat we eerder deze zomer met ons eigen gezin twee weken naar Italië op vakantie konden.”
Voorafgaand aan de opvang was er een ‘sollicitatiegesprek’ met Europa Kinderhulp. „Twee mensen van die organisatie kwamen op visite. Ze willen weten of we goed met kinderen omgaan. Zo’n gesprek vind ik prima en logisch.”
De start van de logeerpartij eind juli was lastig. „Op een zaterdagmiddag kwam een bus met vakantiekinderen aan in Delft. Onze gast Noah stapte huilend uit. Hij had heimwee naar zijn moeder in Frankrijk. Ik dacht echt even: „Help, gaat dit wel goed komen?” Ik heb maar een arm om hem heen geslagen.”
Niet alleen de heimwee van de jongen, ook diens eetgewoonten bezorgden Heleen Boer kopzorgen. „De eerste zondag wilde hij geen brood. Gelukkig begon hij op maandag wel kleine stukjes brood te eten. Voor hem is het ook allemaal wennen. In Frankrijk hebben ze een ander eetpatroon.” Ook op kledinggebied heeft het ventje zijn eigen manieren. „Hij wil per se geen korte broek dragen en als hij zich uitkleedt voor het slapengaan, mag niemand daarbij zijn.”
Paardenmarkt
Een paar dagen na de komst van Noah is de heimwee naar de achtergrond gedrongen. „Hij doet op een natuurlijke manier mee met onze kinderen. Noah slaapt bij onze 8-jarige zoon Sten op de kamer. We zijn met Noah naar de paardenmarkt in Alblasserdam geweest. Fietsen vindt-ie leuk. Grappig is dat hij heel zorgzaam is voor onze baby Bente. Als zij huilt, pakt hij haar uit de box.”
Zondags gaat Noah mee naar de hervormde dorpskerk aan de Lekdijk; het bedehuis staat pal tegenover de woning van de familie Boer. „Hij vindt de kerkdienst nogal lang duren”, zegt moeder.
De familie probeert de jongen wat mee te geven van het christelijk geloof. „We hebben een Franse Bijbel gekocht. Onze dochter Joëlle leest hem daaruit ’s avonds een stukje voor; bijvoorbeeld over Adam en Eva.”
Aan het eind van elke dag neemt Heleen Boer haar logé even apart. „Met Google Translate, een vertaalprogramma, kom ik een heel eind. Ik vraag Noah wat hij van de dag vond. Via Google Maps, een digitale plattegrond, hebben we samen zijn huis in een buitenwijk van Parijs opgezocht.”
Voor de vuist weg Frans spreken is er voor Heleen Boer niet bij. „We praten met handen en voeten, maar komen er wel uit.” Spelenderwijs leren ze in huize Boer Franse woorden. Ze weten inmiddels wat ”manger” (spreek uit: manzjee) betekent: eten. Of ”travailler” (spreek uit: travaijee): werken. „Onze kinderen hebben het niet meer over de trampoline, maar over ”le trampolíén”.”
----
zomerserie Gastgezin
Dit is het zevende deel in een serie over gastgezinnen. Maandag deel 8.