„Geen idee waar mijn kleding vandaan kwam”
Gerline van den Broek uit Ede begon zichzelf steeds meer af te vragen waar haar kleding vandaan kwam. „Ik had geen idee wie mijn kleren maakte en onder welke omstandigheden.” Ze begon van de weeromstuit een webshop met duurzame, handgemaakte kinderkleding.
Van den Broek (26) is al een aantal jaren bezig met duurzaamheid. „Fairtradekoffie en eerlijke chocolade: daar begon het mee.” Maar daar bleef het niet bij. Ze bakt tegenwoordig zelf brood, met biologisch meel van de molen. Groenten haalt ze graag bij een zorgboerderij in de buurt. „Daar ga ik op de fiets heen. En dat zijn de enige kilometers die die groente heeft afgelegd. Dat geeft me een goed gevoel.”
Krantenfoto
Ze kreeg ook steeds meer vragen bij het onderwerp kleding. Een krantenfoto van kinderen van een jaar of negen in een Turkse kledingfabriek zonder daglicht, raakte haar diep. „Het bijbehorende artikel ging over vluchtelingenkinderen die in dat land massaal worden ingezet in de kleding- en schoenenindustrie. Turkije is een Europees land. Je zou toch denken dat je kleding die daar gemaakt is met een gerust hart kunt kopen, maar dat is dus niet zo.”
Begin 2015 werd haar dochter Agathe geboren. „Ik zou niet willen dat zij later in zo’n fabriek belandt. En dus wil ik er ook niet meer aan bijdragen dat andere kinderen daar wel terechtkomen”, vat ze haar standpunt samen.
Sinds het kwartje wat betreft de schaduwkanten van de kledingindustrie is gevallen, heeft Van den Broek voor zichzelf geen nieuwe kleding meer aangeschaft. „M’n kast hangt vol, ik heb eerder te veel dan te weinig. Een paar keer heb ik iets gekocht in een kringloopwinkel.”
Ze vraagt zich af waar ze terechtkan als ze een keer aan iets nieuws toe is. De winkels waar ze voorheen kwam, verkopen geen duurzame kleding. „Anders moet ik het zelf maar maken. Dat is sowieso een optie, omdat ik duurzame kleding vaak nogal saai vind. Ik hou van kleurrijk en uitgesproken. En sinds mijn tiende zit ik graag achter de naaimachine.”
Verlengbare pijpen
Die hobby, haar interesse voor duurzame mode en de geboorte van haar dochter brachten Van den Broek ertoe om een webshop met handgemaakte kinderkleding te beginnen: Pyanta Kinderkleding. Het doel: jurkjes, truitjes en broekjes van biologische stoffen die lang kunnen worden doorgedragen. „Baby’s groeien overal snel uit, ontdekte ik. De kleding van Pyanta heeft daarom verlengbare pijpen en mouwen. Als een truitje of broekje te kort wordt, sla je de omslag onder aan mouw of pijp gewoon terug.”
Voor Van den Broek –lid van een gereformeerde gemeente– ligt haar initiatief in het verlengde van de Bijbelse opdracht om de aarde niet alleen te „bouwen”, maar ook te „bewaren.” „Ik kies voor biologische stoffen vanwege het milieu. Mensen –ook kinderen– niet uitbuiten, valt voor mij ook onder ”bewaren”.”
Wegwerpartikel
Sommige mensen in haar omgeving reageren enthousiast op haar initiatief, anderen hebben nog nooit over het onderwerp nagedacht. „Voor hen is het een eyeopener dat kleding die je in de winkel koopt niet per se verantwoord is.”
Er zijn ook mensen die haar kleding „belachelijk duur” vinden. „Het is ook duur, als je het vergelijkt met het aanbod in sommige winkels, waar je voor een paar euro al een rokje kunt kopen. Maar die is gemaakt in een fabriek, je weet niet door wie, en je weet ook niet hoe de stof is geproduceerd.”
En dan zijn er nog de mensen die haar voor de voeten werpen dat je door dit soort initiatieven de wereldproblemen niet oplost. „De redenering is hetzelfde als bij voedsel: massaal overschakelen op biologische productie zou onmogelijk zijn omdat er te veel grond voor nodig is. Maar ik denk dat we in het geval van kleding een heel eind zouden komen als we in het Westen flink minder zouden kopen. Mode is door de lage prijzen een wegwerpartikel geworden.”
www.pyantakinderkleding.nl
----
Aanbod lastig te vinden
Duurzame overwegingen spelen onder de lezers van deze krant geen grote rol bij de aanschaf van kleding. Ruim 40 procent kijkt bij het kopen van kleding niet of deze gemaakt is door mensen die worden uitgebuit (zie grafiek). Uit een aantal reacties blijkt dat voor mensen die hier wel belang aan hechten, het lastig is om voldoende aanbod te vinden.
Een jongeman vindt dat er wat betreft duurzame artikelen veel „onnodige gadgets” op de markt zijn. Terwijl het aanbod van kleding voor mannen beperkt is, meent hij. „Op sokken en ondergoed na.”
Tweedehands kleding wordt niet vaak aangeschaft door RD-lezers. Bijna de helft koopt het nooit en 36 procent soms. Slechts een vijfde schaft vaak of bijna altijd tweedehands kleding aan.
Dat doen de geënquêteerden vooral vanwege het geld, zo blijkt uit het RD-onderzoek. Duurzaamheid en matigheid staan op de tweede en de derde plek.
Een lezeres schrijft dat ze voor zichzelf geen tweedehands kleding koopt, maar wel lang doet met wat ze heeft. De meeste kleding naait ze zelf. De kinderen dragen elkaars kleding, tot deze ‘op’ is. Ze zou graag meer informatie willen over winkels waar kleding verkocht wordt waar geen kinderarbeid aan te pas komt en waarbij de makers geen lage lonen ontvangen.
----
serie Rentmeesters
Dit is het zesde deel in een serie over duurzaamheid in de gereformeerde gezindte naar aanleiding van onderzoek van het RD. Over twee weken in Puntkomma deel 7: zonnepanelen.