Waarom die tien Bijbelteksten over homoseksualiteit zo belangrijk zijn
Er staan meer dan 30.000 verzen in de Bijbel en slechts een stuk of tien daarvan gaan over homoseksueel gedrag. Toch is het optellen van passages niet de juiste manier om vast te stellen hoe erg een bepaalde zonde is, vindt Kevin DeYoung. „Als we ruimte geven aan homoseksualiteit, tolereren wij een leer die mensen verder bij God vandaan brengt.”
De Amerikaanse predikant was onlangs zeven weken lang met zijn vrouw en zes kinderen in Europa. De meeste tijd in Engeland, maar ook een paar dagen op een congres in het Duitse Hamburg. Na zijn achtendertigste preek in vijftig dagen zit het erop: dan vertrekt hij weer naar de Verenigde Staten.
DeYoung schreef een boek over homoseksualiteit, dat volgende maand in een Nederlandse vertaling verschijnt: ”Wat de Bijbel werkelijk leert over homoseksualiteit”. Tussen twee lezingen door wil hij best een paar vragen beantwoorden. Maar eerst wil DeYoung weten hoe de kerk in Nederland er eigenlijk voorstaat. „Ik ben bijzonder geïnteresseerd in jullie land”, zegt hij. „Het heeft grote theologen voortgebracht.”
En zijn familie komt er vandaan. Wanneer voorvader De Jong precies naar de Verenigde Staten trok, weet DeYoung niet, maar het moet ergens in de negentiende eeuw zijn geweest.
Het congres van Evangelium21, een platform van reformatorische evangelicalen in Duitsland, gaat over het gezag van het Woord van God. Homoseksualiteit heeft daar alles mee te maken, zegt hij in een van de vergaderruimten van de Hamburgse Archegemeente. „De Schrift laat zien dat seksuele intimiteit tussen mensen van hetzelfde geslacht zonde is. Samen met de meeste christenen op de wereld, en vrijwel alle christenen in de eerste 19,5 eeuwen van de kerkgeschiedenis, geloof ik dat volgens de Bijbel homoseksueel gedrag –ongeacht hoe vast de relatie en hoe groot de wederzijdse genegenheid is– binnen de categorie van seksuele zonden valt.”
DeYoung ziet seksualiteit als een goede gave van God die is voorbehouden aan het huwelijksverbond tussen een man en een vrouw. Die traditionele visie ligt volgens de predikant van de University Reformed Church in East Lansing (Michigan) zwaar onder vuur. Niet voor niets maakte zijn gemeente zich in 2014 los van de Reformed Church in America vanwege de schuivende opvattingen over homoseksualiteit, en over het ambt voor vrouwen.
Zijn christenen niet iets te veel gefocust op het onderwerp homoseksualiteit?
„Dat denk ik niet. We kunnen niet zwijgen over dingen waar onze cultuur veel over spreekt. Dat evangelicale christenen het vaak over homoseksualiteit hebben, komt doordat er mensen zijn die bijvoorbeeld het homohuwelijk willen legaliseren en legitimeren – iets wat tot vijftig jaar geleden als immoreel en onwettig werd beschouwd.”
De Young stelt in zijn boek dat de steun voor homoseksueel gedrag bijna altijd hand in hand gaat met het loslaten van een zuivere, Bijbelse leer. „De geesten die mensen aanzetten tot een onstandvastige koers als het gaat om Bijbelse seksualiteit, zijn dezelfde als de geesten die het hoofd en hart benevelen als het gaat over de scheppingsleer, de historische betrouwbaarheid van het Oude Testament, de maagdelijke geboorte, de wonderen van Jezus, de opstanding, de wederkomst, de realiteit van de hel, de ernstige toestand van hen die Christus niet kennen, de noodzaak van de wedergeboorte, de volledige inspiratie en gezag van de Bijbel, en de centraliteit van een bloedig kruis.”
Wat zegt de Bijbel erover?
„Er zijn ongeveer tien passages in de Schrift die expliciet over homoseksualiteit gaan. De reden waarom de Bijbel er weinig over spreekt, is dat het vroeger een relatief onomstreden zonde was onder Joden en christenen. Maar de lijn is duidelijk: de mozaïsche wet veroordeelt expliciet homoseksueel gedrag. De apostel Paulus neemt homoseksualiteit als voorbeeld van de opstandigheid van de mens. Bovendien staat de homoseksuele praxis in twee verschillende brieven –1 Korinthe en 1 Timotheüs– op een lijst met een groot aantal andere ernstige zonden. Ook waren homoseksuele praktijken een van de redenen om de steden Sodom en Gomorra te verwoesten. Aan de Bijbel kan geen enkel positief argument voor homoseksualiteit worden ontleend. Veel geleerden die wél voorstander zijn van homorelaties erkennen dat ook.
Natuurlijk is homoseksualiteit niet de enige zonde in de wereld. In veel kerken is het ook niet de belangrijkste zonde die aan te kaak moet worden gesteld. De kerk mag haar andere zonden niet door de vingers zien. Of het nu gaat om gulzigheid of echtscheiding of gierigheid of geroddel of een veroordelende houding: we moeten altijd onze eigen fouten erkennen, waar en wanneer we ook maar zondigen.
De Bijbel waarschuwt mensen ervoor hun seksuele identiteit niet los van Christus te zoeken. Homoseksuele en heteroseksuele zonden zijn niet te verenigen met het zijn in Christus.”
Ondertussen kan iemand wel met homoseksuele gevoelens worstelen. Zijn die ook zondig?
„Onder christenen die vinden dat de Bijbel homoseksuele praktijken verbiedt, is steeds meer discussie over de vraag of homoseksuele gevoelens op zich zondig zijn. Ik denk dat ze horen bij de gebrokenheid van de schepping. Ook ongewilde homoseksuele gevoelens zijn niet zoals God heeft bedoeld.
Verlangens hoeven op zich niet altijd zondig te zijn. Zo kan iemand met homoseksuele gevoelens een ander mooi of knap vinden, zonder zich moreel ergens schuldig aan te maken. Wanneer homoseksuele gevoelens echter tot begerige intenties leiden, dan is dat zondig. Net zoals het zondig zou zijn voor een getrouwde man als die zich aangetrokken voelt tot een ander dan zijn eigen vrouw.
Elke christen worstelt met gedachten die we niet goed kunnen begrijpen en gevoelens die we nooit gewild hebben. Dat is geen homoseksueel probleem; het is een menselijk probleem. Als kuisheid te veel gevraagd is voor iemand met homoseksuele verlangens, dan is het ook te veel gevraagd voor iemand met heteroseksuele verlangens. Hoe zit het dan met de alleenstaande christelijke vrouw die nooit een echtgenoot vindt? Of de godvrezende man wiens vrouw op dertigjarige leeftijd verlamd raakt waardoor seksuele intimiteit onmogelijk wordt?”
Wat zou u zeggen tegen een christen die met homoseksuele verlangens worstelt?
„Dat hangt af in welke geest iemand met zijn probleem bij me komt. Wil hij zich laten gezeggen door de Schrift? Wil hij zijn hele leven onder de heerschappij van Christus stellen? Als dat het geval is, kun je met zo iemand optrekken, en allereerst goed luisteren naar zijn verhaal.
Dan zou ik hem vertellen dat homoseksuele gevoelens iemand niet tot een mislukking maken. Het verlangen om in heiligheid te wandelen is een bewijs van het werk van de Heilige Geest in zijn leven. Ik zou hem zeggen dat ik ook niet ben zoals ik zou moeten zijn. Maar dat Jezus een medelijdende Hogepriester is, dat Hij voor ons bidt. God kan onze worstelingen gebruiken om ons te zegenen en om anderen door ons te zegenen.”
Bent u niet te optimistisch over de verandering van iemands seksuele gerichtheid?
„Het is nog steeds niet duidelijk hoe iemands seksuele geaardheid precies bepaald wordt. In de meeste gevallen lijkt het erop dat mensen niet bewust voor homoseksuele gevoelens kiezen.
Alle mensen zijn geschapen naar Gods beeld en verantwoordelijk voor hun daden en voor de begeerlijkheden van het vlees. Het is duidelijk dat we soms de verkeerde dingen willen. Wat wij ook denken over hoe wij geboren zijn, Christus zegt dat we op een andere manier opnieuw geboren moeten worden.
Waar we in ieder geval niet van uit moeten gaan, is dat iemand homoseksuele gerichtheid voor altijd vaststaat en onveranderlijk is. Seksuele geaardheid is geen onveranderlijk onderdeel van onze biologie. Ongetwijfeld zijn er mensen met homoseksuele verlangens die daar levenslang tegen strijden. Maar bij anderen is hun seksuele gerichtheid gedeeltelijke of helemaal veranderd. Denk aan de lesbische hoogleraar Rosaria Butterfield, die een gereformeerd christin werd. Ik geloof in de kracht van God om levens te veranderen.”
Mede n.a.v. ”What does the Bible really teach about homosexuality?”, Kevin DeYoung; uitg. Crossway, Wheaton (VS), 2015; ISBN 978 1 4335 4937 3; 160 blz.; € 12,95. Het boek verschijnt volgende maand bij uitgeverij De Banier in een Nederlandse vertaling: ”Wat de Bijbel werkelijk leert over homoseksualiteit”; ISBN 978 9 4627 8635 6; € 16,95.
Nederlandse kerken nog steeds verlegen met homoseksualiteit
Voor een groot aantal kerken in Nederland is het duidelijk: homoseksuele relaties zijn on-Bijbels. Maar vaak staat de bezinning op homoseksualiteit nog altijd in de kinderschoenen. Verlegenheid heerst er eigenlijk overal wel een beetje.
De Protestantse Kerk in Nederland heeft zich duidelijk uitgesproken over het thema homoseksualiteit, maar de meningen erover zijn sterk verdeeld. Het zegenen van relaties anders dan die tussen man en vrouw behoort officieel tot de mogelijkheden, terwijl lang niet alle kerkleden daar blij mee zijn. De kerkorde laat een plaatselijke gemeente dan ook vrij in haar visie op en besluiten over homoseksualiteit en homorelaties.
De Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk staat afwijzend tegenover een homoseksuele praxis en homorelaties. De in 2013 verschenen studie ”Homoseksualiteit tussen Bijbel en actualiteit”, geschreven door dr. A. A. A. Prosman, laat het daar echter niet bij. Hij kiest een pastorale insteek: wat kunnen kerkenraden en gemeenten doen voor homoseksuele leden?
Die praktische insteek kenmerkt ook het studierapport over homorelaties dat de generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken in datzelfde jaar goedkeurde. Na weging van Bijbelgedeelten zoals Genesis 1 en 2, Leviticus 18:22 en 20:13 en Romeinen 1:26-27 is de conclusie: de Schrift laat geen ruimte voor homoseksueel gedrag en voor relaties waarin dit een plaats heeft. Maar in het verleden is er wél te weinig aandacht geweest voor pastoraat aan homo’s in de kerk.
Het studierapport, dat na jarenlange bezinning tot stand kwam, maakte echter geen einde aan de discussie over homoseksualiteit. Veertien kerken dienden een zogenoemd revisieverzoek in, waarin de synode wordt gevraagd de nota nog eens goed te onder de loep te nemen. De landelijke kerkvergadering gaat zich daar dit jaar over buigen. Dan kan het kwartje twee kanten opvallen: of de synode houdt vast aan het eerder genomen besluit, waarna de plaatselijke kerken zich daaraan conformeren. Het kan echter ook zijn dat het document over homoseksualiteit wordt bijgesteld.
De Nederlands Gereformeerde Kerken schiepen in januari duidelijkheid. De Landelijke Vergadering besloot niet over te gaan tot de openstelling van de ambten van ouderling en diaken voor gemeenteleden die een homoseksuele relatie onderhouden. De kerken moeten evenwel „al het mogelijke” doen om homo’s een „veilig thuis” te bieden.
Of de Nederlands Gereformeerde Kerken daarmee een punt achter de bezinning hebben gezet, is nog maar de vraag. Binnen de kerken wordt heel verschillend gedacht over de plaats van homo’s. Er zijn gemeenten die geen bezwaar hebben tegen homo’s in de ambten, andere hebben moeite deze aan het avondmaal toe te laten; in weer andere gemeenten spelen beide zaken niet of nauwelijks.
Binnen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt lopen de meningen over homoseksualiteit en homorelaties eveneens uiteen. Een recente synode-uitspraak is er nog niet. De landelijke kerkvergadering sprak in 2008 wel uit dat seksueel verkeer tussen mensen van hetzelfde geslacht in het licht van Gods liefdewet „onaanvaardbaar” is. Het is echter geen „algemene regel” dat een kerkenraad de tucht moeten bedienen als homofiele gemeenteleden één huishouden vormen, ook al beloven ze zich van seksuele omgang te onthouden.
In andere kerken binnen de gereformeerde gezindte heeft nog geen brede bezinning op homoseksualiteit plaatsgevonden. Toch heeft het onderwerp binnen de Hersteld Hervormde Kerk zeker de aandacht, zegt synodescriba ds. R. P. van Rooijen. „Er is een werkgroep ingesteld. Maar gezien de gevoeligheid, ook voor familieleden, zijn we heel voorzichtig met het doen van mededelingen. Duidelijk is in ieder geval dat de praktisering van homoseksualiteit tegen het Woord van God ingaat. Tegelijk is het belangrijk om op pastorale wijze om te gaan met mensen die hiermee worstelen.”
Op de generale synode van de Gereformeerde Gemeenten is homoseksualiteit nooit als apart punt aan de orde geweest. De aandacht voor het onderwerp neemt binnen het kerkverband echter wel toe, signaleert preses ds. J. J. van Eckeveld. „Een synodale uitspraak is daarvoor niet altijd nodig.”
De Gereformeerde Gemeenten wijzen de homoseksuele praxis op grond van de Bijbel af. „Daar zullen we nooit van afwijken. Tegelijk moet er aandacht zijn voor de homoseksuele naaste die naar de Schrift wil leven. Dan kom je terecht bij de ambtelijke zorg. Er zijn kerkenraden die een ambtsdrager hebben aangesteld die zich speciaal met deze problematiek bezighoudt en die door homoseksuele gemeenteleden en hun familie benaderd kan worden. Dat is een goede ontwikkeling.”
Of er binnen de Gereformeerde Gemeenten voldoende aandacht is voor homo’s in de kerk durft de predikant uit Zeist niet te zeggen. „Dat kan ik moeilijk beoordelen. De ene gemeente is de andere niet. Maar ik denk wel dat er binnen de gemeenten steeds meer aandacht is voor de nood van homoseksuelen en hun ouders. Dat zie je terug in publicaties in bladen als Daniël en De Saambinder, maar ook op het terrein van de ambtelijke zorg.”
Anderen vinden echter dat het gesprek over homoseksualiteit onvoldoende op gang komt in de gereformeerde gezindte. Dr. J. Hoek, dr. Prosman, P. J. Vergunst en H. van Wijngaarden luidden vorig jaar de noodklok in een open brief aan „alle hervormd-gereformeerde kerkenraden en andere betrokkenen in de gereformeerde gezindte.” Ze stellen onder meer dat de Bijbel geen homoseksuele relaties erkent, maar ook dat pastoraal omzien naar elkaar niet stopt als er gemeenteleden zijn die een homoseksuele relatie aangaan.
Kerkenraden dienen beleid te maken op dit onderwerp, zei dr. Prosman vorig jaar in deze krant. „Alle gemeentenleden moeten op elkaar betrokken zijn, zodat er een sfeer van veiligheid is waardoor homoseksuele jongeren uit de kast durven komen en hun verhaal delen.”