Binnenland

Cor en Elsbeth Hubach: hart voor mensen in de knel

Met overgave zetten beiden zich in voor bewoners van achterstandswijken in Rotterdam. Cor Hubach is directeur van House of Hope, zijn vrouw Elsbeth teamleider in het inloophuis van deze diaconale organisatie in de Tarwewijk. „Dit is niet ons werk, het is ons leven.”

Michiel Bakker

5 August 2016 19:00Gewijzigd op 16 November 2020 05:33
Cor en Elsbeth Hubach in een inloophuis van House of Hope in Rotterdam. Cor: „Elsbeth kan goed naar mensen luisteren, hoort tussen de regels door waar ze mee zitten.”  beeld Sjaak Verboom
Cor en Elsbeth Hubach in een inloophuis van House of Hope in Rotterdam. Cor: „Elsbeth kan goed naar mensen luisteren, hoort tussen de regels door waar ze mee zitten.” beeld Sjaak Verboom

Het kerkkoor van de gereformeerde gemeente in Groningen. Daar leren Cor Hubach (51) en Elsbeth Moree (46) elkaar in het begin van de jaren negentig kennen. Beiden zijn vanuit andere delen van het land voor werk in het noorden neergestreken.

„We woonden vlak bij elkaar”, zegt Cor op een warme middag in de achtertuin van hun rijtjeshuis in Rotterdam-Charlois. „Op een gegeven moment aten we elke week bij elkaar, zonder dat we het idee hadden dat we verkering zouden krijgen. Maar gaandeweg is er toch iets ontstaan.”

Na hun huwelijk in 1994 doet Elsbeth naast haar baan in het onderwijs vrijwilligerswerk onder asielzoekers. Cor: „Vooral Elsbeth had het verlangen op die manier iets voor anderen te betekenen. Ze heeft mij daarmee geïnfecteerd.”

Het echtpaar neemt ’s zomers deel aan gezinskampen met leden van de Gereformeerde Gemeenten. Ze komen al snel in de leiding terecht. Op den duur raken ze betrokken bij een jaarlijks terugkerend internationaal georiënteerd kamp, met onder anderen deelnemers uit de ICF-gemeente in Rotterdam. Cor: „Tijdens die kampen is onze gezamenlijke passie ontstaan om mensen te dienen en inter­cultureel bezig te zijn in het Koninkrijk van God.”

Lands End

Er gaat vijf jaar overheen voordat Cor en Elsbeth in 2004 als diaconaal werkers in Rotterdam aan de slag gaan. Het nieuwe initiatief, verbonden met de ICF-gemeente, heet House of Hope en heeft als doel de leefbaarheid in achterstandswijken te verbeteren. Cor: „Voordat we de beslissing namen om dit te gaan doen, zijn we een paar dagen in Rotterdam geweest om te ervaren wat het met ons deed als we daar door de wijken liepen. Tijdens die dagen voelden we ons als echtpaar echt hierheen geleid.”

Elsbeth: „We ervoeren dat God ons riep, maar er kwam wel veel op me af. In mijn beeld was Rotter­dam sterk verbonden met criminaliteit en onveiligheid, zeker in Zuid. De Heere God bemoedigde me met Jozua 1:9: „Wees sterk en heb goede moed, en verschrik niet, en ontzet u niet; want de Heere, uw God, is met u alom, waar gij heengaat.” Dat heeft Hij waargemaakt.”

Hun kinderen zijn in die tijd negen, zeven en bijna vier jaar. Bij Lands End, met zicht op de wadden, vertellen de ouders hun dat ze naar Rotterdam gaan verhuizen. Elsbeth: „Ze reageerden positief. Na de verhuizing hebben ze geen heimwee gehad.”

Fondsen werven

Cor combineert het werk voor House of Hope lange tijd met een parttimebaan bij de Haagse vestiging van het adviesbureau waarvoor hij ook in Groningen werkte. Hij richt zich bij House of Hope onder meer op het werven van fondsen. Elsbeth gaat in de eerste periode veel de straat op om, samen met een man uit de ICF-gemeente met een Braziliaanse achtergrond, contact met wijkbewoners te leggen.

Elsbeth: „Het viel me op dat Nederlanders vaak de deur dichthielden, terwijl mensen uit andere culturen ons uitnodigden. Dat was een spiegel voor me: hoe staan wij als christenen in deze samenleving? We hebben hier lessen geleerd in gastvrijheid en verdiepten ons ook in wat de Bijbel daarover zegt. Als gezin ontdekten we de waarde van het open­stellen van ons huis. Wel vroegen we onze kinderen regelmatig: Komen jullie niets tekort? We willen niet alleen altijd maar klaarstaan voor anderen. De kinderen nemen zelf trouwens ook graag anderen mee.”

Gaandeweg groeit het werk. Naast het echtpaar Hubach gaat een maatschappelijk werker bij House of Hope aan de slag. Inmiddels zijn er 14 betaalde krachten, naast zo’n 300 vrijwilligers. De organisatie is nu in de Tarwewijk, Katendrecht en Beverwaard present met een buurthuis. Mensen kunnen er terecht voor vragen rond financiële problemen, maar ook voor maaltijden, ontmoetingsactiviteiten en Bijbelstudie.

In de modder

De gemeente Rotterdam waardeert het werk van de stichting voor mensen in de knel. „Bijzonder aan House of Hope is dat een kleine kern van professionals honderden vrijwilligers aanstuurt. Sommige hulpvragers zijn hulp­gevers geworden”, zo motiveert de gemeente in 2014 het besluit om het echtpaar Hubach de Erasmusspelden uit te reiken „omdat zij zich lange tijd verdienstelijk hebben gemaakt voor de Rotterdamse samenleving.” Een jaar later krijgen ze elk een koninklijke onderscheiding.

Cor en Elsbeth werken nu beiden fulltime –deels op vrijwillige basis– voor House of Hope. Ze vullen elkaar naar eigen zeggen aan. Cor: „Elsbeth kan goed naar mensen luisteren, hoort tussen de regels door waar ze mee zitten. Ze straalt rust uit en weet een sfeer van openheid en vertrouwen te creëren. Voor de mensen op de locatie in de Tarwewijk is ze een moederfiguur. Mensen vragen soms letterlijk: Waar is mama? Dat vind ik mooi om te horen. Ze verleent hulp, maar is ook een identificatiefiguur. En voor mij is ze een belangrijke adviseur.”

Elsbeth: „Cor kan goed analyseren en projecten aansturen. Dat is zijn kracht. Ook het verkopen van ons product richting de gemeente of sponsoren kan hij goed. Hij is een belangrijke sparringpartner voor mij, denkt overkoepelend. Ik ben vooral iemand die graag in de modder staat en van daaruit een visie ontwikkelt.”

Dat Elsbeth teamleider en Cor direc­teur is bij dezelfde organisatie, ervaren beiden niet als lastig. Cor: „We hebben geen sterk hiëra­rchische structuur. In Elsbeth ervaar ik wat Paulus schrijft: Zij is mijn medearbeider. We hebben een gezamenlijke missie en houden elkaar scherp. Ik kan me geen situatie herinneren waarin onze visies tegenover elkaar stonden.

Ik vergelijk ons weleens met Aquilla en Priscilla, van wie de vrouw vaak als eerste wordt genoemd. Bij ons is Elsbeth het meest zichtbaar in de wijk. Ik werk meer op de achtergrond. In de praktijk zien mensen ons vaak als een twee-eenheid. Een gesprek op het stadhuis doen we meestal samen. Elsbeth vult mijn algemene verhaal dan aan met voor­beelden uit de praktijk.”

Maleisië

Een leven zonder House of Hope kunnen ze zich niet goed voor­stellen. „Dit is niet ons werk, het is ons leven”, zegt Cor. „Voor een vakantie moeten we de stad uit, naar een camping of vakantie­park. Daarbij leven we van de aanbiedingen”, zegt Elsbeth.

Vorig jaar maakte het gezin een bijzondere reis. Cor: „Ik kreeg een bonus omdat ik 25 jaar bij het adviesbureau werkte. Dat geld hebben we besteed om samen met onze kinderen kennis te maken met een andere cultuur. We hebben een reis gemaakt naar Maleisië, waar we op vier plaatsen christenen hebben bezocht. Van hen leerden we wat het betekent om als christen in een islamitisch land te leven. We beleefden het voor onszelf ook als een markerings­punt, omdat onze kinderen op een leeftijd komen dat ze straks het huis uit zullen gaan. Het was mooi om op deze manier te investeren in ons gezin.”

----

Levensloop Cor Hubach

Cor Hubach (1965) wordt geboren in Kampen. Hij volgt een opleiding cultuurtechniek en milieukunde en werkt ruim 25 jaar als adviseur bij adviesbureau Royal HaskoningDHV, eerst in Groningen, later in Den Haag en Rotterdam.

In 2004 start hij samen met zijn vrouw Elsbeth de diaconale stichting House of Hope in Rotterdam. Lange tijd combineert hij het werk voor deze organisatie met een deeltijdbaan bij Royal HaskoningDHV. Sinds afgelopen maart werkt hij volledig als directeur bij House of Hope. Ook is hij ouderling in de ICF-gemeente in Rotterdam.

----

Levensloop Elsbeth Hubach-Moree

Elsbeth Moree (1970) wordt geboren in Nieuw-Beijerland. Na het voortgezet onderwijs op schole­n­gemeenschap Guido de Brès in Rotterdam volgt ze de pabo in Gouda. In 1991 gaat ze als leerkracht aan de slag op de reformatorische basisschool De Zaaier in Groningen.

Sinds 2004 woont ze met haar man Cor Hubach in Rotterdam. Ze is coördinator van een inloophuis van House of Hope. Samen met Cor heeft ze drie kinderen in de leeftijd van 16 tot en met 20 jaar.

----

zomerserie Gezamenlijke passie

Dit is het derde deel in een serie interviews met echtparen die dezelfde passie hebben. Volgende week vrijdag deel 4.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Gedeelde passie

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer