APELDOORN. Reformatorische ouders vernoemen hun kinderen in theorie nog steeds naar familieleden. Maar in de praktijk kiezen ze vaak een niet-traditionele naam die ze zélf mooi vinden. Dat blijkt uit de familieadvertenties in het Reformatorisch Dagblad van 2015.
Hendrik Jan, we noemen hem Ruben. Of: Teuntje Adriana Gerlinde, we noemen haar Naomi. Dat soort geboorteaankondigingen kom je in deze krant vaak tegen. Ze laten zien dat veel jonge ouders met één been in een nieuwe werkelijkheid staan, waarin traditie niet langer een rol speelt bij de naamgeving van een kind.
Uit de geboorteadvertenties in het RD, in combinatie met overlijdensadvertenties waarin kleinkinderen (zonder aanhang) staan opgesomd, rijst een duidelijk beeld op van de naamgeving in reformatorische kringen. In die advertenties van 2015 gaat het, globaal gesproken, om kinderen tussen de 0 en 20 jaar, dus het betreft de naamgeving gedurende de periode 1995-2015.
De naam Ruben komt in de advertenties in totaal 76 keer voor, de naam Hanna(h) zelfs 90 keer. Dat zijn de meest populaire namen. De toptien bestaat voor jongens verder uit Jesse, Rick, Mark, Niels, Jonathan, Julian, Daniël, Lucas en Jan. Voor meisjes gaat het om Julia, Anna, Emma, Sara(h), Anne, Myrthe, Naomi, Lisanne, Rhodé.
Twee sporen
In die lijstjes worden twee sporen zichtbaar. De ene helft van de ouders probeert nog altijd een roepnaam te vinden die min of meer lijkt op de oude doopnaam die ze hun kind meegeven (Rick voor Hendrik, Lisanne voor Elisabeth, Niels voor Cornelis en Hannah voor Johanna). De andere helft kiest voor wat ze zelf mooi vinden – en dat is nieuw.
Ergens wil deze tweede groep ouders nog vasthouden aan de traditie van vernoemen. Vandaar de doopnamen. Maar tegelijk willen ze hun kind ook een eigentijdse, goed klinkende of betekenisvolle naam geven, die niets met grootvaders of grootmoeders ouderwetse naam van doen heeft. Ruben, Jesse, Lucas, Sara, Naomi, Julia, het zijn allemaal namen die niet alleen een Bijbelse oorsprong hebben, maar óók in de Nederlandse top 50 van dit moment prijken.
Die populariteit van het moment lijkt een belangrijke verklaring voor de naamkeuze van reformatorische ouders. Als het hun alleen om Bijbelse namen ging, dan zouden Maria, Johannes, Martha of Jacobus ook goed genoeg moeten zijn – maar die zijn kennelijk uit de mode. Terwijl de namen van minder voorbeeldige Bijbelse figuren als Eva, Ruben en Thomas de laatste jaren juist wél populair zijn. Die namen worden ook in christelijke kring veel gekozen.
Toch speelt levensovertuiging wel degelijk een rol bij christelijke ouders, maar dat wordt vooral zichtbaar in wat ze níét kiezen. Het is bijvoorbeeld opvallend dat namen als Loïs, Jonathan en Jesse (met een Bijbelse herkomst) het in christelijke kring heel goed doen, maar de in Nederland even populaire namen Zoë, Mila, Liam en Finn helemaal niet. Ouders filteren dus, bewust of onbewust, de niet-christelijke of niet-Bijbelse namen weg uit de top 50. Enige uitzondering op die regel is Emma. Maar dat heeft vast iets te maken met koningin Emma.
2015 (RD-achterban)
Vrouwen
1. Hanna(h)
2. Julia
3. Anna
4. Emma
5. Sara(h)
6. Anne
7. Myrt(h)e/ Mirthe
8. Naomi
9. Lisanne
10. Rhodé
11. T(h)irza
12. Noa
Mannen
1. Ruben
2. Jesse
3. Rick
4. Mark/ Marc
5. Niels
6. Jonathan
7. Julian
8. Daniël
9. Lucas
10. Jan
11. Thomas
12. William
Bron: familieberichten RD, jaargang 2015