„Onlusten Ede leggen probleem Marokkaanse jeugd bloot”
EDE. Natuurlijk vindt Annemiek Stam-Hoogstrate (36) uit Ede de onlusten van deze week in de Edese wijk Veldhuizen verdrietig. Toch hebben die één voordeel. „Het legt een probleem van de Marokkaanse jeugd bloot.”
Annemiek Stam voelt zich sterk met Veldhuizen verbonden. Tot voor twee jaar woonde ze met haar man en vijf kinderen in het hart van deze wijk. Daar had het echtpaar met andere christenen het inloophuis Hart voor Veldhuizen in winkelcentrum de Lindenhorst opgezet, bedoeld om meer samenhang in de wijk te krijgen en als christen zichtbaar te zijn in de buurt.
Ze waren er de buren van het theehuis van de Marokkaanse Vereniging Ede (MVE). „In de
zes jaar dat we naast hen zaten, hebben we nooit problemen gehad en was er altijd positief contact”, zegt ze in haar woning in de naastgelegen wijk Kernhem.
De Lindenhorst werd 1 mei gesloten om te worden gesloopt. Daarmee ging ook het Marokkaanse theehuis dicht, zonder dat de MVE direct een alternatief had. Voorzitter Mimoun Aktitou beweerde woensdag dat de onlusten daarvan een gevolg zijn.
Stam –sinds twee jaar bestuurslid van wijkcentrum Het Kernhuis, dat Kernhem en Veldhuizen wil verbinden– vindt de Marokkaanse claim dat de gemeente Ede voor een alternatief theehuis moet zorgen onterecht. „Aparte buurthuizen op grond van etniciteit waren een gevolg van falend beleid. Ze zijn niet alleen gesloten vanwege bezuinigingen; ze bevorderden ook de scheiding tussen bevolkingsgroepen.”
Veldhuizen is een stevig gemixte wijk. Er wonen onder anderen Nederlanders van Marokkaanse, Turkse, Antilliaanse, Somalische en autochtone afkomst. „Het Kernhuis wil juist zonder te letten op etnische achtergrond voorzieningen aanbieden.”
Mochten Marokkaanse Veldhuizenaren graag binnen eigen kring bijeen blijven komen, dan kunnen ze een ruimte in het Kernhuis huren. „Maar niet meer voor alle avonden. Wel tegen een gereduceerd tarief, zoals andere etnische groepen dat doen.”
Stam wil juist verbinden. „Ik ben bezig om zeer goedkope huiswerkbegeleiding op te zetten voor leerlingen van 8 tot 16 jaar van allerlei afkomst.”
Hoewel ze geen begrip heeft voor de rellen, begrijpt ze het ontstaan ervan wel. „Er groeit een kansloze generatie Marokkaanse jongeren op. Velen hebben een Wajong-uitkering, zonder verplichting om te solliciteren. Ze hebben weinig zelfvertrouwen. Dit is voor hen een uitlaatklep.”
Stam pleit ervoor dat alle betrokkenen, gemeente, politie, wijkwerk en ouders, snel om de tafel gaan om met elkaar te praten. „De Marokkaanse ouders zijn hierin heel belangrijk. Zij moeten hun verantwoordelijkheid nemen.”
Stam vindt het hoopvol dat Hart voor Veldhuizen –dat ook zijn honk kwijtraakte– doorgaat met de maaltijden voor alleenstaande moeders en met een tienerclub.
Ook vindt ze het fantastisch dat een aantal christenen die betrokken waren bij Hart voor Veldhuizen op de plek van de Lindenhorst gaat wonen. „Daar komt de woongemeenschap Vredehorst. De bewoners vormen een gemêleerd gezelschap, dat de wijk verder wil samenbinden. Zo houden ze nu al maandelijks een gezamenlijke maaltijd. Díé kant moeten we op.”
Op 4 mei is het rustig in Veldhuizen
EDE. Weinig vlaggen hangen op deze 4 mei halfstok in de multiculturele wijk Veldhuizen in Ede. Veel vrouwen met een hoofddoekje lopen rond. Rond het vorige week gesloten winkelcentrum de Lindenhorst hangen zes jongens van Marokkaanse afkomst rond. Het is er rustig.
Dat was maandagmorgen vroeg anders. Toen werd vuilnis bij dit centrum in brand gestoken. In de nachten erop gingen zeven auto’s elders in de wijk in vlammen op. De daders zijn volgens burgemeester Van der Knaap vijftig à zestig jongeren in de leeftijd van 12 tot 22 jaar. Zij hebben een Marokkaanse achtergrond.
Een autochtone buurtbewoonster blijft even met haar fiets op de hoek staan. Ze is bang „Geen opnames, geen foto’s. Ik blijf hier ook niet te lang staan. Ik wil geen 23 bakstenen door mijn ruiten hebben, zoals mijn buurvrouw een paar jaar geleden. Die had iets in de pers gezegd; 45.000 euro schade had ze.”
Toch wil ze graag haar grieven kwijt. „Ik ga zo de politie bellen. Ze mogen hier helemaal niet meer met z’n zessen lopen. Niet met meer dan vier. In de Lindenhorst was een theehuis. De volwassenen verdwenen eruit en de jongeren ging harddrugs dealen.”
Volgens haar dagen de jongelui de politieagenten uit. „Die zeggen dit zelf. Dat gajes staat bij die brandende auto’s te filmen en zegt dan tegen de politie: Wij mogen hier toch staan?” Het is gajes van de bovenste plank.”
Voor de vrouw, een vijftiger, en haar echtgenoot heeft hun aversie politieke gevolgen. „We stemmen al jaren PVV.”
De zes jongens hangen rond op een brug bij het winkelcentrum. Een zwaarlijvige vrouw van Marokkaanse oorsprong wandelt langs hen heen. Ze berispt hen. „Waarom?” roept ze. „Waarom?”
De jongens taaien af en slenteren naar een fietsbruggetje. Als een persfotograaf zijn telelens op hen richt, krijgt hij te horen dat hij hen niet mag vastleggen. De man laat zijn toestel weer zakken en richt zich op een sfeerfoto van de wijk, met een gesluierde vrouw achter de kinderwagen. „Ik moet maar niet te lang blijven hangen hier”, zegt hij.