Koorscratch: onbekende stemmen tot een eenheid smeden
Een scratchkoor is een uitdaging, voor dirigent én zangers. ’s Ochtends ontmoeten ze elkaar voor het eerst, ’s avonds moet het concert al gegeven worden. André van Vliet dirigeert in oktober in Amersfoort het scratchkoor dat deze krant op de been brengt. „Je moet in één dag het koor tot een eenheid zien te smeden.”
André van Vliet (46) werkte al zo’n acht keer met scratchkoren. De dirigent, die onder andere verbonden is aan de hervormde zangvereniging Vox Jubilans in Waddinxveen, stelt dat het vooraf altijd weer spannend is. „Maar als je eenmaal bezig bent, is het heel erg leuk.”
Wat is er zo leuk aan?
„Vooraf heb je geen idee welke koorzangers je krijgt. Hoe zijn de stemverhoudingen, hoe is het niveau? Je moet er in korte tijd iets van weten te maken. Ik zeg altijd: Elf goede voetballers maken nog geen team. Je kunt straks allemaal goede zangers hebben, maar dat betekent nog niet dat er een mooie eenheid is. Die zul je moeten smeden. Inderdaad, het kan ook verkeerd aflopen. De eerste anderhalf uur van de repetitie is bepalend. Dan weet je wat er technisch en muzikaal haalbaar is.”
Waarom is een scratchkoor voor zangers leuk?
„Het is een uitdaging om een keer niet naast je vaste buurman op koor te staan. Je zingt andere muziek. Je bent een keer niet wekenlang met hetzelfde repertoire bezig. Sowieso is werken met een andere dirigent altijd leuk. En je zingt op een prachtige locatie in samenwerking met goede begeleiders.”
Hoe bereidt u zich als dirigent op zo’n dag voor?
„Voor mij is het belangrijk dat ik boven de materie sta: de noten, de tekst. Dat ik me realiseer wat technisch nodig is om de muziek uit te voeren. Maar een heleboel moet die dag ”à l’improviste”. Misschien blijkt dat je goed stemmenmateriaal hebt, maar dat mensen de ritmes in de muziek lastig vinden. Dan moet ik me opstellen als een ”tüchtige Kapellmeister”. Maar misschien gaan alle inzetten wel direct goed. Gelukkig heb ik twee pauzes om me terug te trekken om te kijken hoe ik verder wil.”
Hoe moeten de zangers zich voorbereiden?
„De mensen krijgen behalve de muziek ook mp3-bestanden, waarmee ze thuis hun partij kunnen studeren. Je hoeft op 22 oktober echt niet alles feilloos te kennen. Als dat wel zo is, is dat natuurlijk geweldig. Maar we oefenen niet voor niets nog een dag. Ik ga ervan uit dat mensen die zich inschrijven er thuis het maximale aan doen en zo beslagen mogelijk ten ijs willen komen.”
Iedereen kan zich inschrijven. De niveaus kunnen dus sterk uiteenlopen.
„Bij elk koor bepaalt de zwakste schakel de sterkte van de ketting. De vraag is hoe je daarmee omgaat. Als er in een groep van 100 zangers 5 zwakke schakels zitten, laat je die 95 daar dan op wachten? Of is het mogelijk door de sandwichformule mensen boven hun eigen niveau uit te tillen? Dat is trouwens sowieso iets wat vaak in een koor gebeurt.”
Hoe pakt u het die dag praktisch aan?
„Ik gebruik geen repetitor die met groepen apart oefent. Na het klassikale inzingen gaan we gewoon alle muziek vierstemmig repeteren. In de hoop dat het niet meer nodig is om alles noot voor noot in te studeren.”
Wanneer staat er voor u qua grootte een ideaal koor straks in Amersfoort?
„We zingen een stuk van Mendelssohn. Dat is symfonische muziek. Dan is het wel lekker als er tachtig mensen staan. Hoe groter de groep, hoe harder je moet werken om de neuzen één kant op te krijgen. Wat de bovengrens is? Tussen de 200 à de 250 zangers. Ideaal is om dan een verhouding van tachtig sopranen, tachtig alten, veertig tenoren en veertig bassen te hebben.”
Op het programma staat muziek van Bach, Mendelssohn, Pieter Stolk, Johan Bredewout. Welk stuk springt er voor u uit?
„Een hoogtepunt kan ik niet noemen. Mendelssohns Psalm 42 is denk ik wel het lastigst. Maar elk stuk waar je mee bezig bent, is op dat moment het mooist. Of het nu een vierstemmige zetting van één A4’tje is, of een compositie van Bach.”
Dan is er nog de winnende compositie van de RD-prijsvraag die deze avond in première gaat. Die heeft nog nooit geklonken. Spannend?
„Niet zozeer spannend, wel een uitdaging. Als musicus krijg je er op basis van de partituur wel een beeld bij. De meeste koorzangers kunnen zich er echter geen voorstelling van maken hoe het gaat klinken. Dat is lastig. Mogelijk dat ik van tevoren contact leg met de componist over hoe hij het bedoeld heeft. Maar ook dat zegt niet alles. Hij kan een koor van 40 man in gedachten hebben gehad, terwijl er straks misschien 240 staan. Dan zul je het stuk toch moeten vertalen naar een grotere groep.”
U hebt er zin in?
„Ik vind dit ontzettend leuk om te doen. Mensen die zich hiervoor inschrijven, zijn altijd enthousiast en leergierig. Met zulke zangers is het sowieso leuk werken.”